header genvos2
Home Nieuws Sitemap Contact
Gijsbert ca 1580

Wonen, spelen en werken op de Rotterdamseweg rond 1950 door Marrie Voskuil

Deel 07. Regionaal vervoer

Als we naar onze familie in Leidschendam gingen was het een omslachtige reis met het openbaar vervoer. Lopend gingen we vanaf de Rotterdamse weg via de Hertog Govertkade de Rotterdammerpoortbrug over. Aan je linkerhand was dan het begin- of eindpunt van de gele tram. Deze rijdt nu nog vanaf de Westvest langs de Vliet naar het Centrum van Den Haag e.v. Wij moesten bij de Herenstraat in Rijswijk overstappen op een andere gele tram richting Voorburg. Bij het station Voorburg stapten we uit en gingen via een tunneltje naar de Remise aan de Parkweg. Op de Parkweg kwam de blauwe tram langs die richting Leiden reed. Bij de halte van de Damlaan stapten we uit en waren dan enkele stappen verwijders van het oude huis van Oma Starrenburg waar bij tante Mien en oom Evert woonden. We werden daar heerlijk verwend. Een heel enkele keer gingen we met de trein vanaf station Leidschendaam Voorburg naar het Staatsspoor. Dan lopen naar Hollands Spoor en met de trein vandaar naar station Delft..
De reisjes naar Rotterdam, bijvoorbeeld naar diergaarde Blijdorp of de Lijnbaan deden we met de trein vanaf station Delft tot het Centraal station in Rotterdam.

Een andere tante woonde in Stompwijk. Ook deze reis was met het openbaar vervoer behoorlijk tijdrovend. In de Mijnbouwstraat stapten we op de bus naar Delfgauw, Pijnacker tot de watertoren in Zoetermeer. De bussen waren niet zo goed geveerd als nu en het stonk er altijd naar diesel en daar wed ik misselijk van. Zuigend op een pepermuntje of met een kotszakje op schoot kon je bij het overstapstation van de bussen vlak bij Nutricia even ademhalen voordat je de nieuwe bus instapte richting Leiden. Bij de Meerweg in Stompwijk stapten we uit bij Het Blesse Paard, net voordat de bus rechtsaf de Dr. van Noortstraat insloeg. Als we het bruggetje overliepen van van Vuuren de kruidenier waren we op het terrein van oom Anton die houten boten bouwde en het huis waar tante Corrie de scepter zwaaide over het grote gezin. Naar Leidschendam en Stompwijk gingen we veel liever fietsen,

De rit naar het centrum van Den Haag ging altijd met de gele tram vanaf het beginpunt bij de Rotterdammerpoortbrug tot aan het Spui. Dat was een uitstekende verbinding. Op de terugweg mochten we de conducteurs vaak helpen met het omklappen van de leuningen van de banken, zodat de mensen steeds vooruit konden rijden. We bedelden ook om de bonboekjes waar de korte restjes van de afgescheurde kaartjes aan zaten om thuis trammetje te spelen. Als de conducteur een goede bui had mochten we ook weleens palletjes verzetten en aan het kaartjesapparaat draaien.

Om in Scheveningen te komen stapten we bij het Rijswijkse plein of Hollands Spoor over op de open tram. Deze reed alleen in de zomer.

De verbinding naar Den Hoorn was met de bus naar Schipluiden. Ook hiervoor reden we liever op de fiets langs de buitenwatersloot. Oom Leo en tante Truus woonden daar aan de Dijkhoornseweg en hadden daar een sigarenwinkel. De fotokaart die ik hieronder verkleind heb afgedrukt is door sigarenmagazijn van Velzen in Den Hoorn uitgegeven.