Home | Sitemap | Contact Us


Katholieke scholen voor uitgebreid lager- en beroepsonderwijs in Delft. De Paulus-ulo/mavo, Antonius-ulo/mavo, Agnes huishoudschool, Beatrix Duyst, Sinte Jheronimusdael, Oscar Romero en KTS Sasbout Vosmeer

De Paulus-ulo/mavo, Antonius-ulo/mavo, Agnes huishoudschool, Beatrix Duyst, Sinte Jheronimusdael, Oscar Romero en KTS Sasbout Vosmeer in Delft

door Marry Remery-Voskuil, Ohis Research, Voorburg 2008 ISBN/EAN: 978-90-78595-05-2
Deel 7 van de Historische Reeks over Delftse scholen. Te koop bij het Gemeente Archief in Delft voor 10 euro. Beperkte oplage.

Inleiding

In dit zevende deel van de Historische Reeks over Delftse scholen beschrijf ik de geschiedenis van de katholieke scholen voor leerlingen die het lager/basisonderwijs hadden verlaten. Het is een bont geheel geworden van aparte ulo-scholen voor jongens en meisjes, die eind jaren zestig tot mavo werden omgevormd, de huishoudschool voor meisjes en de ambachtsschool voor jongens, die in de loop van de eeuw steeds anders werden genoemd. De verhalen eindigen in augustus 1994 met de vorming van de brede scholengemeenschap, het Stanislascollege, waarin alle katholieke scholen voor voortgezet onderwijs nu voortleven. Ik probeer antwoord te geven op de vraag hoe de ontwikkelingen van de afzonderlijke scholen zijn verlopen en in hoeverre er verbanden zijn te leggen met de lokale en landelijke onderwijsgeschiedenis. In elk hoofdstuk komen onderwijsinhoudelijke, bestuurlijke, financiële, materiële en spirituele aspecten aan de orde en beschrijf ik enkele markante hoofden, directeuren en leraren. Per school maak ik keuzes en leg ik verschillende accenten.

Het katholiek voortgezet onderwijs in Delft heeft een rijke historie die voor een groot deel onderbelicht is gebleven, omdat er nooit iets over is gepubliceerd. Een uitzondering vormt het Stanislascollege locatie Westplantsoen, want daar heeft H. Wijfjes in 1998 een voortreffelijk boek over geschreven, dat ik ieder kan aanraden te lezen. De geschiedenis van de huidige locaties van deze scholengemeenschap aan de Krakeelpolderweg en het Reinier de Graafpad gaat echter veel verder terug in de tijd. De beschreven scholen waren stevig geworteld in de lokale traditie van de katholieke geloofsgemeenschap in Delft. Daarbij was samenwerking tussen de parochiepriesters, religieuzen en leken in een interparochiaal schoolbestuur vanaf 1873 al gebruikelijk. We zien in de loop van de tijd de opvattingen over de katholieke identiteit veranderen van patronaatswerk - op initiatief van de kerk en vrijwilligers - via religieuzen en degelijke katholieke huisvaders, naar een eigentijdse invulling aan het einde van de twintigste eeuw.

Documenten van de beschreven katholieke scholen zijn tot nu toe moeilijk vindbaar gebleken en de archieven zijn incompleet. De meeste notulenboeken en schooleigen documenten zijn helaas bij de verhuizingen in containers voor oud-papier weggegooid. Bestuursnotulen zijn gedeeltelijk bewaard gebleven, maar deze geven te weinig informatie over de ontwikkeling van de scholen in het dagelijks leven. Daarom ben ik erg blij met de medewerking van de tientallen oud-leraren, directies en oud-leerlingen, die bereid waren mij over hun ervaringen op de betreffende scholen te vertellen. Het leverde hele boeiende en kleurrijke verhalen op van mensen die hun ziel in de school staken, maar het bleef niet bij mondelinge verhalen, want soms ging ik beladen met dierbare foto-albums, dozen met oude schoolkrantjes en andere papieren naar huis. Het was een hele uitdaging om met deze gegevens een redelijk samenhangend verhaal te maken, waarin de schooleigen cultuur en ‘nestgeur’ zijn terug te vinden in woord en beeld. Ik dank velen voor het meedenken en hun commentaar op de concepten om de herkenbaarheid te vergroten. Ook dank ik de medewerkers van het Gemeentearhief voor hun medewerking.

Ondanks de veelheid aan gegevens, zijn de beschrijvingen niet allesomvattend en blijven ze voor aanvulling vatbaar. Ik ga met grote stappen door de geschiedenis heen en degenen die zelf op school zaten in een bepaalde periode, missen natuurlijk feiten die voor hen belangrijk waren. De verwijzingen naar de vindplaatsen in de noten zullen een mogelijke volgende auteur wellicht helpen het geheel aan te vullen. Ik heb in ieder geval met veel plezier gewerkt aan deze uitgave en hoop, dat u als lezer en kijker, er ook van zult genieten.

Marry Remery-Voskuil
April 2008

zie ook inhoudsopgave en samenvatting