Home | About Us | Contact Us


EERSTE DISTRICT in de provincie Utrecht bezocht door H. Wijnbeek in 1842.

Schoolopziener Mr. H. Arntzenius (emeritus~hoogleeraar in de regten), secretaris der Provinciale Commissie van onderwijs, vroeger zeer bekwaam voor die betrekking, doch thans afgeleefd. Desniettemin bezocht hij zijne scholen nog steeds zorgvuldiglijk.
De steden Utrecht, IJsselstein en Montfoort, benevens 20 gemeentescholen maakten zijn district uit. Van die scholen zijn er thans zeven tot het nieuwgevormde vijfde district overgegaan: drie van Maarssen en Maarsseveen, een van Blauwcapel, een van Vleuten, een van Harmelen en een van Zuilen. Wijnbeek bezocht: Utrecht, IJsselstein, Montfoort, Jutphaas, Maarsseveen, Vreeswijk, Zuilen, Vleuten.

Stad Utrecht.

In de laatste twee jaren zijn hier twee wel ingerigte bewaarscholen opgerigt, hoedanige er bij mijn vorig bezoek nog niet aanwezig waren. De eene is, met goedkeuring van het Stedelijk Bestuur, door de Plaatselijke Schoolcommissie in November 1840 geopend in een nieuw, ruim, daartoe opgetrokken gebouw (in eene bekwame wijk der stad) bestaande in eene leerzaal, van de noodige meubelen en hulpmiddelen voor de verstandsontwikkeling der kinderen voorzien, voorts in eene tweede zaal voor uitspanningen, en eindelijk in eene opene, benevens eene overdekte speelplaats. Twee bij de Bewaarscholen te Zwolle gevormde onderwijzeressen en medehelpsters zijn voor hare taak zeer berekend. Aan eenige aanzienlijke dames is een bepaald en aanhoudend toezigt over de school opgedragen, die zich bij toerbeurten daarvan voorbeeldig kwijten. Met deze is een lid der Plaatselijke Schoolcommissie werkzaam, gevende maandelijks verslag aan die Commissie van den staat der inrigting en aan dezelve voordragende, wat tot meerdere bevordering van het doel zou kunnen strekken.

Het bezoek dezer school heeft mij veel genoegen verschaft. Ik vond er ruim 200 kinderen, die, bij afwisseling vrolijk, zonder gedruisch, zich vermaakten, en naar verstand en hart gevormd worden.
De andere bewaarschool in eene andere wijk der stad is opgerigt door particulieren uit den aanzienlijken stand, in het laatst des vorigen jaars, en staat in verband met de Gereformeerde Diaconiescholen, zoodat er alleen kinderen van ledematen in worden opgenomen. Het lokaal is niet zeer ruim, en de natuurlijke vrolijkheid der kinderen wordt er getemperd, vooral door de behandeling der Bijbelsche geschiedenis. Over het geheel is een godsdienstig waas verspreid. Voor het overige is zij ingerigt gelijk de eerstgenoemde, staande zij insgelijks onder het toezigt eener commissie en van aanzienlijke dames. Het getal kinderen bedraagt er nagenoeg 180.

Voor het verdere onderwijs der kinderen uit de behoeftige volksklasse wordt hier ter stede voortdurend veel zorg gedragen. Van twee der stadsarmen- of parochiescholen, de eene op het Klaaskerkhof, de andere bij de Weerdpoort, had de eerste tevoren een zeer goed, de laatste een zeer slecht lokaal. Thans heeft de laatste een groot uitmuntend gebouw.
Het onderwijs is in de eerste voortreffelijk, tengevolge van de verandering van het personeel, zijnde de verwaande hoofdonderwijzer van der Heiden vervangen door den allezins geschikten M. J. van Garderen.
In de plaats van de derde stadsarmenschool is er opgerigt eene stadstusschenschool, die in J. Bos een zeer bekwamen onderwijzer bezit. Doch hij heeft een veel te bekrompen lokaal op het Buurkerkhof. Er werd echter een ander gebouw opgetrokken, dat aan de behoefte zal voldoen. De noodzakelijkheid van zoodanige school had ik in mijn vorig verslag betoogd en aan den districtsschoolopziener doen opmerken.

De scholen der diaconie- of armbesturen zijn steeds:
Drie der Nederduitsche Hervormden, de eene op de Marieplaats, de tweede bij de Jacobskerk, de derde bij de Klaaskerk. De laatste is, wat lokaal en onderwijs betreft, in zeer goeden staat; de twee eerste minder. Zij staan in ieder opzigt beneden de school van het Roomsche Armbestuur, welker lokaal in de Boterstraat, bij de Marieplaats, wel te klein, doch welker onderwijzer Kamphuizen, een kweekeling van Prinsen, op eene gepaste wijze, aan zijne leerlingen al datgeen onderwijst, wat zij in hunnen stand behoeven.
De Waalsche Diakonie bezit in L. J. Seilberger een voor~ treffelijk onderwijzer voor het Fransch, evenzeer als voor het Nederduitsch, en hetgeen verder voor burgerkinderen te weten noodig is. Het lokaal is voldoende.
Bij de school der Luthersche Diakonie- en Weeshuis was onlangs Anslijn aangesteld, doch nog niet in functie.

Onder de scholen voor den fatsoenlijken stand bekleeden te Utrecht steeds een eerste plaats de vier bijzondere scholen der eerste klasse, drie voor jongens en eene voor meisjes, opgerigt en bestuurd door de Plaatselijke Schoolcommissie.
In de hoogste der jongensscholen wordt in vreemde talen en verdere vakken van beschaving voortreffelijk onderwezen door W. Julius, en wat bijzonder het Fransch betreft, zóo goed, dat de Heer Victor Cousin bij zijn bezoek dier school meende zich in het noordelijk gedeelte van Frankrijk, te Rijssel b.v. te bevinden. 20) De vorige geschikte onderwijzer der meisjesschool Vervoren is overleden en opgevolgd door den niet minder geschikten R. Visser.
De overige scholen, zijnde bijzondere der tweede klasse, vond ik gedeeltelijk op den vorigen voet, gedeeltelijk in bloei verminderd, gedeeltelijk veranderd van personeel.
Verminderd vond ik de weleer beroemde dag- en kostschool voor jongeheeren van A. E. Schüsler. In 1836 bedroeg het getal leerlingen nog ruim 20; sedert is het verminderd tot S. Om die school zoo mogelijk uit haar verval op te heffen, heeft deze onderwijzer door de nieuwspapieren aangekondigd dat hij dit jaar, met behulp van eenen zijner zonen, eene inrigting zou daarstellen, waarin hij zou toonen, dat het Volksgeluk kon verdubbeld worden? Dat zonderling berigt heeft mij bewogen om den man om inlichting te vragen. Doch het antwoord was verward en het kwam mij voor aan zijn geheele persoon, dat de vorige helderheid van zijnen geest geweken was.

De kostschool voor oude, zoowel als voor hedendaagsche talen van den Heer Klijn, op een buitengoed aan het einde der Maliebaan, vond ik eenigszins verminderd in bloei, ofschoon er het onderwijs niet minder doelmatig was dan tevoren.Het zedeloos gedrag van een der leerlingen, waardoor anderen schijnen te zijn aangestoken, heeft deze school in kwaden reuk gebragt. be brave man was er nog door tenedergedrukt.
Daarentegen was de voortreffelijke dag- en kostschool van den Heer Pip merkelijk in bloei toegenomen.
De kostschool van'Mevrouw Jones (tevoren weduwe van Deventer) is sedert mijn vorig bezoek bloeijend en uitmuntend gebleven.
Die van de Engelsche dame Jay bestaat niet meer, zijnde zij naar elders vertrokken. In hare plaats is Mejuffrouw El linkhuizen aangesteld. Er waren niet meer dan 7 kostleerlingen. Zij houdt geen dagschool. Hare bekwaamheid kwam mij middelmatig voor te zijn. Zij staat zeer in achting bij de hoogregtzinnige Gereformeerden uit den aanzienlijken stand.
In eene dag- en kostschool voor meisjes vond ik Mejuffrouw Leurs, die sedert beschuldigd van falsiteit, naar java was vertrokken en, opgevolgd door Mejuffrouw van Bremen, die in bekwaamheid en geschiktheid voor hare voorgangster niet behoeft te wijken. Er waren 50 leerlingen.
Zekere bejaarde Juffrouw Wormer op de Mariaplaats houdt, zooals men mij heeft verzekerd, eene onwettige school voor meisjes, dezelve bewaarschool noemende, doch waar kinderen tot 12 jaren ter school gaan.
De Plaatselijke Schoolcommissie bestaat uit kundige en wakkere lieden, die zich bevlijtigen om het lagere schoolwezen allengs in doelmatigheid te doen toenemen.

IJsselstein; van de drie scholen te dezer stede, de Nederduitsche dagschool, de dag- en kostschool voor jongens en die voor meisjes, heeft de eerstgenoemde eene groote verbetering ondergaan.
Den vorigen keer vond ik er twee hoofdonderwijzers, een hoogbejaarden en een jongmensch, den eersten ongeschikt, den laatsten zeer geschikt. Sedert is de oude man overleden en is de leerwijze geheel veranderd en verbeterd, doch er ont breekt hulp.Beiden hadden een landstractement en met den dood van den ouden onderwijzer is diens tractement vervallen. Wenschelijk is het, dat in dit verarmd stadje dat vervallen tractement verleend worde voor eenen ondermeester.

Intusschen is de school verminderd met een 50-tal leerlingen van de Roomsche godsdienst, die overgegaan zijn naar de onwettige school van Fransch, die, hoewel in het hoogst ressort veroordeeld tot een boete van tien gulden, zijn onderwijs blijft voortzetten.
Men heeft mij ook verzekerd, dat zekere Huisman, zonder acte van algemeene of speciale toelating, hier ter stede huisonderwijs geeft.
De dag- en kostschool van Provily is steeds aan het verminderen, tengevolge deels van het toegenomen getal van gelijksoortige scholen als de zijne in de nabijheid, zooals te Montfoort, jutphaas en Vreeswijk, deels van de mindere geschiktheid van den onderwijzer voor beschaafde opvoeding, niet voor wetenschappelijk onderwijs, waarin hij uitmunt.
De dag- en kostschool van Mejuffrouw Swaan daarentegen heeft een grooten bloei bereikt, te groot voor de woning.
Montfoort; bij mijn vorig bezoek stonden hier èn kostschool èn volksschool onder dezelfden onderwijzer, M. van Berkel. Thans heeft deze alleen de kostschool. Zij is zoo sterk bezocht, dat hij zich niet met de andere school zou kunnen inlaten. Ik telde er niet minder dan 40 kweekelingen, alle in de kost. Deze vermaarde inrigting heb ik in al de bijzonderheden onderzocht. Het kasteel, hetwelk hij in huur heeft van de stad, is ruim en alleszins gepast ingerigt voor eene kostschool. In den verbazend grooten tuin heeft hij onlangs op eigen kosten een fraai schoollokaal opgetrokken. In den tuin zelven zijn de noodige hulpmiddelen voor gymnastische oefeningen. De Heer van Berkel is kundig, vlug, fiksch en rond van inborst. Hij weet de leerlingen aan zich te boeijen. Hij is goed mathematicus, verstaat het Fransch, Engelsch en Hoogduitsch grondig en spreekt die talen vrij goed uit. Hij heeft tot hulp eenen Hollander voor het Nederduitsch, de aardrijkskunde, de Vaderlandsche geschiedenis en de wiskunde, eenen Duitscher, te Utrecht in de letteren gepromoveerd, voor het Hoogduitsch, de algemeene geschiedenis en de oude talen, en eenen Engelschman voor het Engelsch. Alle drie zijn van uitstekende bekwaamheid.
De hoofdonderwijzer houdt dagelijksch aanteekening van de vorderingen van iederen leerling en zendt elke drie maanden het resultaat dier aanteekeningen aan de ouders of voogden van zijne kweekelingen. Even als de hoofdonderwijzer is zijne huisvrouw zeer berekend voor de taak. Er heerschte in alles zedelijkheid, orde, regelmaat en zindelijkheid.
Nadat van Berkel afstand gedaan had van de volksschool is, na veel tegenwerking van eenige leden van het Stedelijk Bestuur, A. Tibbenhof bij dezelve als hoofdonderwijzer aangesteld. Zijn onderwijs is ingerigt naar de verbeterde leerwijze. De nieuwe schrijfwijze met eenige wijziging heeft hij met goed gevolg ingevoerd. Het eenige, dat ik hier wenschte verbeterd te hebben, is de orde en ondergeschiktheid bij de leerlingen.
Gedurende mijn verblijf te Montfoort werd er zeer hoorbaar gearbeid in een groot gebouw, hetwelk men meende dat voor een vrouwenklooster voor onderwijs en opvoeding bestemd was.

Gemeentescholen.

In de gemeente van het eerste schooldistrict zijn de 20 scholen, op twee na, die van Linschoten en Willige Langerak, door mij bezocht. Onder dezelve bevinden zich de volgende kostscholen, als: Twee te Jutphaas, eene voor jongens, van C. Cramer, die steeds zeer goed is, en bezocht wordt door 36 leerlingen; en eene voor meisjes pas opgerigte door de weduwe Vijgh, in eene goede woning. Zij had nog slechts vijf leerlingen. Het onderwijs scheen er mij toe gepast te zijn, vooral voor meisjes uit den burgerstand.
Twee te Maarssen en Maarsseveen. Eene voor jongens van W. Wolthuis, kort geleden opgerigt, onder de verpligting van zich te bepalen tot leerlingen, die niet in de termen vallen van de dorpsschool te bezoeken. Hij heeft een ondermeester, Hasselman geheeten, die den hoofdonderwijzer verre overtreft in kunde en meer scheen te zeggen te hebben dan de hoofdonderwijzer. Er was een 16-tal dagleerlingen. Het onderwijs beviel mij tamelijk wel, minder de weinig beschaafde toon, welke er heerschte.
Eene dag- en kostschool voor meisjes. Deze beviel mij daarentegen zeer. De onderwijzeres H. J. de Roo, gevormd door Mevrouw van Meerten, heeft drie jaren geleden de school hier opgerigt en had thans 16 dagscholieren, doch nog slechts eene leerling in de kost. Het schoollokaal is behoorlijk inge rigt en van meubelen voorzien voor de klassikale leerwijze. Zij verwachtte echter eene nieuwe woning, welke de Heer Huijdecoper van Maarsseveen voor haar heeft gekocht en doelmatig laat vertimmeren. Zij is kundig, beschaafd, minzaam van omgang en regt berekend voor hare betrekking. Zij wordt geholpen door Mejuffrouw Spieringshoed, die onder anderen zeer goed onderwijs geeft in het rekenen en in het schrijven naar de nieuwe leerwijze.
Te Maarsseveen hebben zich eenige geestelijke zusters nedergezet, die aldaar in naam naai- en breischool houden, en de kinderen leeren bidden, doch, zooals men vermoedt, lager onderwijs geven. (Te Maarssen hield zich ook een persoon op, die onwettig huisonderwijs geeft).
Eene te Vreeswijk, van J. van Dapperen, die tegelijk hoofdonderwijzer is der dorpsschool. Zooals de vorige keer valt op de kostschool niet te roemen. Slordigheid heerscht er in alles. Het onderwijs is slechts middelmatig. Er zijn 10 kost- en 5 dagscholieren. De dorpsschool is in vrij goeden staat.

Wat de gemeentescholen van dit eerste district aangaat, in elk derzelve heeft de schoolopziener de geheele leerwijze van Prinsen trachten in te voeren. Dit is hem in de meeste derzelve gelukt, zooals te Benschop, Harmelen, jutphaas, Lopik, Maarssen, Vleuten, Vreeswijk; doch niet te jaarsveld, Lopik en Kapel, Polsbroek, de Meern, Zuilen, alwaar de onderwijzers of te bejaard of te weinig aanleg hebben voor dat onderwijs. Ik heb dien Heer trachten te doen verstaan, dat het beter ware die menschen hunne oude leerwijze, waarmede zij bekend zijn, te laten volgen, dan eene nieuwe, waarvoor zij blijken niet berekend te zijn. De staat van het onderwijs in deze gemeentescholen is er als volgt:
Zeer matig is dezelve te Jaarsveld, aan de Meern en te Polsbroek. Vrij goed te Harmelen, Lopik, Lopik en Kapel en Zuilen. Zeer goed te jutphaas, Maarssen, Montfoort en te Vreeswijk. Voortreffelijk te Vleuten. Van de schoollokalen zijn er vele in goeden, eenige in zeer goeden staat. Onder de laatste behooren die te Jaarsveld, Polsbroek en Vleuten. Die lokalen zijn echter niet aangelegd naar het doelmatig plan, waarnaar de gemeente-schoollokalen in Gelderland voor eenige jaren gebouwd zijn. Zij zijn wel langwerpig, doch het licht valt veelal in voor en achter de leerlingen, of aan eene der zijden, inplaats van alleen aan de beide zijden. (Dat gebrek heerscht in de meeste gemeentescholen dezer provincie). Het veroorzaakt valsch licht.
Van dit district zijn alzoo thans in het nieuwe vijfde overgebragt de gemeenten Harmelen, Maarssen en Maarsseveen, de Blaauwcapel, Vleuten en Zuilen.