Home | About Us | Contact Us


DERDE DISTRICT van de provincie Overijjsel bezocht door Wijnbeek in 1833

Dit district bevat, behalve de scholen der stedekens Delden, Diepenheim, Enschedé, Goor en Oldenzaal, nog 29 gemeentescholen. Wijnbeek bezocht: Delden, Diepenheim, Enschede, Goor, Markelo, Deldener Eich, Eschmark, Lonneker, Stokkum.

Delden; hier vond ik slechts ééne school, en daarin meer dan 200 kinderen zamengepakt in een bekrompen lokaal; doch onderwezen door een bekwaam meester, die, zooveel die bekrompenheid toelaat, goed klassikaal onderwijs geeft. Voortreffelijk waren de vruchten, die hij rnij vertoonde der orde, duidelijkheid, en de goede gevolgen van zijn onderrigt. Het schrift was fraai, ofschoon niet naar de nieuwe methode. De taalkunde was zooveel in die gemeente kon verlangd worden, dus de ontleding van eenen volzin goed, doch enkel taalkundig, dus niet logisch. Het rekenen vlug uit het hoofd. Het zingen aangenaam en naar theoretische gronden. De behandeling der scholieren zachtzinnig. De man wist zich bij hen geacht en bemind te maken.
Diepenheim; het schoolgebouw is nieuw, doch mede te klein. De vrij kundige onderwijzer, nog geen jaar in functie, vindt hier veel te verbeteren, doch daartoe heeft hij een ondermeester noodig. Hij rnoet een 200tal kinderen van drie tot twaalf jaren oud alleen onderwijzen en daarbij schiet hij te kort. Er is gedruisch in de school, hetwelk het klassikaal onderwijs schier ondoenlijk maakt. Die meester is beroepen onder anderen op het genot eener woning, en de voor hem bestemde woning is half ingestort en dus onbewoonbaar. Het gemeentebestuur verklaart geene middelen te bezitten om dezelve te herstellen, waartoe 800 gulden zouden vereischt worden. Den man vond ik moedeloos.

Enschedé; dit stadje heeft het voorregt van twee zeer goede Nederduitsche lagere scholen, benevens eene voortreffelijke Fransche meisjesschool te bezitten. Doch ongelukkig mist eene dier lagere scholen deszelfs lokaal, zijnde hetzelve door ouderdom ingestort, terwijl het in het schoolonderwijs veel belangstellend gemeentebestuur, hetwelk bereid is een nieuw en veel grooter lokaal op het kerkhof der Hervormden, waar het vorige gestaan heeft, te zetten, daarin gedwarsboomd wordt door de kerkvoogden, welke den meerderen grond, hiertoe vereischt, niet willen afstaan. Men behelpt zich intusschen op een zolder van het Stadhuis, doch waar geene genoegzame ruimte is om aan het klassikaal onderwijs de noodige ontwikkeling te geven. Dat onderwijs konde ik derhalve hier niet geheel naar waarde beoordelen. Des te beter konde ik, in het ruime, vrolijke gebouw der andere lagere school de waarde van het onderwijs schatten. Hier vond ik alles gepast aangewend: de klankmethode, het oefenen in het natuurlijk lezen, in de taalkunde, in de rekenkunde, de getalleer, in de theorie der rekenkunde naar de Gelder 18), en de schrijfkunst naar beide: de oude en nieuwe leerwijze, de Vaderlandsche geschiedenis en aardrijkskunde. Deze beide slechts in de hoofdtrekken. In deze school worden 's namiddags van 4 tot 5 uren de kinderen der spinnerijen afzonderlijk toegelaten, op kosten van het gemeentebestuur.
Voor het onderwijs van het Fransch, Engelsch en Hoogduitsch biedt de Latijnsche school eene goede gelegenheid, zijnde te Enschedé die inrigting van tweeledigen aard: zij strekt zoowel tot eene algemeene beschaafde opleiding, als ter voorbereiding voor het akademisch onderwijs.
Aan eene Fransche meisjesschool, waar de uitwendige vorm evenzeer als het verstand wordt beschaafd en het hart tot de deugd gevormd, had Enschedé behoefte. Die behoefte wordt sedert een jaar vervuld, door Mejuffrouw Buchner, een zeer kundige en wel opgevoede juffrouw van omtrent 24 jaren, opgeleid door de beroemde mevrouw van Meertens geboren Schilperoort, te Gouda. Nu reeds bespeurde ik in den toon, de manieren en de vorderingen der 25 leerlingen, hoeveel dit stadje aan haar te danken heeft. Het Hoogduitsch, hetwelk hier, op de grenzen van Duitschland, zeer te pas komt, doch meestal plat gesproken wordt, spreekt en schrijft en onderwijst zij voortreffelijk; het Nederduitsch insgelijks. Behalve in die beide talen geeft zij ook zeer goed onderrigt in het Fransch en Engelsch. De rekenkunde, de geschiedenis, en de aardrijkskunde onderwijst zij zoo goed als op onze lagere scholen. Zij had nog geen kostdiscipelen, doch hiertoe heeft zij hare huishouding bij voorraad ingerigt. Hare zachtgeaardheid en deugdzaam gedrag maken haar verder zeer aanbevelingswaardig voor de opvoeding van fatsoenlijke meisjes.

Goor; hier is, gelijk te Delden en te Diepenheim, slechts eene school. Zij wordt bezocht door omtrent 250 kinderen. Bij mijn bezoek werd er school gehouden in de kerk, zijnde het oude, ge brekkige schoolgebouw afgebroken en op dezelfde plaats een nieuw, zeer goed gebouw gezet, doch hetwelk nog niet voltooid was. Het onderwijs was in allen deele goed voor de plaatselijke behoeften. Er wordt te Goor, even zoo als te Enschedé, mede gezorgd voor het onderwijs der kinderen, die aldaar arbeiden in de spinnerijen, welke er eene groote uitbreiding erlangen.
Oldenzaal; hier zijn drie scholen: twee Nederduitsche en eene Fransche. De lokalen der beide eerste zijn veel te klein. Het gemeentebestuur deelde mij het plan mede om een oud klooster, groot genoeg voor de beide scholen zamen vereenigd, tot dat einde in te rigten. Dat gebouw heb ik gezien. Het zijn niet veel meer dan de wanden van het voormalige gesticht, gelegen in het laagste gedeelte van het op eenen heuvelachtigen grond gebouwde stadje, waarheen, bij zwaren regen, van wege het gemis van rioolen, al de onreinheid afvloeit. Ik heb zulks den burgemeester (welke het niet scheen opgemerkt te hebben) onder het oog gebragt.

In eene der beide Nederduitsche scholen is, bij den thans hoogbejaarden schoolmeester, het onderwijs steeds op den ouden voet en uitermate slecht gebleven. Men hoort hier nog de kinderen één voor één een lesje spellen en de meest gevorderde op eenen ondragelijken dreun lezen. Aan verstandsontwikkeling wordt niet gedacht. Deze school is intusschen het meeste bezocht, zijnde de meester van de R.C. godsdienst, welke door verreweg het grootste gedeelte der ingezetenen beleden wordt. In de andere Nederduitsche school laat het onderwijs, ofschoon beter, echter nog vrij het een en ander te wenschen over. Op dat der Fransche school is geen bijzonder roem te dragen. De hoofdonderwijzer is kundig, maar, door de waarneming van andere posten verhinderd, laat hij de school waarnemen door eenen ondermeester, en daardoor is het onderwijs bij afwisseling noodwendig nu meerder dan minder doelmatig. De twee genoemde Nederduitsche scholen worden zamen door bijna 400, de Fransche door 70 leerlingen bezocht.

Gemeentescholen
Van de scholen ten platten lande zijn door mij verder bezocht twee dorpsscholen, die van
Hengelo, met 350 leerlingen, doch waarvan niet meer dan de helft tegelijk in school kan vanwege de bekrompenheid van het daarenboven schier onbruikbaar geworden schoolgebouw. Het onderwijs van den hardhoorenden, anderszins kundigen, hoofdonderwijzer, ondersteund door eenen zeer bekwamen ondermeester, denzelfden, die thans te Markelo staat te komen, is niet alleen voldoende, maar gaat zelfs hooger dan men in een dorpsgemeente verlangen zou;
Markelo, waar, in het zeer geschikte schoolgebouw het gebrekkige onderwijs van den provisioneelen waarnemer der school vurig doet verlangen naar de eindelijke vervulling der vacature. Van het 160-tal leerlingen in den winter vond ik ternauwernood 50 bijeen.
Voorts heb ik bezocht de buurschapsscholen te Deldener Eich, waar, in een goed en voor het 70-tal leerlingen ruim lokaal bij afwezigheid van den schoolmeester in krijgsdienst 19) een geschikt plaatsvervangend onderwijzer was;
Eschmark op een uur afstand van Enschedé, waar ik, in een slecht en voor het gewone 80-tal leerlingen (waarvan er naauwelijks 25 tegenwoordig waren) veel te klein lokaal eenen onderwijzer aantrof, die, ja, velerlei kundigheden oppervlakkig had opgedaan, doch niet kon begrijpen, dat eenvoudige boerenkinderen vrij goed moeten leeren lezen, schrijven en rekenen en dat zij ook wel eenig denkbeld mogen erlangen van de aardrijkskunde der provincie, doch dat zij de kennis der algemeene geschiedenis, der algemeene aardrijkskunde, der natuur-, der sterrekunde wel kunnen ontberen;
Lonneker, op een uur afstands van Oldenzaal, waar, in een nog veel slechter en enger schoollokaal, of beter gezegd, in een hok, zamengesteld uit eenig latwerk, met klei aangevuld, door welker scheuren regen en wind den vrijen doortogt hebben, zich een meester bevindt, wel kundig, doch weinig werk makende van het onderwijs van zijne, in den winter meer dan 120 scholieren;
Stokkum, tusschen Markelo en Diepenheim, waar het lokaal niet veel beter is en de meester. van hooge jaren, weinig geschiktheid meer heeft voor het schoolhouden. In den winter heeft hij hoog, stens 70 leerlingen.

Van de overige gemeentescholen zijn, volgens des schoolopzieners verzekering de lokalen voor meer dan de helft in een ellendigen toestand en ziet het er in een derde gedeelte nog slecht uit ten aanzien van het onderwijs. Hij is eerst sedert drie jaren in functie en heeft dus nog veel te arbeiden in zijn district. Bij het schoolbezoek heeft hij mij grootendeels vergezeld. Het getal schoolgaande kinderen in het district bedraagt 4800 op een bevolking van omtrent 34.000 zielen, gevolgelijk bijna een zevende gedeelte.
In dit district hoorde ik verscheiden onderwijzers ten platten lande klagen over wanbetaling der schoolgelden uit het schoolfonds 20), hetwelk overal in Overijssel, behalve in de steden ZwolIe, Deventer en Kampen, ingevoerd is. Vele gemeentebesturen hebben dat fonds aangewend tot andere einden en laten de schoolmeesters door gebrek verkwijnen. Gedeputeerde Staten, hiervan onderrigt, hebben zich onlangs de belangen dier onderwijzers aangetrokken, en aan de gemeentebesturen opgave van den staat der schoolfondsen gevraagd. Het is te wenschen, dat er spoedig in zal voorzien en zoodoende de gezonken moed der onderwijzers zal opgebouwd worden.