Home | Sitemap | Contact Us


Leesles. Wipneus en Pim. LESSEN 2010 nr 4

Marry Remery

Tussen 1948 en 1985 schreven vijf Broeders van Maastricht veertig boekjes over de avonturen van twee kabouters. Voor jonge kinderen zijn deze boekjes nog steeds populair en inmiddels zijn er al 4,5 miljoen exemplaren door uitgeverij Schenk verkocht. Over de schrijvers van deze boekjes en een verklaring voor het succes leest u in dit artikel.
‘Ver, heel ver weg, achter grote bossen, lag kabouterland. Daar woonden wel een paar honderd kaboutertjes bij elkaar; ze hadden leuke pakjes aan en droegen grote puntmutsen. Mensen kwamen er nooit in Kabouterland, want de bomen in het bos stonden zo dicht bij elkaar, dat ze er niet doorheen konden komen… Natuurlijk hadden de kaboutertjes een koning. Goedhart heette die. Een mooie naam, he! Maar die verdiende hij ook, want het was een erg goede koning! En een baard als hij had! Geweldig! Als hij rondliep, moesten er altijd twee kleine kaboutertjes voor hem uitlopen om zijn baard op te tillen, want anders sleepte die over de grond….’

Schrijverscollectief
In de jaren veertig van de twintigste eeuw vertelde broeder Bruno van der Made (1923-2001) regelmatig spannende verhalen in zijn school in het stadsdeel Wijck in Maastricht. Toevallig zat het zoontje van uitgever Schenk in zijn klas en dat leidde ertoe vader Schenk er boekjes van wilde maken. Het eerste deeltje kwam in 1948 uit onder de titel van ‘Prins Wipneus en zijn vriendje’. Broeder Bruno gebruikte daarbij de samengestelde naam ‘B. van Wijckmade’ als pseudoniem. Vijf jaar lang schreef hij in de grote vakantie een nieuw deeltje, totdat hij overgeplaatst werd naar de kweekschool in Amsterdam en later generaal-overste werd van de congregatie. Een medebroeder, Josephus Haenen, nam zijn taak over en maakte acht nieuwe avonturen van Wipneus en Pim. Daarna maakten de broeders Alfried Fest en Wichard van der Looij elk drie deeltjes, tot zij naar de missie vertrokken in Pakistan en Afrika. Alle boekjes verschenen onder het pseudoniem van B. van Wijckmade, maar de opvolgers plaatsten nog een tweede voorletter bij dezelfde auteursnaam. Inhoudelijk zorgden de broeders ervoor dat de verhaallijn doorliep, omdat zij op een kaartsysteem de namen van de hoofdpersonen, hun karakter en de avonturen in elk deel noteerden. Binnen de kloostergemeenschap werden vaak grapjes gemaakt als medebroeders en situaties herkenbaar waren in de nieuwste verhalen. Het was ook gebruikelijk om de conceptteksten in de klas voor te lezen en deze zo nodig naar aanleiding van de reacties van de kinderen te herzien. De laatste en meest productieve schrijver was broeder Gregorio Pieters (1924-1990). Hij schreef tussen 1967 en 1985 zeventien verhalen en herschreef twee deeltjes uit de eerste periode, omdat die zogenaamd discriminerende passages bevatte met zwarte gemene mannetjes. De reeks eindigde met een verhaal waarin prins Wipneus koning werd en niet meer op avontuur kon gaan. Broeder Gregorio deed veel om de verhalen van Wipneus en Pim bekend te maken door interviews in kranten, lezingen op scholen voor kinderen en op ouderavonden en het beantwoorden van brieven onder de naam van ‘kabouter Sjors, hofschrijver’. Bijvoorbeeld als kinderen vroegen waarom de kabouters geen moeder hadden.

Uitvoering en inhoud
De boekjes zijn eenvoudig maar netjes uitgevoerd in een gekleurde kartonnen kaft en ingenaaid, stevig papier. De tekst is gedrukt met karakteristieke vette letters en overzichtelijke lay-out. De aanschafprijs was en is nog altijd vrij laag. In 2010 kost een boekje 4,20 euro, voor rond de tachtig pagina’s. De tweedehands prijs varieert van twee tot vier euro. De illustraties zijn tot 1977 gemaakt door Herman Ramaekers, een Maastrichtse psycholoog die vanaf zijn jeugd aan spierdystrofie leed en publiciteit vermeed. Na zijn dood maakte zijn neef Joop Walenkamp tekeningen in dezelfde stijl, levendige kaboutertjes en situaties die met enkele rake lijnen tot de verbeelding spreken. Broeder Gregorio formuleerde de kracht van de serie als volgt:
‘Ik geloof dat, naast de sterke tekeningen het sprookjesachtige de kinderen blijft boeien. Er gebeuren nooit enge dingen, geen ongelukken en sadisme met Wipneus en de zijnen. Wij staan op het standpunt dat kinderen wel iets moeten kunnen verdragen, ze mogen een verhaal best eng-spannend vinden. Maar je moet vermijden dat ze plezier kunnen krijgen in het ongeluk van een ander.’
Broeder  Bruno had voor het succes ook een eenvoudige verklaring:
'De kabouters beleven een heleboel avonturen, ontmoeten veel lelijke en boze krachten, weten die te overwinnen en leven uiteindelijk lang en gelukkig. Het grondstramien voor veel verhalen. Bovendien het stramien van menig mensenleven' …. Wipneus is een bijnaam uit mijn jeugd. Als jongen werd ik thuis wel uitgemaakt voor ‘wipneus'. Ik vond dat wel een leuke naam.'
In 1971 vierden de uitgever en de broeders dat het miljoenste exemplaar was verkocht. Anno 2010 zijn het er 4,5 miljoen. Bij gelegenheid daarvan merkte broeder Wim Swuste op:
‘De opbrengst daarvan storten wij in een fonds dat bestemd is voor het werk van onze medebroeders in de Derde Wereld. Wij bouwen er onder andere scholen mee. Zo brengen wij het ‘gaat heen en en onderricht de kinderen’ van monseigneur Louis Rutten in praktijk. Louis Rutten is de stichter van onze congregatie. In de jaren 1837-1840 gaf hij kinderen les in de Sint Servaaskerk te Maastricht, welk werk door de broeders werd overgenomen. De vertelcultuur bloeide toen nog volop.’
De verhalen slaan in 2010 kennelijk nog steeds aan, want in de onderbouw van menige basisschool worden de boekjes van Wipneus en Pim nog steeds voorgelezen en lezen kinderen van groep vier en verder zelf de avonturen thuis of in de school. Op internet zijn diverse sites gewijd aan Wipneus en Pim.

Bronnen:
Erfgoed Nederlands Kloosterleven (ENK). Archief van de Broeders van Maatricht (ABM). Inv. Nr. 3210-3217. Krantenknipsels en albums met achtergrondinformatie over Wipneus en Pim en collectie boekjes in diverse drukken.
http://www.uitgeverij-schenk.nl/Auteursgegevens%20W&P.pdf. Geraadpleegd augustus 2010.
http://www.inzichten.nl/dossierwp/dossierwp_1.htm. Geraadpleegd augustus 2010.
Wijckmade, B. van (1948). Prins Wipneus en zijn vriendje. Maastricht: Schenk.
Wijckmade B.G. van (1970). Wipneus en Pim helpen dokter Knippeling. Maastricht: Schenk.

Herkomst illustraties: 
afb1 kaft B.G. van Wijckmade (Gregorio) (1970). Wipneus en Pim helpen dokter Knippeling. Maastricht: Schenk.
afb2-3. Wijckmade, B. van (1948). Prins Wipneus en zijn vriendje. Maastricht: Schenk, p. 6 en 8.
afb4. Broeder Bruno van de Made, de schrijver van de eerste vijf delen van Wipneus en Pim. Archief FIC

Wijckmade, B. van (1948), 5.

ENK, ABM, inv.nr. 3210-3217.

ENK, ABM, inv. nr. 3217. Algemeen Dagblad, 13 augustus 1971.

ENK, ABM, inv. nr. 3214. De Limburger, 5 januari 1980.

ENK, ABM, inv. nr 3214. Katholiek Nieuwsblad 2/9 oktober 1988.