Home | About Us | Contact Us


Verslag van hoofdinspecteur H. Wijnbeek betreffende de scholen in Zuid-Holland in 1838. Voetnoten

1) Archief Binnenl. Zaken, Vde Afd., 31-12-1838 no. 143.

2) Bijzondere scholen der tweede klasse waren scholen voor eigen rekening.

3) Bijzondere scholen der eerste klasse gingen uit van een diaconie, een Godshuis, een Maatschappij of een college.

4) Dit was A. F. J. A. graaf van der Duyn van Maasdam, 1771-1848; lid van het Driemanschap van 1813; Goeverneur'van Zuid-Holland van 1818-44.

5) Jhr. Mr. J. W. van Vredenburch, 1782-1849; studeerde rechten te Leiden; geprom. 1805; burgemeester van Rijswijk; lid van de Prov. Staten van Z.H.

6) Men bedenke, dat de woonplaats van Wijnbeek Den Haag was.

7) Op een tussenschool werd een zeer laag schoolgeld geheven. Subsidies van overheidswege vulden het tekort aan.

8) Abraham Bluss‚ de Jonge, 1772-1850; student te Leiden; 1795 in de rechten gepromoveerd; was enige tijd redacteur van de Fransche Leidsche Courant; sedert 1815 schoolopziener.

9) Mathis Siegenbeek, 1774-1854; hoogleraar te Leiden van 1799-1854

10) In de Residentie-Almanak heb ik deze commissie niet kunnen vinden.

11) Dirk van Hin1oopen Labberton; 1800-1873; 1826 Remonstrants predikant te Nieuwkoop; 1828 te Gouda.

12) Bernard Schreuder, 1787-1862; was o.a. directeur der Rijkskweekschool te Lier (1817-1830); schoolopziener te Gouda; adviseur in zaken van het onderwijs in Limburg (1837-1849); van 1857-1866 provinciaal inspecteur van onderwijs in Limburg.

13) Jan Meulman, 1767-1847; studeerde rechten te Utrecht; 1787 gepromoveerd; vanaf 1814 kantonrechter te Woerden; vervulde daarnaast ook tal van andere openbare ambten.

14) Onderwijzers van de vierde rang beheersten lezen, schrijven en rekenen; die van de derderang ook de taalregels, die van de tweede bovendien aard- rijks- en geschiedkunde; die van de eerste ook nog wis- en natuurkunde

15) G. van Kooten; 1764-1841; 1788 predikant te Zuidbeierland; 1790 te Lienden; 1796 te Vlissingen; 1801 te Dordrecht; 1838 emeritus.

16) Abraham Hellenbroek, 1658-1731; zeer beroemd, streng-voetiaans predikant; het hier bedoelde boekje is uit 1706! en getiteld: Voorbeeld der Goddelijke Waarheden voor eenvoudigen. die zich bereiden tot de belijdenisse des geloofs.

*) Bedoeld is P. J. Prinsen, directeur der in 1816 te Haarlem opgerichte Rijkskweekschool.

17) Benjamin Boers, 1803-1878: studeerde te Utrecht; 1827 predikant te Renswoude; 1830 te Middelharnis; woonde van 1872-1878 te Brielle.

18) Jan Christiaans Huysman, 1784-1859, rechter te Brielle.

19) G. H. M. Delprat, 1791-1871; studeerde theologie te Leiden; 1814 Waals predikant te Leeuwarden, 1826 te Rotterdam.

20) Ds. Nicolaas Messchaert, 1774-1833; Doopsgezind predikant, o.a. te Blokzijl, Grouw en Rotterdam.

21) Over deze Kleinekinderschool heeft ook O'Malley in zijn Schets (1814) op blz. 23 een aardig verslag

22) Mr. Victor Cousin, Over het openbaar onderwijs in Holland. 1840,

23) Een van hen was Aquasie Boachie (1827-1904) , neef van de Koning van Asanti (aan de Goudkust). Hij studeerde te Delft als mijningenieur af en was als zodanig van 1850-56 op Java werkzaam. Wegens tegenwerking nam hij ontslag. Koning Willem III verleende hem daarna een jaarlijksche toelage van f 6000,-

24) A.R., Archief Binnenl. Zaken, Vde Afd., 6-8-1832 no. 188, 24-2-1838 no. 68, 30-4-1845 no. 59, 9-3-1846 no. 124.

25) C. L. baron van Wyckerslooth, 1786-1851; 1811 tot priester gewijd; later hoogleraar te Warmond; 1832 bisschop van Curium i.p.i.

26) L. Robbe, 1807-1890; student te Leiden; werkzaam te Katwijk, Boxmeer; 1861 gepromoveerd; 1862 inspecteur I.o. voor Limburg.

27) G. Dornseiffen, 1774-1858; student te Amsterdam; 1802 gepromoveerd; 1793 conrector te Ijsselstein; van 1801-49 te Utrecht; 1832 rector; schreef o.a. een Latijnse grammatica en een Handboek voor Oude Geschiedenis.

28) F. J. M. T. baron de P‚lichy, 1772-1844; 1811 officier van justitie te Utrecht; later te Amsterdam; bleef in 1813 hier; 1829 hoofd van het Dep. van R.K. Eeredienst.

29)A. J. L. Borret, 1782-1858; stud. te Keulen; 1803 te Utrecht geprom.; advocaat te Den Bosch; 1814 lid Gedep. Staten van N.B.; 1821 lid Raad van State; 1840-41 Gouverneur van Limburg; 1842-56 van Noord-Braband.

30) Waarschijnlijk H. van Berckel, 1783-1862, burgemeester van Delft; 1840 lid der Dubbele Kamer; later lid der Prov. Staten van Z.H.

31) P. Romijn, 1810-94; -stud. te Leiden; geprom. 1836; conrector te Gouda (1836), rector te Gorinchem (1843); 1866 directeur der H.B.S. te Middelburg.

32)H. Hoogeveen, 1721-91; rector te Woerden (1733), Kuilenburg (1737) Breda (1745), Dordt (1761) en Delft (1764).

33)G. van Wieringen Borski, 1800-69; stud. te Utrecht; 1825 geprom.; eerst conrector, later rector te Franeker; 1829 rector te Zierikzee; 1835 te Delft.

34) In zijn werk over de Latijns, scholen vermeldt Fortq een conflict over de curatorenkamer in het rectorshuis en ook klachten ober het Griekse onderwijs van Fennema.

35) W.J. Grim, 1793-1877 stud. Te Leiden was eerst medicus te Dordt; toen hij met zijn kennis zijn broer niet kon redden, kreeg hij tegenzin in zijn beroep en ging letteren studeren. 1827 promoveerde hij. 1827 preceptor, 1832 conrector te Dordt, wees een rectoraat af.

36) F. A. Bosse, 1775-1839; 1800 preceptor te Haarlem, 1802 conrector te Leiden, 1809 rector; 1838 emeritus.

37) D. Wyttenbch, 1746-1820; stud. te G"ttingen en Leiden; 1771 hoogleraar aan het Rem. Seminarie te A'dam; 1779 aan het Athenaeum; 1799 te Leiden.

38) W. H. D. Suringar; 1805-95; stud. te Leiden; 1826 preceptor aldaar; 1829 geprom.; 1839 conrector; 1847-77 rector.

39) W. Terpstra, 1778-1839; stud. te Deventer; 1797 conrector te Harlingen, daarna rector te Zwolle, Oldenzaal, Zaltbommel, Arnhem, Groningen en Rotterdam (1820).

40) J. G. Arbon, 1786~1857; examineerde op 20-jarige leeftijd al de stuurlieden bij de Marine.

41) J. H. Lusanet de la SabloniŠre, 1761-1843.

42) van Osenbruggen, 1809 ongeveer 1886; stud. te Leiden; 1834 geprom.;1833 preceptor teden Haag, 1865-73 conrector.

43) C. Bax, 1792-1871; stud. te Utrecht; 1816 geprom.; 1826 preceptor te Den Haag; 1833-62 rector.

44) F. J. van Maann, 1777-1861; stud. te Leiden; later te Hadedijk; 1801 geprom; sedert 1826 in Staatsdienst. hoogbejaard, door den dood van zijnen post is afgelost en opgevolgd is door den kundigen, bekwamen en volijverigen Elink Sterck.

45 ) H. van Royen, 1760-1844

46) J. W. Elink Sterk, 1806-56; stud. te Leiden; geprom. 1828; 1829 preceptor te Middelburg; 1833 rector te Gorinchem; 1842 te Arnhem.

47a) Het volgende verslag is een zeer welkome aanvulling an het artikel van. H. A. Leenmans: Over het eerste Haagsch Gymnasium (Die Haghe, 1939).

47b) L. R. Beynen, 1811-1897; stud. te Leiden; 183 geprom.; 1838 preceptor te Den Haag; 1862-78 rector.

48) A.D.J. Mioulet, 1796-1870; eerst hoofd aan de Waalse diaconieschool, later leraar aan het gymnasium.

49)G. A. Schneither, 1821, geprom.; rector te Wageningen, Middelburg (1829) en Rotterdam (1839).

50) A. C. G. Vermeulen, 1798~1872; stud. te Leiden; 1822 conrector te Franeker; kwam nog dit jaar als preceptor naar Rotterdam.

51) A. Mees, 1812-1901.

52) J. van Vloten, 1818-1883; stud. te Leiden; 1843 geprom.; van 1843-46 leraar te Rotterdam; 1855 hoogleraar te Deventer.Er zijn aanvankelijk 52 leerlingen.

53) M. C. Bichon van Ijsselmonde; 1781-1845 stud. te Utrecht; van 1814-45 in de stedelijke regering van Rotterdam; van 1824-45 als burgemeester.

54) J. van Gent, l809-67; stud. te Leiden; 1834 geprom.; van 1838-67 conrector te Delft.

55) J. M. van Stipriaan Lu‹scius, 1791-1875, stadsgeneesheer te Delft. Zijn zoon Arnout Martinus (geb. 1828) bracht het tot Raadsheer in de Hoge Raad der Nederlanden.