Home | About Us | Contact Us


VERSLAG WEGENS DEN STAAT DER LATIJNSCIIE SCHOLEN IN ZEELAND. DOOR H. Wijnbeek IN DEN ZOMER VAN DIT JAAR' (1838) BEZOCHT.

In Zeeland zijn geene instituten van middelbaar onderwijs, in welke de geleerde talen onderwe zen worden, en nogtans zijn er niet meer dan drie middelmatig bezochte Latijnsche scholen, de eene te Middelburg, met 22 leerlingen, de andere te Zierikzee, met 7, en de derde, eerst sedert drie jaren opgerigt. te Goes, met 10 leerlingen, van welke 10 het kleinste gedeelte voor de Hoogescholen wordt voorbereid, terwijl het grootste gedeelte voor de pharmacie, enz. bestemd is, waarvoor hoogstens drie jaren I,atijnsche schoolonderwijs als toereikend pleegt beschouwd te worden.
Aan welke oorzaken deze min bloeijende staat moge toe te schrijven zijn, aan de onderwijzers is dezelve niet te wijten. De Middelburgsche en de Zierikzeesche scholen toch hebben eenen der drie gebroeders Schneither, die onder de kundigste en geschiktste rectoren onzer Latijnsche Scholen moeten gerekend worden. leder hunner is de loopbaan van het onderwijs als rector ingetreden te Wageningen en al spoedig beteren standplaats waardig gekeurd. Zijnde thans de oudste te Groningen, de middelste te Middelburg, de jongste te Zierikzee geplaatst. Ook de rector te Goes verdient een bekwaam rector genoemd te worden. Bij mijn bezoek der Zeeuw sche Latijnsche scholen heeft mij, zoo te Middelburg als te Zierikzee, bij den rector getroffen de vereeniging van grondige kennis met fijn gevoel en smaak voor de schoonheden der schrijvers en de wijze, waarop zij bij hunne leerlingen, elk naar de zijner vathaarheid, den lust tot de beoefening der oude schrijvers we wekken en aan te vuren. Zij gaan hierin echter ieder eenen eigenen gang. Die te Middelburg onderscheidt zich door eenen meer bedaarden, Zierikzee door eenen meer levendigen geest bij het onderwijs. De leerwijze van den rector te Goes is eeniger mate droog en meer taalkundig dan smaakvol.
Te Middelburg heb ik het zomerexamen bijgewoond en daarbij bevonden, dat al de voorge schreven vakken naar eisch werden behandeld. Dus ook de algemeene geschiedenis. de oude en nieuwe aardrijkskunde en de wiskunde. Doch daar er thans geene leerlingen waren in de eerste afdeeling der rectorsklasse, zoo hadden de leerlingen dezer klasse nog niet die hoogte bereikt, waarop ik die te Zierikzee heb gevonden.
Te Zierikzee heb ik in de hoogste afdeeling eene proeve genomen die mij zoowel van de kunde des rectors als van die der leerlingen overtuigde. Nadat, onder anderen, een boek van Homerus, hetwelk dezen in het laatste halfjaar bewerkt hadden, zeer naar mijn genoegen door hen was vertaald en uitgelegd, sloeg ik een ander boek van Homerus op, hetwelk zij niet alleen nog niet hadden ingezien, maar hetwelk hun duister voorkomen moest, zoolang zij niet bekend werden gemaakt met het voorgaande boek, met welker slot de aanvang van het thans opgeslagen boek in onmiddellijk verband stond. Doch zonder zich een oogenblik te bedenken maakte de rector hen met dat vorige boek beknopt en zaakrijk bekend en stelde hun alzoo den aanhef van het volgende in een helder daglicht. Hetgeen een bewijs opleverde, dat de rector met Homerus wonderwel ge meenzaam was. Nu viel aan de leerlingen dit voor hen geheel nieuwe boek van Homerus niet meer moeijelijk. Zij kweten zich op eene voldoende wijze van deze hun zoo onverwachte opgegeven taak. In de overig vakken waren hier de vorderingen mede zeer voldoende.

Te Goes, waar de verstgevorderde leerlingen eerst in hun derde schooljaar waren, hadden de leerlingen dus nog geen groote vordering, maakt. Doch in hetgeen zij geleerd hadden, waren zij behoorlijk bedreven. Te Middelburg wordt de Latijnsche school ook door een conrector Batenburg genaamd, die een goeden slag van onderwijzen heeft, en door eenen pracceptor met name Scheltema bediend. Deze laatste bekleedde zijn post eerst sedert een jaar en moest bij de aanvaarding van den zelven voor het eerst zich gaan oefenen in de kunst van onderwijzen. Hij heeft dan ook wel de noodige kunde doch nog niet eenen gemakkelijken, indrukwekkenden toon bij zijn onderwijs. Hierop zal hij zich vooral moeten toeleggen.
Te Zierikzee is de rector geheel alleen met den ganschen omvang van het onderwijs belast. Er is, weliswaar, ook een praeceptor, van der Palm doch deze is van alle onderwijs ontslagen. Vroeger was hij hier rector, maar, ofschoon hem de vereischte kundigheden niet ontbraken, bleek hij toch, door logheid en onverschilligheid voor die betrekking ten eenenmale ongeschikt te zijn. Nadat curatoren vergeefs alle pogingen hadden aangewend om lust en ijver bij hem op te wekken, is hem het rectoraat ontnomen en hij tot praeceptor verlaagd. Hiermede heeft hij zich getroost. Doch deze krachtige maatregel almede zonder uitwerking gebleven zijnde op die logheid en onverschilligheid, is hij nu van alle bemoeijingen met de school ontslagen en heeft hij zich laten welgevallen dat hem de verpligting opgelegd is om een gedeelte van zijne jaarwedde af te staan aan den rector, aan wien alzoo ook de pracceptorsschool en dus de geheele school is opgedragen.
Te Goes is insgelijks slechts één onderwijzer, de genoemde rector, en schijnt hij voor den gansche omvang van het onderwijs wel berekend te zijn, althans nu er nog geene hooge klassen zijn.

Uit het verslag over 1849.

Middelburg. (Stedelijke gymnasien)
Gewoonlijk zijn de beide afdeelingen der nieuw opgerigte gymnasien vereenigd in een en hetzelfde schoolgebouw, hetwelk tevens dient tot woning voor den rector, en staan zij onder één en hetzelfde collegae van curatoren, terwijl de rector met toepassing van het bepaalde bij Artikel 14 van het Koninklijk Besluit van 2 Augustus 1815 no. 14 het toeverzigt over alles heeft. Het gymnasium te Middelburg maakt hierop eene uitzondering. In 1842, toen het is opgerigt, bestond er eene Fransche dagschool en kostschool, met den bekwamen, doch bejaar den Borking aan het hoofd. Aan dezen is eervol ontslag verleend en in zijne plaats aangesteld J. G. Gerson, bezitter van den tweeden rang. Aan hem zijn toegevoegd, geen ondermeesters, maar zelfstandige onderwijzers, een voor de Hoogduitsche taal, A. A. Cox, een paedagoog van de eerste soort even grondig bedreven in het Fransch als in het Hoogduitsch, H. J. Vogin, een Engelschman voor de Engelsche taal, en G. W. Baehr , een grondig mathematicus voor de wis- en natuurkunde. Deze school maakt tweede afdeeling uit. Zij wordt in de woning van den onderwijzer Gerson gehouden. De curatoren dezer afdeeling maken een afzonderlijk collegie deel uit, doch zijn grootendeels genomen uit het collegie van curatoren der eerste afdeeling. De rector is secretaris, doch heeft overigens geen toevoorzigt over de tweede afdeeling. De burgemeester is voorzitter van collegien. Deze maatregel zal wel niet bevorderlijk zijn aan de noodige eenheid en zamenwerking der beide afdeelingen. Curatoren vermeenen nogtans dat zij zelven door naauwkeurig toezigt daarin genoegzaam kun nen voorzien.

Bij mijne komst was het jaarlijksch examen dier tweede afdeeling even begonnen. Ik heb het bijgewoond en ben daarbij in staat geworden tot de vorenstaande beeoordeeling der leraaren. Er zijn 30 leerlingen in tweede afdeeling. Hunne vorderingen voldeden mij over 't algemeen, vooral van diegenen, welke het onderwijs van den bekwamen Cox genieten. De meeste leerling en werden voor den handel opgeleid. Doch daarvoor ontbrak een cursus voor de handelsweten schappen, hoedanig er aan het gymnasium te Rotterdam gegeven wordt. Van de vier genoemde leeraars zijn er drie, die onderwijs geven aan de leerlingen der eerste afdeeling: Cox voor het Fransch en het hoogduitsch, Vogin voor het Engelsch, Baehr voor de wiskunde. Doch hiervan heb ik geene proef kunnen nemen. et examen van de eerste afdeling was vervroegd en bij mijne komst afgeloopen. Ik heb mij dus ten aanzien der eerste afdeeling moeten bepalen bij conferen tien met den rector Krusenian, die mij verslag heeft gedaan van den gang van het onderwijs en dien ik als volkomen berekend voor zijne betrekking heb gevonden vanwege zijn fijnen aestheti schen smaak zoowel als vanwege zijne geleerdheid. Over conrector Batenburg was hij wel tevreden, ofschoon deze zich wat veel met politieke geschillen bezig houdt. De eerste afd telt mede 30 leerlingen.

Goes.
In de provincie Zeeland legt men zich meer toe op den landbouw dan op de letteren. De van ouds hier bestaande Latijnsche school is dan ook in 1790 opgeheven. In 1835 is zij hersteld en is daarbij de tegenwoordige rector G. E. Everts aangesteld voor den geheelen omvang van het onderwijs. Spoedig kreeg het eenigen bloei. Doch hij was van geen langen duur. Ik vond er nog slechts drie leerlingen, waarvan één den zoon van den naar Amsterdam beroepen predikant Swalue en die dus de school stond te verlaten. De twee andere waren nog eerst een jaar op school geweest. Deze in 't bijzonder hadden in alles goede vorderingen gemaakt, getuigende alzoo dat het verval der school niet aan gebrek van genoegzame bekwaamheid bij den rector te wijten is. Intusschen verheffen zich stemmen uit de ingezetenen voor de opheffing eener kostba re inrigring, van welke zoo weinig gebruik wordt gemaakt.

Zierikzee.
Ook deze Latijnsche school verkwijnt, niettegenstaande zij bediend wordt door zeer bekwame leeraars, den rector de Bruijn de Neve Moll en den conrector Volcke. Ten vorigen jaare zijn de drie leerlingen dezer school, die zich aan het staatsexamen hadden onderworpen, aldaar afgewe zen. Het getal scholieren is sedert tot vier verminderd. waaraan een, die dit jaar zich aan dat examen zal wagen, maar dien ik er veel te zwak voor heb bevonden, niet door de schuld der leeraars, maar vanwege aanleg tot oppervlakkigheid.
De rector onderwijst Latijn, Grieksch en historia literaria; de conrector al de overige vakken, daaronder de wiskunde, voor al hetwelk hij bij ten volle berekend te zijn. Men hoopt de Latijn sche school uit haar ver val op te heffen door haar in een gymnasium te hervormen, en zal door vereeniging met eene aanwezige, wel ingerigte school van zoogenaamd middelbaar onderwijs.