Home | About Us | Contact Us


DE LATIJNSE SCHOLEN IN OVERIJSSEL bezocht door H. Wijnbeek in 1833

LATIJNSCHE SCHOLEN 1833. Almelo, Deventer, Enschede, Kampen, Oldenzaal, Ootmarsum, Zwolle, 1841. Almelo, Deventer, Enschede, Kampen, Oldenzaal, Ootmarsum, Zwolle. 1846. Deventer, Kampen, Zwolle. 1849. Oldenzaal, Deventer, Kampen, Zwolle, Twente

Almelo. Gelijk te Haarlem bestaat het onderwijs aan de Latijnse school alhier uit twee hoofdafdeelingen, met dit onderscheid, dat hier tot de eene hoofdafdeeling behalve de oude talen ook de oude geschiedenis en oude aardrijkskunde behoort en dus, in de andere hoofdafdeeling na het einde van den gewonen schooltijd met de leerlingen der eerste hoofdafdeeling, wat de geschiedenis en aardrijkskunde betreft, alleen het nieuwere gedeelte derzelver wordt behandeld, terwijl er hun voorts in de wiskunde, mitsgaders in het Fransch, Engelsch en Hoogduitsch onderwijs wordt gegeven en dat voorts aldaar in diezelfde vakken gedurende het onderwijs der oude talen onderrigt wordt gegeven aan leerlingen, die deze talen niet beoefenen. De inrigting is dus eene Latijnsche en tevens eene middelbare school. Zulks is van belang in een stadje waar geen vreemde talen in de lagere scholen onderwezen worden.
De rector Muller is een zeer goed literator. Tevoren was hij zeer geliefd leeraar der oude talen in het opvoedingsgesticht op Noortheij 40). Hij is zedig van voorkomen, bedaard van geest, vast en geregeld in den gang van zijn onderwijs en wordt door zijne leerlingen hooggeschat. Hij was, bij mijn bezoek, nog geen jaar in functie en had reeds een 6-tal kostdiscipelen, welk getal stond verdubbeld te worden. Ook voor de opvoeding is hij, almede zijne huisvrouw, zeer geschikt.
De onderwijzer der tweede hoofdafdeeling evenaart den rector niet in bedaardheid en geregelden gang van onderwijs en alzoo draagt hetzelve minder goede vruchten. Aan kunde echter ontbreekt het hem niet. Het aantal leerlingen bedraagt zamen 36.

Deventer

De rector Brown is waardig aan het hoofd van een der eerste gymnasien te staan en nogtans levert het Deventersche gymnasium zelden meer dan middelmatige vruchten. Dit schijnt een raadsel. De oplossing is echter niet ver te zoeken. De jeugdige planten worden door geene zorgvuldige handen opgekweekt en voor de behandeling van den rector voorbereid. Het drietal onderwijzers, onder dezen geplaatst, is van ouden stempel en mist den waren aanleg. Zelfs is het te verwonderen, hoe de rector nog vrij goede kweekelingen voor het akademische onderwijs weet te leveren. Slechts een vak is er in vollen bloei. Het is dat der wiskunde. Een der openbare schoolmeesters, Enkel, is daarmede belast. Als hij onderwijst, is de geheele school enkel aandacht. Hij gaat langzaam voort in zijn onderwijs, veroorlooft nergens de minste gaping en al voert hij dan zijn onderwijs niet op tot eene buitengewone hoogte, hetgeen de leerlingen weten, dat weten zij grondig. Er waren slechts 18 leerlingen op deze school.

Enschedé

Hier bestaat de school alweder uit twee hoofdafdeelingen, eenigszins gelijk te Almelo, doch de rector is alleen met het geheele onderwijs belast en treedt dus het eene gedeelte van den dag op als rector, het ander gedeelte als onderwijzer van hedendaagsche talen en wetenschappen, en zulks ook ten behoeve van leerlingen, die geen Grieksch of Latijn leeren. Die vereeniging der twee afdeelingen in een en denzelfden persoon wordt vereischt in een stadje, hetwelk voor de Latijnse school op haar zelve op den duur geene genoegzame stof zou aanbieden. Het getal leerlingen bedroeg thans zamen 16. Het onderwijs was zoo vruchtbaar als men van een en denzelfden persoon zou mogen verwachten.

Kampen

Zoo bloeijend als het Grieksch en Latijnsch onderwijs, benevens dat van geschiedenis en aardrijkskunde is in het Stedelijk Instituut van den heer J. van Wijk Roelandszoon, zoo kwijnend is het in de Stedelijk Latijnsche school. De rector Weijtingh, weleer een beroemd Latijnsche literator en dichter, is afgeleefd en de conrector is beneden het middelmatige. Het getal leerlingen is tot op een 7-tal verminderd en zoo voor den Heer van Wijk aan de vergunning om in zijn instituut de oude talen te onderwijzen, niet ware verbonden, dat hij dit onderwijs alleen tot zijne kostdicipelen zoude bepalen, dan ware de Latijnsche school reeds te niet. Waarom den ouden rector niet met pensioen doen aftreden? De stad heeft middelen genoeg. Het eenige dat hier goed is behandeld, is de wiskunde. Maar het is de zoon van den Heer van Wijk, dezelfde die met het onderwijs der oude talen en der hoogere klassen van de wiskunde in zijns vaders gesticht belast is, die zich wel wil verledigen met het kosteloos geven van onderwijs in die wetenschap op de Latijnsche school.

Oldenzaal

Het lager onderwijs is hier in slechten staat. Vandaar, dat het verstand der kweekelingen bij hunne komst op de Latijnsche school weinig ontwikkeld is. Ik vond er een getal van 14, meerendeels bestemd voor den R.C. geestelijken stand. De bekwame conrector Hamming, sedert naar het gymnasium te Utrecht beroepen ter vervanging van meergemelden Karsten in het onderste praeceptoraat, had echter met die zoo slecht voorbereide leerlingen wonderen veriigt ten aanzien van het Grieksch en het Latijn. jammer, dat de overgang tot de school van den rector Weeling hun geen voordeel aanbrengt. Deze man is te log voor ijvervorderende arbeid. In geschiedenis, aardrijkskunde en wiskunde tusschen rector en conrector verdeeld, waren de vorderingen zeer matig.

Ootmarsum

De heer Inunink 41), een der predikanten, bekleedt hier het rectoraat en bekleedt het met eere. Hij heeft geene andere hulp dan een schoolonderwijzer, die de wiskunde onderwijst. Al het overige behandelt hij zelf. Het Grieksch en Latijn wordt er met een 16tal leerlingen, waaronder verscheidene kostdiscipelen, grondig en met smaak, de geschiedenis en aardrijkskunde in groote en algemeene trekken behandeld. Voor toekomstige Protestantsche geestelijken voegt hij er het Hebreeuwsch bij. Dit alles wordt des daags onderwezen. De avonduren besteedt de rector aan het vrij wel ingerigt onderwijs der Fransche, Engelsche en Hoogduitsche talen en derzelver letterkunde, zoodat de discipelen hier eene volledige opleiding bekomen. Zelden zal men met genoegzame kunde meerder ijver gepaard zien. Met het examen der leerlingen zijn wij dan ook van 's morgens vroeg tot 's avonds laat - eenige verpoozing uitgezonderd - onledig geweest en het kwam den ijverigen man nog veel te kort voor.

Zwolle

Zal eene Latijnsche school van verscheiden onderwijzers eenen hoogen trap beklimmen, dan moet ieder hunner voor zijne taak ten volle berekend zijn. Ongelukkig is dit alhier het geval niet. De rector Leen 42) bezit algemeene en grondige kundigheden; zijn ijver is onvermoeid. De praeceptor Tibout 43) paart aan geene minder kunde en ijver de kunst om het gemoed der leerlingen voor de letteren te ontvlammen. Maar tusschen hen beiden staat een conrèctor, die, ja, nog al kundig is, maar door zijn gemelijken inborst en verwarden geest de leerlingen tegen hem inneemt, de lust tot de studie bij hen uitdooft; zijn onderwijs sluit zich dan ook niet aan dat van rector en praeceptor. Hieruit ontstaat menigwerf oneenigheid tusschen hem en de twee andere, elkander zeer toegenegen onderwijzers. Vandaar dat de school niet die rijpe vruchten met opzigt tot de oude talen voortbrengt, waarmede zij anders zoude kunnen prijken. De wiskunde wordt door den rector en de aardrijkskunde door den praeceptor naar eisch be handeld. Het onderwijs der geschiedenis, waarmede de conrector is belast, is tamelijk. Het is het beste gedeelte van zijnen arbeid.

HET VERSLAG VAN 1841

In dato 24 December 1833 (Exh. 28 December 1833 no. 83) heeft de ondergeteekende verslag gedaan van zijne bevinding bij het in dat jaar gedane bezoek der Latijnsche scholen van Overijssel. Hij neemt de vrijheid dat verslag hierbij over te leggen, teneinde het tegenwoordige daarmede zoude kunnen worden vergeleken. Zijnde in het laatstgenoemde, even gelijk in het vorige, de alphabetische orde gevolgd.

Almelo
Het gesticht bestaat steeds uit twee hoofdafdeelingen: de Latijnsche school en de school van Middelbaar Onderwijs, in welke laatste dagelijks, des morgens na den Latijnschen schooltijd, aan de Latijnsche schooljeugd afzonderlijk onderwijs wordt gegeven in de hedendaagsche talen, de vaderlandsche geschiedenis, de wis-, natuur- en nieuwe staatkundige aardrijkskunde en in de wiskunde. Terwijl gedurende den Latijnschen schooltijd de leerlingen, die niet tot de Latijnsche school behooren, onderrigt ontvangen in dezelfde vakken, alsmede in de algemeene geschiedenis.
In kleine fabrijksplaatsen gelijk Almelo en Enschedé is meer behoefte aan het middelbaar onderwijs dan aan dat der geleerde talen. Vandaar, dat er de Latijnsche school niet kan bloeijen. De rector heeft dan ook hier als zoodanig geene jaarwedde, maar eene stedelijke toelage van fl 600.-, waarvoor hij den onderwijzer der middelbare school moet bezoldigen en hem kost en inwoning moet geven. Zijn inkomen bestaat dus alleen in de opbrengst der schoolgelden van de discipelen der beide afdeelingen, en in het voordeel zijner kostschool. Doch het vorige zeer aantrekkelijke getal kostdiscipelen is, sedert dat de rector het ongeluk gehad heeft zijne vrouw te verliezen, van lieverlede verminderd tot op één, terwijl hij op de Latijnsche school niet meer dan twee dagscholie ren heeft. Op de middelbare school daarentegen telde ik ruim 30 leerlingen, betalende elk fl 30.- 's jaars. De rector, Muller, wijdt zich uitsluitend toe aan het onderwijs der Latijnsche schooljeugd, in het Latijn, Grieksch, de fabelleer, geschiedenis en oude aardrijkskunde, en kwijt zich nog even doeltreffend van zijne taak, ofschoon hij blijkbaar gebukt gaat onder de hem getroffen huisselijke ramp.
Het middelbaar onderwijs vond ik grootelijks verbeterd. De vorige onderwijzer, Pruijm, was wel kundig, maar vemaand in zijn onderwijs. De tegenwoordige, Kamerling Couwenberg, is niet min der kundig en daarenboven bedaard, geregeld en zoo aangenaam als grondig in het onderwijzen. Jammer voor de school dat hij onlangs benoemd is tot onderwijzer eener kostschool, opgerigt te 's Heerenberg, en hij de benoeming heeft aangenomen.

Deventer

Het onderwijs is bijna in denzelfden staat als tevoren. Uitmuntend bij den geleerden en smaakvollen rector Brown en den kundigen en geschikten onderwijzer der wiskunde ten Entel. Het is wel iets beter bij den conrector Sterke en den praeceptor van der Broek van Dijk dan tevoren, doch niet voldoende. Het getal discipelen is dan ook slechts 11. De ouders, die het bekostigen kunnen, laten hunne zonen door privaat onderwijs van den rector voorbereiden voor de rectorschool. Het Stedelijk Bestuur is er niet toe over te halen om den conrector en den praeceptor te pensioneren en in de plaats van deze twee éénen bekwamen conrector aan te stellen.

Enschedé

Het gesticht is, sedert mijn vorig bezoek, ingerigt op den voet, van dat te Almelo. Den rector, die tevoren, behalve de vakken van het Latijnsche schoolonderwijs, de hedendaagsche talen, ook aan jongelingen die de oude talen niet beoefenen, geheel moest onderwijzen, is een afzonderlijk onderwijzer voor die talen en voor de geschiedenis, aardrijkskunde en wiskunde toegevoegd in den persoon van Lettink, een jonkman, gelijk die te Almelo kundig, bedaard, algemeen geacht en bemind. Het getal leerlingen van dezen bedroeg ook 30, en dat der Latijnsche school mede niet meer dan drie. Het geheele onderwijs dezer inrigting vond ik ook zeer voldoende.

Kampen

De vervallen staat, waarin ik in 1833 de Latijnsche school te dezer stede had gevonden, onder den wel zeer kundigen, doch afgeleefden rector Weijtingh, is, met den jare 1835 uit dien staat opgebeurd en tot hoogen bloei opgevoerd door R. van Wijk jacobSZ 44), den zoon van den verdienstelijken aardrijkskundigen J. van Wijk Roelofszoon, hoofdonderwijzer van de beroemde dagen kostschool te Kampen en zulks nadat Weijtingh in het laatst van 1834 was overleden en van Wijk hem was opgevolgd. Kort daarna is de conrector Laurentius, een man van zeer middelmatige kunde, ook overleden en opgevolgd door den nog jongen, doch bekwamen Abbing. Onder die beiden is het onderwijs tot een grooten trap van volkomenheid gebragt. Het Stedelijk Bestuur heeft de vervallen rectorswoning en het schoollokaal geheel doen vernieuwen en verfraaijen.
Het getal leerlingen, hetwelk tot 7 gedaald was, en spoedig tot een 30-tal opgeklommen en is op die hoogte gebleven tot in het laatst van 1838, wanneer de volijverige rector, misschien al te ijverig voor zijne lichaamskrachten, is bezweken. De conrector heeft hem in het conrectoraat vervangen en de hieruit ontstane vacature van het conrectoraat is vervuld geworden door den jeugdigen doch geleerden, geschikten en zedigen van Stegeren. Tot mijn leedwezen was hij toevallig afwezig toen ik thans de Latijnsche school bezocht. Ik onderzocht zijne leerlingen dus zelf en vond dezelve grondig onderwezen en gepast voorbereid voor de rectorschool. Met het wiskundig onderwijs voor al de klassen is hij belast. Dat onderwijs beantwoordde aan de voorgeschreven verordeningen. Op de rectorschool bevond ik dat er het Latijnsch en Grieksch onderwijs zich naauw aansloot aan dat van zijnen ambtgenoot en dat het algemeen geschied- en aardrijkskundig onderwijs, hetwelk den rector voor al de klassen is opgedragen, beknopt en aaneengeschakeld werd behandeld. Sedert den dood van van Wijk, die een groot aantal kostdicipelen had, is het getal leerlingen bijna tot de helft verminderd.

Oldenzaal

De bekwame conrector Hamming, dien ik hier bij mijn vorig bezoek aantrof, is naar de Latijnsche school te Utrecht verplaatst en opgevolgd door F. de Voogt, die, ofschoon zijnen voorganger niet evenarende in geleerdheid, nogtans wel berekend is voor zijnen post. Het wiskundig onderwijs was, hem voor de geheele school toevertrouwd. Doch de vorderingen der leerlingen waren hierin gering, terwijl dezelve slechts middelmatig waren in het Grieksch en Latijn, hetgeen wel daaraan zal zijn toe te schrijven, dat zij meerendeels boerenkinderen zijn, gebrekkig voorbereid voor het onderwijs der Latijnse school, hoewel zij bestemd zijn voor den R.C. geestelijken stand. De rector, Weeling, scheen met meer ijver dan tevoren zijn werk te verrigten. Doch het geschied- en aardrijkskundig onderrigt, hetwelk hem voor de geheele school is opgedragen, was zeer oppervlakkig. Er waren, gelijk bij het vorig bezoek, slechts 14 discipelen. Dit getal zou hoogst waarschijnlijk aanmerkelijk toenemen, indien de rector van de Roomsch Catholijke godsdienst ware.

Ootmarsum

Hier is het laatstvorige getal 16 tot de helft verminderd. Er zoude hier ook uitzigt zijn op eene groote vermeerdering van leerlingen, ingeval de rector, die protestantsch geestelijke (emeritus sinds eenige maanden) is, van de Roomsch Catholijke godsdienst ware. Want ook hier zijn de meeste leerlingen uit den boerenstand en bestemd voor R.C. geestelijken. De rector (Imrnink) had tevoren verscheiden leerlingen in de kost. Doch thans moest hij zich tot de dagscholieren bepalen, vanwege zijne wankelende gezondheid, zijnde hij, tengevolge van hevige jicht, in de beenen verlamd, zoodat hij op eenen stoel met rollen uit zijne kamer naar de school gevoerd moet worden. Zijn onderwijs in Latijn, Grieksch, fabelkunde, geschiedenis en aardrijkskunde blijft evenwel grondig gelijk tevoren. Doch van het onderwijs in de hedendaagsche talen, waarmede hij zich vrijwillig belast had, heeft hij, vanwege zijne ongesteldheid, moeten afzien. De wiskunde werd onderwezen door den voorloopig daarvoor benoemden G. van Goor jr., zoon van den openbaren onderwijzer te dezer plaatse. In het voorjaar is hij door de Provinciale Commissie van Onderwijs in Overijssel in die wetenschap geëxamineerd, doch bevonden nog niet de vereischte hoogte in dezelve te hebben bereikt. In mijne tegenwoordigheid, en die van curatoren, waaronder de burgemeester, gaf hij onderrigt in de theorie der rekenkunde, in de stelkunst, tot en met de vergelijkingen van den eersten graad en de allereerste gronden der meetkunst. Verder scheen hij het zelf nog niet gebragt te hebben. In de eerstvolgende voorjaarsvergadering der Commissie moet hij zich aan een nader examen onderwerpen en zal het alsdan blijken of hij al dan niet als onderwijzer der wiskunde finaal zal kunnen worden aangesteld. Hij had eene goede leermethode.

Zwolle.
In het personeel der onderwijzers is de volgende verandering sinds mijn vorig bezoek gekomen: de toenmalige rector Leen is overleden en opgevolgd door den praeceptor Thiebout, die gevol gelijk over den conrector Wijgman Snell gesprongen is. Men had namelijk geoordeeld, dat deze vanwege mindere geschiktheid niet dan ten nadeele van het gesticht tot het rectoraat zoude kunnen bevorderd worden. Het alzoo opengevallen praeceptoraat is vervuld geworden door den bekwamen de Gaaij Fortman 45), die dezer dagen eene zeer gelukkige proeve van zijne kunde heeft gegeven door de uitgave van een door hem bewerkt Leerboek voor de Griekse taal, eerste deel, hetwelk spoedig door het tweede staat gevolgd te worden. Deze spraakkunst is mij toegeschenen al de hier te lande bestaande te overtreffen. Zijn onderwijs van het Latijn en Grieksch laat dan ook niets te wenschen over. Evenzeer was ik tevreden over zijn wiskundig onderrigt, door hem in al de klassen gegeven.
De conrector heeft zich gebeterd. Er heerschte thans orde in zijn onderwijs der oude talen en fabelleer, en zijne leerlingen hadden over 't algemeen goede vorderingen gemaakt, waarbij echter in aanmerking moet genomen worden, dat hij dezelve van de praeceptorschool uitmuntend voorbereid voor zijn onderwijs ontvangt.
Bij den rector is het onderwijs fiksch in Latijn, Grieksch en algemeene geschiedenis, met de aardrijkskunde verbonden. Hij weet de tragen aan te vuren en de leergierigen vinden bij hem voldoening voor hunnen weetlust. Hij heeft den regten slag om jeugdige gemoederen met al wat goed, groot en edel is, te bezielen. Hij had er een 5-tal in de kost, die met de dagscholieren een 24-tal uitmaken. Den vorigen keer was het getal 18.
Bij vergelijking van dit verslag met het laatstvorige zal blijken, dat te Almelo en te Enschedé het middelbaar onderwijs grootelijks is verbeterd en er het Latijnsche onderwijs in goeden staat is ge bleven; dat hetzelve op den vorigen voet nagenoeg is gebleven te Deventer, Oldenzaal en te Ootmarsum, doch dat het buitengewoon is verbeterd te Kampen en te Zwolle.

UIT HET VERSLAG VAN 1846

Deventer

De Latijnsche school alhier heeft in het laatste gedeelte des vorigen jaars eene aanmerkelijke verbetering ondervonden. Tot op dien tijd bezat dezelve, weliswaar, twee voor hunne betrekking zeer wel berekende leeraars, den rector J. Brown, en den onderwijzer der wiskunde, W. ten Entel, die den hoogsten onderwijzersrang heeft verkregen. Doch sedert eenige jaren was het con rectoraat, hetwelk door overlijden opengevallen was, onvervuld gebleven, terwijl het praeceptoraat werd waargenomen door een persoon, die voor hetzelve ten eenenmale ongeschikt was, waarvan het gevolg was het toenemend verval der inrigting, welke ten vorigen jare niet meer dan 8 leerlingen telde. Toen eindelijk is het Stedelijk Bestuur er toe overgegaan om den praeceptor eervol ontslag met pensioen te verleenen. De keuze van een conrector is daarop gevolgd en gevallen op den persoon van D. H. Hoensbeek Hissink, doctor in de letteren, dien ik met veel genoegen werkzaam heb gezien. Hij tracht de leerlingen grondig voor te bereiden voor de school des rectors, door wien zij verder naar behooren voor de akademische lessen worden opgeleid, waartoe een tweetal zich stonden aan te geven voor het examen, en die toeschenen wel berekend te zijn. De kundige ten Entel gaat voort door middel van zijn geschied-, aardrijks- en wiskundig onderrigt de leerlingen wetenschappelijk te ontwikkelen. Hun getal was tot 16 geklommen.

Kampen
Het Stedelijk Bestuur heeft geene kosten gespaard om het rectorshuis te vergrooten en verfraaijen, en voor kostdiscipelen in te rigten, alsmede om de schoolzaal in behoorlijken staat te brengen. Dan, er is hier eigenlijk slechts één docent, de rector, D. H. P. Abbing, hoewel niet onbekwaam, nogtans niet in staat is om al de vakken naar eisch grondig te behandelen. Vooral wanneer het getal leerlingen mogt toenemen. Het is waar, een stadsonderwijzer komt er eenige uren in de week les in de wiskunde geven, doch doet zulks op eene onvoldoende wijze, zoodat ik, na er de over tuiging van bekomen te hebben, mij verpligt heb gezien hem te beduiden, dat de strekking van zijn onderwijs behoort te zijn wetenschappelijke vonning. terwijl de zijne meer werktuiglijk wás. Onder het 7-tal leerlingen was er niet één voor de hoogste klasse en dus niet één, welke zich dit jaar voor het examen zoude aanmelden.

Zwolle
Het was mij een lust, de Latijnsche school alhier eens weder te bezoeken. De rector, C. H. Thiebout en de praeceptor C. de Gaaij Fortman behooren onder de voorname leeraars der Latijnsche scholen, vanwege de bevattelijkheid van hun onderwijs, evenzeer als ten aanzien hunner kundigheden. De rector vooral, een man vol geestkracht, weet zijne leerlingen met lust voor de beoefening der letteren en daaraan verwantschapte wetenschappen te bezielen. De proeven welk ik hier van den gang des onderrigts genomen heb, voldeden mij alle, hetgeen te verwonderen is, daar de conrector H. Wijgman Snel niet onder de voorname onderwijzers kan gerangschikt worden.
Ik hield mij overtuigd dat de goede vruchten van hun onderwijs dit jaar, evenals in het vorige, zouden kenbaar worden bij het 6-tal kweekelingen dezer school, die zich aan het staatsexamen stonden te onderwerpen.
Het getal leerlingen staat echter niet in verhouding tot de deugdelijkheid van het onderwijs, zijnde er niet meer dan 22.
Bij het dit jaar gehouden examen ter toelating tot de akademische lessen zijn allen van de drie gymnasien en de Latijnsche scholen te Deventer en te Zwolle, op twee na van Zutphen, toegelaten en daaronder die van Arnhem en Zwolle met grooten lof.

HET VERSLAG VAN 1849

Oldenzaal
De leeraars der van ouds hier bestaande Latijnsche school zijn tot den jare 1795 bezoldigd door het rentambt van 't Kapittel en klooster Oldenzaal, behoorende onder de toenmalige ridderschapsgoederen, waaruit ook voorzien werd in 't onderhoud van de rectors- en conrectorswoning, benevens in de kosten der prijsuitdeeling. Na de omwenteling van dat jaar zijn die goederen eerst met de Provinciale, naderhand met de Nationale domeinen vereenigd, en zijn de leeraars uit de domeinkassen bezoldigd geworden, zooals ook de verdere kosten daaruit gevonden worden en zulks tot het einde van 1807, met welk tijdstip de voldoening uit 's lands kasse aanvang heeft genomen.
Vroeger was de Latijnsche school in bloeijenden staat. Grootendeels werd zij bezocht door knapen uit de stad niet alleen, maar ook uit de omliggende streken, die er voor de R.K. seminarien werden opgeleid door het aanleeren voornamelijk der Latijnsche taal. Doch sedert de oprigting der kleine seminarien is dat getal van lieverlede verminderd. In 1842 is de school in een gymnasium hervormd. Dit heeft de inrigting eenigszins uit haren kwijnenden staat opgeheven. Ik vond er 14 leerlingen, waarvan 8 tot de eerste afdeeling behoorden, onderwezen door drie leeraars, den rector Weeling, den conrector de Voogd, en den leeraar der wiskunde en der hedendaagsche talen Helderman, dezen bijgestaan door eenen hulponderwijzer. De leerlingen der eerste zijn nog grootendeels voor de R.K. theologen bestemd. Daarnaar moet het onderwijs dan gedeeltelijk worden ingerigt en kan dus niet wedijveren met dat der andere gymnasien.
Het Stedelijk Bestuur geniet van het Rijk een subsidie van 200,- voor het onderhoud van het schoollokaal en de woningen van rector en conrector onder verpligting van jaarlijksche reke ning van het gebruik dier gelden te doen. Sedert 1845 is die rekening niet gedaan.

Deventer
Het Athenaeum en de vorige Latiinsche school alhier zijn beide steeds bestuurd geweest door een en hetzelfde college van curatoren. Doch uit aanmerking van de meerdere zorg, welke het gymnasium noodwendig vordert is er voor deze nieuwe inrigting een afzonderlijk collegie ingesteld en om verwarring voor te komen is er de benaming van Raad van Bestuur aan gegeven. Het is zamengesteld uit een lid van het collegie van curatoren des Athenaeums, den wethouder S. van Delden, een lid van de Plaatselijke Schoolcommissie, H. W. jordens, en den hoogleraar in de wis- en natuurkunde aan het Athenaeum V. S. M. van der Willigen, alle ijverige en kundige voorstanders van letteren en wetenschappen. De eerste en de laatste hebben mij bij afwisseling vergezeld in het schoolbezoek (terwijl de tweede afwezig was). Dat gaf mij gelegenheid om hen opmerkzaam te maken op 't geen ik meende dat verbetering zou behoeven. De docenten der vorige Latijnsche school, de rector J. Brown en de conrector Hoenebeek Hissink, zijn bij het gymnasium voor de eerste afdeeling gecontinueerd en beiden bekwame leeraars. De rector echter mist de gaaf van mededeeling op bevallingen toon. Doch zijn onderwijs is echt classiek. Er waren nog geen leerlingen in de bovenste orde der hoogste klasse. Maar die der onderste orde van deze klasse zouden zich reeds aan het staatsexamen kunnen onderwerpen. De conrector brengt de leerlingen goed aan. Ik meende nogtans te moeten aanmerken, dat mythologie, antiquiteiten en historia literaria door beiden wat al te systematisch en volledig behandeld werden en heb aanbevolen zich meer te bepalen tot hetgeen noodig is tot het goed verstaan der oude schrijvers, teneinde meer tijd over te houden voor de explicatie der Grieksche en Latijnsche schrijvers.
Er zijn verder nog vier leeraars voor de beide afdeelingen, doch meer bijzonder voor de tweede aangesteld. De vorige rector te Doetichem voor algemeene en vaderlandsche geschiedenis, oude en nieuwe aardrijkskunde, een allezins fiksch onderwijzer, misschien wat forsch van toon. Voor de wiskundige wetenschappen, het regtlijnig teekenen, het ltaliaansch boekhouden, is er Bierens de Haan, doctor in de wis- en natuurkunde, een zeer kundig jongman, doch nog niet volleerd in de paedagogie. Een Israëliet, S. Susan 46), lector aan het Athenaeum, doceert Hoogduitsch en Engelsch in de hoogere klasse, waarvoor hij beter berekend is dan bij voor de lagere zou zijn. Hij vliegt wat hoog. Den stads Fransche schoolonderwijzer is intusschen het Fransch, de beginselen van 't Hoogduitsch en van 't Engelsch opgedragen. Voorts is genoemde Susan belast met het onderwijs in 't Hebreeuwsch voor de toekomstige theologanten in de hoogste orde der hoogste klasse tegen dat er leerlingen naar bevorderd zullen worden. De lokalen zijn uitmuntend ingerigt en de leermiddelen in den besten staat.

Kampen
In October 1849 heeft het gymnasium de Latijnsche school vervangen. Die school had ik in 1846 in een achterlijken staat gevonden. Er was slechts één docent, de rector Abbing, voor al de vakken, behalve de wiskunde, en dit belangrijk leervak was opgedragen aan een schoolmeester, die er niet voor berekend was. Eene minsteriële aanschrijving, gegrond op mijn verslag van den onvoldoende staat van het onderwijs aldaar, heeft ten gevolge gehad de vestiging van een gymnasium. Doch die nieuwe instelling heeft in het begin met tegenspoeden te worstelen gehad. De geenszins onbekwame rector is behouden en vier nieuwe leeraars zijn er bijgevoegd. Doch niet die, welke door het collegie van curatoren waren voorgedragen, hetgeen ten gevolge heeft gehad, dat de Heeren hun ontslag hebben genomen. Voorts zijn twee der nieuwbenoemden kort na hunne aanstelling naar elders vertrokken. En vermits de leeraars elkander vreemd waren, zoo heeft men niet spoedig het noodzakelijke verband tusschen al de bestanddeelen van het onderwijs kunnen tot stand brengen. Daarenboven was het plan van werkzaamheden, door het nieuw collegie van curatoren ingevoerd, mede niet in allen opzigte zamenhangend.
Zoo vond ik het onderwijs der mythologie reeds in de Qnderste klasse, waar het nog van geene toepassing is, en zoo was het ook met andere vakken gesteld. Na den afloop van het examen heb ik eene volle vergadering van curatoren die gebreken aangewezen en een beter plan van werkzaamheden opgegeven. Het is mij mogen gelukken hen dat plan te doen aannemen. Met den aanstaanden nieuwen cursus zou het ingevoerd worden.
Hier is de bekwame dag- en kostschoolhouder J. van Wijk Rlzn, overleden. In zijn plaats heeft men tot dag- en kostschoolhouder aangesteld den niet onbekwamen Hassink en hem daarbij opge dragen eene voorbereidende klasse voor het gymnasium, waar de toekomstige kweekelingen voor het gymnasium op eene gepaste wijze worden opgeleid voor de nieuwe inrigting. Maar men heeft goed gevonden de ruime, voor het houden van kostdiscipelen uitmuntend ingerigte woning af te staan aan den rector, die geene kostdiscipelen houdt. Terwijl de kostschoolhouder zich met een veel te bekrompen woning moet behelpen!
Voorts is het onderwijs der oude talen in dier voege tusschen den rector en den nieuwen conrector, Gastman 47), verdeeld, dat de eerste alleen het Grieksch, de laatste alleen het Latijn in al de klassen onderwijst. De ondervinding zal moeten beslissen of die verdeeling beter doel treft dan de gewone. Van de 34 aanwezige leerlingen waren er 20 in de eerste afdeeling. Ik vond in de hoogste klasse dezer afdeeling slechts twee discipelen. Deze hadden hunne vroegere opleiding elders ontvangen en het onderwijs alhier nog eerst zeer kort genoten. Zij zijn ten vorigen jaar bij het staatsexamen te kort geschoten. Ik vond hen bekrompen van aanleg, meer werktuiglijk dan oordeelkundig hun werk verrigtende, zoodat zij gevaar loopen dit jaar wederom te zullen worden afgewezen.
Intusschen voldeed mij het onderwijs van rector en conrector. Niets wordt er verzuimd aangaande de taalgronden, de taalvormen, de Grieksche accentenleer, de prosodie, enz.
Voor de Nederduitsche en Fransche talen en de geschiedenis bezit men een zeer kundig ervaren docent in P. P. Kramer, doctor in de letteren en onderwijzer van den tweeden rang. Alleen ont brak er iets aan de zuiverheid van de Fransche uitspraak. Het Engelsch en Hoogduitsch wordt zeer zuiver uitgesproken door den Amerikaan, uit Hollandsche ouders geboren, K. van der Rechorst. Maar de man is een slecht docent. Hij is steeds in drift ontstoken, schreeuwt als een razende bij het onderwijs en wordt door de leerlingen uitgelagchen. Ik heb hem lang en breed die verkeerdheid onder het oog gebragt en hem op zijne ambtgenooten gewezen, die met bedaarden geest onderwijs geven en de aandacht en leerzaamheid der leerlingen gaande houden, terwijl er volkomen stilte heerscht.
De kundige Israëliet Waterman is als lector der Hebreeuwse taal bij het gymnasium werkzaam. De toekomstige theologanten maken er gebruik van in de hoogste klasse, waardoor zij, aan de hoogescholen komende, met vrucht de kollegien over het Hebreeuwsch zullen kunnen volgen. Deze onderwijzer is een der best gevormde in 's Rijkskweekschool te Haarlem. Hij heeft de klank methode van den directeur dier inrigting met goed gevolg op het leeren lezen van 't Hebreeuwsch toegepast.
In 't bijzonder was ik tevreden over het degelijk onderwijs van de eerst kortelings benoemden leeraar der wiskunde Smaasen. Grondige kennis, gepaste leerwijze, zijn in dien persoon vereenigd en vruchtbaar was reeds zijn pas begonnen onderwijs.

Zwolle
De bekwame Thiebout staat hier aan 't hoofd. Zelden zal men meer geschiktheid om jongelieden naar verstand en hart, en ook naar 't ligchaam, tot zelfstandige wezens te vormen, in een en denzelfden persoon aantreffen. In alle nuttige en aangename ligchaamsoefeningen gaat hij voor. Goedhartig, doch tevens ferm van karakter, is hij hun tot navolgenswaardig voorbeeld. Zijn on derwijs is fiksch, ter zake, krachtig, omtrent de hoofdzaak grondig, doch met afsnijding van het niet noodzakelijke. De conrector Wijgman Snel is van middelmatige bekwaamheid, doch de rector weet het ontbrekende bij de komst der leerlingen in zijne klasse spoedig aan te vullen. De praeceptor de Gaaij Fortman bezit meer literarische kennis dan hij voor zijne klasse behoeft. Hij is vooral een goed Graecus. Doch hij is tevens belast met het onderwijs der wiskunde. Op dat onderwijs wordt geen prijs gesteld door de leerlingen. Zij nemen alleen onderrigt in de wiskunde bij een privaat docent te Zwolle, den mathematicus van Blanken. Doch dit komt aan sommige ouders te hoog te staan. De karigheid van het Stedelijk Bestuur ten aanzien der Latijnsche school is hiervan de oorzaak. Voor het wiskundig onderwijs is niet meer den fl 200.- toegelegd en vermits daarvoor geen afzonderlijke onderwijzer te bekomen is, zoo heeft men het onderwijs slechts aan den praeceptor opgedragen. De jaarwedden der docenten zijn buitendien zeer gering. Die van den rector bedraagt niet meer dan fl 1300.-, zonder woning, zoodat hij in zijn bestaan moet voorzien door het houden van kostdiscipelen.
Van deze school is nog geen leerling bij het staatsexamen afgewezen en dat zal dit jaar ook wel niet gebeuren met de drie candidaten van deze school voor dat examen. Eene plaats uit Homerus werd door hen ad aperturam vlug overgezet, eene andere plaats even vlug in Attisch Grieksch overgebragt. Maar in de onderste klasse, bij den praeceptor, wordt reeds met het Grieksch aange vangen, en deze taal houdt verder gelijken tred met het Latijn. Het Latijn spreken is den leerlingen niet vreemd. Voorts is er van geschiedenis en aardrijkskunde behoorlijk werk gemaakt en verder het noodige van mythologie, antiquiteiten en historia literaria behandeld, doch in die mate, dat er tijd overblijft voor de hoofdzaak: grondige taalkennis.

Twente
Behalve het gymnasium te Oldenzaal zijn er in dit gedeelte van Overijssel drie Latijnsche scholen, gevestigd de eerste te Almelo, de tweede te Enschedé, de derde te Ootmarsum.
De rectoren dezer scholen zijn, met uitzondering van de wiskunde, belast met al de vakken van het onderwijs. Het wiskundige gedeelte is er opgedragen aan den onderwijzer eener school voor de hedendaagsche talen, welke in zoo verre met de Latijnsche school verbonden is, dat de leerlingen van laatstgemelde school ook onderwijs in die talen kunnen verlangen, waarvan zij dan ook algemeen gebruik maken, vermits er geene andere gelegenheid bestaat om dit onderwijs te bekomen.
De Latijnsche scholen te Almelo en te Enschedé tellen elk zes discipelen, doch die te Ootmarsum heeft meer dan het viervoud van dit getal, sedert de aanstelling van den tegenwoordigen rector P. A. M. Moquette, in 1841, en zulks door het aantal kostdiscipclen, voor wier verstandelijke en zedelijke opleiding hij hoog geroemd wordt.
Al de drie rectoren zijn ijverige onderwijzers. Die te Ootmarsum overtreft wel de twee overigen als literator, maar dezen zijn genoegzaam bedreven en bekwaam om jongelingen zoo voor te be reiden, dat zij met vrucht de propaedeutische studien aan de hoogeschool kunnen voltooijen. Geen tak van wetenschap, daartoe betrekkelijk, wordt door hen verontachtzaamd. Geen discipelen van Almelo en Enschedé zijn dan ook nog bij het staatsexamen afgewezen. Te Ootmarsum vond ik nog geene leerlingen in de hoogste klasse.
Vervuld geworden door den bekwamen de Gaaij Fortman 45), die dezer dagen eene zeer gelukkige proeve van zijne kunde heeft gegeven door de uitgave van een door hem bewerkt Leerboek voor de Griekse taal, eerste deel, hetwelk spoedig door het tweede staat gevolgd te worden. Deze spraakkunst is mij toegeschenen al de hier te lande bestaande te overtreffen. Zijn onderwijs van het Latijn en Grieksch laat dan ook niets te wenschen over. Evenzeer was ik tevreden over zijn wiskundig onderrigt, door hem in al de klassen gegeven.
De conrector heeft zich gebeterd. Er heerschte thans orde in zijn onderwijs der oude talen en fabelleer, en zijne leerlingen hadden over 't algemeen goede vorderingen gemaakt, waarbij echter in aanmerking moet genomen worden, dat hij dezelve van de praeceptorschool uitmuntend voorbereid voor zijn onderwijs ontvangt.
Bij den rector is het onderwijs fiksch in Latijn, Grieksch en algemeene geschiedenis, met de aardrijkskunde verbonden. Hij weet de tragen aan te vuren en de leergierigen vinden bij hem voldoening voor hunnen weetlust. Hij heeft den regten slag om jeugdige gemoederen met al wat goed, groot en edel is, te bezielen. Hij had er een 5-tal in de kost, die met de dagscholieren een 24- tal uitmaken. Den vorigen keer was het getal 18.
Bij vergelijking van dit verslag met het laatstvorige zal blijken, dat te Almelo en te Enschedé het middelbaar onderwijs grootelijks is verbeterd en er het Latijnsche onderwijs in goeden staat is ge bleven; dat hetzelve op den vorigen voet nagenoeg is gebleven te Deventer, Oldenzaal en te Ootmarsum, doch dat het buitengewoon is verbeterd te Kampen en te Zwolle.