Home | Sitemap | Contact Us


VIJFDE SCHOOLDISTRICT in de provincie Brabant bezocht door H. Wijnbeek 1843.

Schoolopziener J. de Jong, burgemeester van Oirschot en notaris. De werkzaamheden van laatstgenoemde betrekking laten hem den tijd niet over om aan de verbetering van het schoolwezen krachtig te arbeiden. Dit district bevat 19 landgemeenten ten westen van Eindhoven gelegen. Best, Oirschot, Stratum, Blathern

De veldarbeid had tijdens mijn bezoek de meeste scholen doen sluiten, en die nog aan den gang waren, werden slechts door kinderen van de onderste klasse, die nog niet in het veld mede konden werken, bezocht. lste. Scholen, die ten tweeden male bezocht zijn. Het is te Best, Gestel, Oirschot, en Stratum, waar ik de scholen nog aan den gang vond.

Te Best was er bij mijn vorig bezoek, vacantie. Het lokaal is ruim, in tweeën gescheiden door een middelmuur en voorzien van het benoodigde. H. J. Boclaars verdient eene plaats onder de vrij goede onderwijzers van Noord-Braband en de vruchten van zijn onderwijs bij de leerlingen zijn: een natuur lijken leestoon, kennis der rede- en taalkundige woordontleding, vaardigheid in het rekenen uit het hoofd, een weinig aardrijkskundige kennis en vrij goed gezang.
In de openbare school te Oirschot en de bijzondere dag- en kostschool aldaar voor jongens vond ik de vorige onderwijzers G. J. ter Winkel in de eerste, J. Söhngen in de laatste. De eerste gaf nog steeds doeltreffend onderwijs. De kostschool des laatsten (de eenigste Protestantsche onderwijzer in het 5de schooldistrict) vond ik in een buitengewoon bloeijenden staat. Het vorig 12-tal kostleerlingen was tot een 25-tal toegenomen, zoodat men er nieuwe slaapkamers had moeten aanbouwen. Söhngen had zich uitmuntende ondermeesters aangeschaft, een Fransch-Zwitser en een mathematicus, H. Muller (Hollander). Deze zijn eene belangrijke aanwinst voor de school, welke thans opzigtelijk het onderwijs met de goede kostscholen inandere provincien kan wedijverén, terwijl er het kostgeld veel lager gesteld is. Er bestaat te Oirschot een vrouwenklooster, en daarin wordt sedert geruimen tijd een erkende armenschool gehouden. Zuster Anna Cornelia van den Dries, schoonzuster van heer Melort, staat aan 't hoofd. Het onderwijs neemt geene hooge vlugt: spellen, wat lezen en schrijven en voorts handwerken. Er wordt thans ook kostschool gehouden in een gedeelte van het klooster. Er is een 30-tal pensionnaires, de onderwijzende zusters was eene Francaise, wier zij spraak zich mededeelt aan de élèves. Doch het geschied- en aardrijkskundig onderwijs is er zeer beperkt. De zusters zijn blootvoets. Zij dragen slechts sandalen.

Het bekrompen, vervallen schoollokaal te Stratum is hersteld en vergroot en de vorige ongeschikte onderwijzer J. Snoek vervangen door J. van de Loo, die wel meer geschiktheid dan zijn voorganger bezit, op wiens onderwijs echter niet te roemen valt.
Voor het eerst bezocht ik de school van Gestel en Blarthern. Het lokaal is een voomaligen kapel, die veel te klein is. Er was een pas aangestelde, jonge onderwijzer, P. Gerrits, die welwillend scheen, doch geen hoogvlieger is. Hetgeen in de meeste Noordbrabandsche scholen schier overal heerschende is, liet zich hier in 't bijzonder duidelijk opmerken bij het lezen, de onnatuurlijke verheffing van de stem aan het einde van iedere volzin, terwijl zij dalen moest. Ik heb den meester moeten voorlezen om hem het onbehagelijke van dien leestoon te doen hooren. Hij scheen er gevoel voor te hebben. Voor het overige was ik vrij wel tevreden over de eerstelingen van zijnen arbeid. Al de onderwijzers ten getale van 39, zijn Roomsch, op één na.