Home | Sitemap | Contact Us


B Beschrijving van het Latijnse onderwijs in de Stad Groningen en Veendam door H. Wijnbeek in 1832

Het onderwijs in het gymnasium alhier is langen tijd gebrekkig geweest door de schuld van sommigen der onderwijzers. Van het vijftal derzelve was de rector Schneiter 21) (doctor in de letteren) de eenigste, op wien geene ongunstige aanmerkingen te maken waren. Nu drie jaren geleden vond ik er eenen conrector, Zweerts genaamd, die, ontevreden van voorbijgegaan te zijn bij de laatste vervulling van het rectoraat, zijnen pligt niet meer behoorlijk vervulde, ofschoon het hem niet aan bekwaamheid ontbrak. Voorts eenen derden of hoogsten praeceptor, met name Dekker, van middelmatige kunde en onbekwaam om de schooljeugd in orde te houden. Verder eenen tweeden praeceptor, Peerlkamp, van genoegzame kunde, doch stijf en koel in den omgarig met zijne leerlingen. Eindelijk eenen eersten of ondersten praeceptor, Riedel 22) genaamd, die eerst kort tevoren was opgevolgd aan iemand, die door gebrek aan vastheid van karakter speelbal van zijne leerlingen geweest was, doch, gelukkig voor de school, overleden was. Over de geschiktheid van den eerstgenoemden praeceptor Riedel konde ik toen nog geen bepaald oordeel vellen. Echter meende ik in de wijze waarop hij zijn werk had aangevangen goede voorteekenen te bespeuren.
Zoodanig was het personeel voor drie jaren. Teneinde daarin de meest mogelijke verbetering daar te stellen, is kort daarria den conrector ontslag verleend, voorloopig met behoud van twee derde ge deelte zijner jaarwedde en is zijne klasse gevoegd bij die des rectors, aan wien toen het overschietende een derde gedeelte der jaarwedde is toegevoegd. Dit was echter slechts eene gedeeltelijke verbetering. Maar in het laatst verloopen jaar is, door het overlijden van den genoemden derden praeceptor, de weg gebaand tot verdere herstelling. De tweede pracceptor is alstoen tot het derde praeceptoraat en de eerste praeceptor (die sedert tot doctor in de letteren is bevorderd) tot het tweede opgeklommen, terwijl het eerste praeceptoraat vervuld is geworden door den Heer Schroeder Steiarnetz (almede doctor in de letteren)23). De bevordering van den Heer Peerlkamp was voor hem eene weldadige prikkel. Ofschoon steeds onvatbaar voor geestdrift bij zichzelven en voor het ontsteken derzelve bij anderen, is hij nu toch ijverig werkzaam in zijne ambtsbetrekking. De Heer Riedel is een uitmuntend onderwijzer geworden en zoo blijkt ook de nieuwberioemde praeceptor te wezen.
Thans eerst is het alzoo den rector mogen gelukken de schooltucht te herstellen, orde en zamenhang in het onderwijs tusschen de onderscheidene klassen in te voeren. Doch er zal nog eenigen tijd noodig zijn om het onderwijs op te voeren tot die hoogte, welke het in de hierboven met roem vermelde gymnasia bereikt heeft.
Onder de meest uitkomende verbetering vond ik de gepaste behandeling der wiskunde en der geschiedenis. Wat de eerstgenoemde wetenschap aangaat, de praeceptor Steinmetz was met de leerlingen zijner klasse van de allereerste beginselen der rekenkunde uitgegaan en langzaam en geregeld gekomen tot de theorie der geworie breuken. De praeceptor Riedel had in zijne klasse, vereenigd met die van den derden pracceptor, de leer der evenredigheden, de vierkantsvergelijkingen, worteltrekken, mitsgaders de allereerste elementen der stelkunst geleidelijk voorgedragen, terwijl de rector in zijne en in de Conrectorsklasse de allereerste beginselen der meetkunde den leerlingen ingeprent had, wordende door hen allen de leiddraad van den hoogleeraar de Gelder gevolgd. Gelijken geregelden gang bespeurde ik in het onderwijs van de fabelleer en van de oude geschiedenis en aardrijkskunde, voor deze beide gevolgd wordende de Handleiding van Dorn Seiffen. Volgens het gemaakte bestek zoude dit onderwijs worden uitgestrekt tot op den tegenwoordigen tijd. In eene bijeenkomst der onderwijzers gehouden na den afloop van het schoolbezoek heb ik hen onderhouden over den verderen gang, aan het onderwijs te geven, teneinde het zoo vruchtbaar mogelijk te maken, bijzonder met opzigt tot dat der oude talen. En heb ik hen daarbij oplettend gemaakt op eenige gapingen, welke nog niet aangevuld waren, zooals onder anderen wat de rhetorica betreft, en vermeen ik de hoop te mogen koesteren dat dit onderhoud van de beste gevolgen zijn zal. Het getal leerlingen is nagenoeg 50.

Veendam

In den jare 1820 is hier door een aantal gegoede ingezetenen eene maatschappij opgerigt met het doel om, door jaarlijksche geldelijke bijdragen, waartoe zich ieder lid moest verbinden, eene school van zoogenaamd middelbaar onderwijs daar te stellen. Die school werd dadelijk geopend, doch het onderwijs strekte zich er niet uit tot de geleerde talen. Eerst in 1825 werd ener dezelve in opgenomen. In 1827 is deze inrigting onder het getal der Latijnsche scholen aangenomen, doch de eerste keuze van den rector is niet gelukkig uitgevallen. Daarvan zag ik de sprekendste blijken bij mijn schoolbezoek in 1829. De man was belast met alle de vakken, de nieuwe zoowel als de oude en in detalen, mitsgaders de wetenschappen, doch had van geen enkel dier vakken de vereischte kennis. Van alle kanten gingen er dus klagten tegen hem op; het gevolg daarvan was dat hij van deze betrekking weldra (eervol) werd ontslagen. Zoo ongelukkig de keuze van dezelve is geweest, zoo gelukkig was die van zijn opvolger Warren. Doch ternaauwernood had deze het onderwijs op eenen geregelden voet gebragt, of de roepstem des Konings 'te wapen' deed hem besluiten, om, candidaat in de letteren aan de Groningsche Hoogeschool zijnde, met het korps vrijwillige flankeurs derzelve uit te trekken. och hij deed zulks niet dan nadat overleg van curatoren, behoorlijk voorzien was in de waarneming van het rectoraat, hebbende zich de Luthersche predikant aldaar, de Heer Kinderman, een ijverige beoefenaar der letteren, daarmede wel willen belasten, zoodat het onderwijs er niets bij heeft geleden. Dadelijk na zijne terugkomst, in October des vorigen jaars, heeft de rector het onderwijs met ijver hervat en is hetzelve door mij in den best mogelijken staat bevonden, latende alleen de wiskunde iets te wenschen overig.
Intusschen is het getal leerlingen zeer aan het verminderen. Er waren er niet meer dan 10, dat is bijna de helft van het vorig getal. De rector is dezer dagen naar het gymnasium te Dokkum beroepen, en nu is het te voorzien, dat de school, voor zoo verre zij tot opleiding van het akademisch onderwijs verstrekt, te niet zal loopen, te meer daar er weinige jongelingen van die bestemming in de gemeente meer voorhanden zijn. Die gemeente vindt haar bestaan grootendeels in de scheepsbouw en de zeevaart. Het zijn dus de buitenlandse talen, de vis- en zeevaartkunde, meer dan de geleerde talen, aan welker beoefening hier behoefte is. Die behoefte wordt er ook erkend,doch zonde niet kunnen vervuld worden zonder eene rijkstoelage. En tot verkrijging van dezelve zullen de tegenwoordige omstandighed de niet oude openen.