Home | Sitemap | Contact Us


1. Eerste schooldistrict in de provicie Groningen bezocht door H.Wijnbeek in 1838

Schoolopziener Th. van Swinderen.14) Dit uitgebreide district bevat al de scholen der stad Groningen, mitsgaders een 56tal ten platten lande, waaronder drie winterscholen.
Wijnbeek bezocht in 1838 de Stad Groningen, Glimmen, Kalkwijk, Kiel, Noordlaren, Zuidhorn, Stroobos, Sappemeer, Haren, Helpen, Hoogkerk, Leegkerk, Hoogerzand, Middelbert, Ommen, Noordhorn.

Stad Groningen
Het getal scholen te dezer stede is zeer groot, naar gelang van het getal ingezetenen, in 't bijzonder die voor de min gegoede volksklasse. Vandaar dat vele onderwijzers van laatstgemelde scholen in eenen meer of min behoeftigen staat verkeeren. Voor de klasse der armen bestaan er vier stadsscholen, de Ooster-, Wester-, Zuider- en Noorderschool, dus genaamd naar de gedeelten der stad, waar zij geplaatst zijn. Zij worden tezamen door omtrent 1900 kinderen bezocht,
De lokalen zijn over het algemeen bekrompen, zoodat er de kinderen opeengedrongen zitten. Twee dier scholen, de Ooster-en Noorderschool zijn door mij bezocht. De hoofdonderwijzer in de eerste onderscheidde zich bij zijn onderwijs, door minzaamheid en ijver, in weerwil van zijn zwak en ziekelijk voorkomen. Doch zijne leerwijze, ofschoon gevolgd naar die van Nieuwold, scheen geene buitengewone vruchten te leveren.
Beter vruchten voor het onderwijs bespeurde ik in de Noorderschool. Een voorloopige waarnemer derzelve, J. van der Meer, die er sedert als hoofdonderwijzer is aangesteld, bezit de gave van in den kinderen bevattelijken toon, gepaard met gepasten nadruk, te leeren lezen en wat behoeftige kinderen verder noodig hebben te weten.

Voor de minvermogenden zijn er niet minder dan 19, alle bijzondere, scholen der tweede klasse 14, tezamen bezocht door slechts 1800 kinderen. Ik onderzocht die van de volgende onderwijzers. H. Braak; bij wien ik 150 kinderen aantrof in een vrij goed lokaal, alwaar in het bijzonder gezorgd was voor het aanschouwelijk onderwijs, door middel van allerlei afbeeldingen. Dit was eene regt goede school. Men leerde er lezen door middel van de klankmethode, volzinnen rede-en taalkundig ontleden, met oordeel uit het hoofd rekenen, fraai schrijven en goed zingen.
Van minder allooi vond ik de school van W. Jacobs. Er zaten 100 kinderen opeengedrongen in een bekrompen en donker lokaal. Het leesonderwijs en dus ook de leestoon bevielen mij. Al het overige was middelmatig.
Ik bezocht nog andere scholen voor de klasse van minvermogenden, doch vond alles aldaar in eenen achterlijken toestand, zooal bij C. Houwing, waar een 100- tal kinderen op een jammerlijken toon lazen, doch vrij wel zongen. Het allerergste was het gesteld in de school van B. H. Meijer, zoo ten aanzien van het lokaal, als van het onderwijs. Ik telde er een 40tal leerlingen.
In het onderwijs van kinderen uit de fatsoenlijke burgerklasse is over het algemeen beter voorzien.
Het genoemde Departement der Maatschappij tot Nut van 't Algemeen heeft eene uitmuntend ingerichte Nederduitsche school voor jongens uit dien stand. Diezelfde Brugsma, welke hierboven als hoofdonderwijzer der Kweekschool geroemd is, staat ook hier aan het hoofd der school en brengt bij dezelve in oefening de theoretische kundigheden, welke hij bezit. Zijne school mag tot model verstrekken- de klankmethode, den leestoon, de taalkunde, de oefeningen der getalleer, het theoretisch en praktisch rekenen, het aardrijks-en geschiedkundig onderrigt, dat in de zangkunst, alles in den Socratischen geest medegedeeld aan een 80-tal leerlingen, in een wel ingerigt lokaal geplaatst, heb ik met het grootste welgevallen aangehoord. Dit waren scholen voor eigen rekening.
Na deze school verdient die van Rijkens in aanmerking te komen. Het is eene bijzondere Nederduitsche school der 2de klasse, bestemd voor jongens en meisjes. Zij wordt gehouden in drie op elkaar volgende vertrekken, waarop alleen valt aan te merken, dat de leerlingen het daglicht van voren hebben. Rijkens bezit in groote mate de gave om met kleine kinders om te gaan, hunne aandacht levendig te houden en tot de kinderlijke vatbaarheid af te dalen. Zijn onderrigt is vooral aanschouwelijk. De letters worden reeds geleerd door figuren uit het gemeene leven, b.v. de 0 door een kuiper, die hoepels draagt, de r door een handwijzer (aldus r) geteekend in het groot met krijt op het zwarte bord. Die aanschouwelijke leerwijze werd door elke klasse doorgezet en alzoo, mijns inziens, te ver gedreven, alzoo de jeugd daardoor min geschikt wordt voor afgetrokken denkbeelden.

Eene derde Nederduitsche school voor de fatsoenlijke burgerklasse werd door mij bezocht. Zij bestond eerst sedert kort. Timan, gewezen ondermeester te Maastricht, de eenigste onderwijzer van de R.K. godsdienst in de stad Groningen, heeft onlangs aldaar eene Nederduische school opgerigt. Zij is de eenigste dier stede, die in allen opzigte geschoeid is op de leest der inrigting van 's Rijkskweekschool te Haarlem, ten aanzien van het lokaal, de schoolmeubelen en de leerwijze. Het getal leerlingen was nog gering. Indien zij eenigen opgang mag maken, zal zij de gelegenheid hebben geopend om den aard en de strekking der leermethoden van den Heer Prinsen regt te leeren kennen in dit gewest.

De overige in deze stad door mij bezochte scholen zijn Franschnederduitsche. De eene is van Henke, vader en zoon. De inrigting is op den ouden voet; de leerlingen zitten nog aan groote dubbelde tafels en komen één voor één voor de catheder van den onderwijzer, hunne lessen opzeggen, waarbij zij, wanneer zij die niet kennen, op eenen barschen toon worden bestraft. De zoon is den vader in dit opzigt gelijk, doch overtreft hem in algemeene kunde. Hij is mij intusschen voorgekomen te zeer met zich zelven te zijn ingenomen om eenige aanwijzing ter verbetering aan te nemen. Hier wordt ook vrij goed onderwijs in het Hoogduitsch, doch middelmatig in het Engelsch gegeven. Er zijn voorts eenige jongelingen in de kost, aan wie Henke, de zoon, ook onderwijs geeft in 't Latijn en 't Grieksch. Eene tweede Fransch-nederduitsche school, door mij bezocht, is die van Beekhuis, in een nieuw gebouwd, doch bekrompen lokaal, hetwelk ternaauwernood de 50 aanwezige kinderen naar behooren kon bevatten. Het Fransch werd hier gebrekkig uitgesproken, doch vrij grondig geleerd.
Voor het onderwijs van jonge meisjes uit den fatsoenlijken stand bezocht ik de drie alhier bestaande scholen. De eene is van jufvrouw C. Sperwer; het is eene dag-en kostschool, gevestigd in een groot en voortreffelijk ingerigt gebouw. Zij werd bezocht door 13 kost-en 25 dagscholieren. Er heerschte regelmatigheid in den gang van het onderwijs. De regels van de Fransche taal werden naar behooren behandeld, doch de uitspraak dier taal liet wel iets te wenschen overig. Geschiedenis en aardrijkskunde vond ik er op genoegzame hoogte voor meisjes. De hoofdonderwijzeresse en hare secondanten waren met de meeste vakken van het onderwijs belast. Alleen voor het rekenen, het schrijven en de Engelsche taal waren er afzonderlijke meesters. Ik vond aldaar de Rijkskweekelingen, de jufvrouwen Eckhart en Ingenohl, benevens de adspirante en sedert als Rijkskweekelinge alhier geplaatste jufvrouw van Duinen. De eerste, edel van voorkomen, vond ik zeer gevorderd, de tweede vrij goed op weg, en de laatste veelbelovend. Als kostschool kwam mij de inrigting allezins aanbevelingswaardig voor.
Eene tweede meisjesschool, door mij bezocht, is die van jufvrouw Hoekzema en hare moeder, eene Zwitsersche dame, die het Fransch voortreffelijk uitspreekt, doch geen Hollandsch verstaat. Vandaar dat hier het onderwijs in het Fransch dat van jufvrouw Sperwer overtreft, vooral met opzigt tot de uitspraak. Van de aardrijkskunde werd hier buitengewoon veel, maar van de geschiedenis zeer weinig werk gemaakt. Voorts was het schoollokaal duister en waren de tafels groot en dubbeld en derhalve ongeschikt voor het klassikaal onderwijs. ik vond er 45 leerlingen.
De derde school voor meisjes uit den fatsoenlijken stand is eene Nederduitsche, die van jufvrouw Strauss, die zich geassocieerd heeft met de onderwijzer Tonkens, die aldaar een wel ingerigt onderwijs geeft aan een 60-tal nog zeer jonge meisjes, in het lezen, schrijven en rekenen, terwijl jufvrouw Strauss in afzonderlijke uren onderwijs geeft in vrouwelijke handwerken. Het lokaal dezer school, welke nog niet lang bestaat, is te klein voor genoemd getal leerlingen.
Er bestaat te Groningen eene Israëlitische godsdienstige armenschool, waar ook de vakken van het lager onderwijs onderwezen worden.

Gemeentescholen

Van de 57 gemeentescholen zijn er 14 door mij bezocht. eene derzelve vond ik slecht ingerigt, zoo verre als het onderwijs betreft. Sommige waren wel wat achterlijk, doch vele zeer goed en eenige middelmatig. Onder de eerste behooren die te Glimmen, Kalkwijk, Kiel, Noordlaren, Zuidhorn, Stroobos. Hier werd nog voor het lezen de spelmethode gevolgd, ofschoon naar de leerwijze van Wester; las men veelal eentoonig; werd er weinig werk gemaakt van het rekenen uit het hoofd; schreef nien vrij goed. Er werd op de eene school goed, op de andere minder goed gezongen. De lokalen waren over het algemeen in een ongunstigen toestand. Dit was in 't bijzonder het geval te Kalkwijk, Kiel en Stroobos. Doch bovenal te Sappemeer. Aldaar werd geen school gehouden bij mijne komst, doch dit gaf mij te beter gelegenheid om den staat van dat lokaal op te nemen. En het is mij daarbij toegeschenen dat het zelve gevaar zou loopen van in te storten indien het niet op verscheiden plaatsen onderstut wierden. Het Gemeentebestuur, hetwelk hieromtrent lang vrij onverschillig is gebleven, schijnt zich thans deze zaak aan te trekken.

In de volgende scholen vond ik het onderwijs zeer goed ingerigt: Te Haren had de bekwame onderwijzer L. van Oosten de klankmethode met veel vrucht aangewend. Dit was vooral blijkbaar aan den goeden leestoon. De leerlingen leerden de telkunst in koor, rekenden oordeelkundig uit het hoofd, schreven eene goede hand, hadden een goed overzigt der aardrijkskundige gesteldheid der provincie Groningen en zongen allerliefst. Het lokaal, in hetwelk 140 leerlingen vereenigd waren, was zeer geschikt en vrij ruim. Dit was ook het geval met de school te Helpen. Hier vond ik, benevens het goede in de school te Haren, in 't bijzonder doeltreffend behandeld de beoefening van het nieuwe stelsel van maten en gewigten, alsmede de Bijbelsche en Vaderlandsche geschiedenis.
Te Hoogkerk had ik ook in alle opzigte aanleiding tot goedkeuring. Bovendien trof ik er aan de leesleerwijze van Prinsen, alsmede de logische, zoowel als de taalkundige ontleding van volzinnen Te Leegkerk was de school slechts door een 20 tal leerlingen bezocht, alle geringe boerenkinderen. En daar de onderwijzer E. Sluiter geen ander inkomen heeft dan fl 100,-'s jaars van het Rijk en fl 30,- van de gemeente, benevens het geringe schoolgeld, zoo was hij in diepe armoede verzonken. En desniettemin was hij volijverig in het volbrengen zijner taak. Zijn onderwijs was zeer eenvoudig en met oordeel afgemeten naar de behoeften zijner leerlingen.

Te Leegkerk, maar vooral te Hoogezand was het onderwijs op eenen voortreffelijken voet. Eene zeer ruime zaal, in welke het daglicht naar behooren invalt, is in laatstgemeld dorp aangelegd voor meer dan 300 leerlingen, door welk getal dan ook deze school bij winterdag bezocht word. Het was, bij mijne komst, avondschool. Ik vond er 45 leerlingen bijeen. De onderwijzer E. Veenhoven, thans 80 jaren oud, wordt reeds sedert 20 jaar tijdelijk vervangen door den custos (provisioneelen waarnemer) J. F. Beins. Hier hoorde ik op den meest gepasten toon lezen door de leerlingen en van het gelezene een verstandig gebruik maken door den onderwijzer ter inprenting van deugdzame en rein godsdienstige gevoelens. Het aardrijkskundig onderwijs, hetwelk ik hier bijwoonde, was insgelijk allezins gepast.
Onder de middelmatige scholen reken ik die te Middelbert en te Ommen. Eerstgemelde werd provisioneel waargenomen sedert geruimen tijd, doordat men het oneens was omtrent de keuze van den onderwijzer. Bij mijne komst echter waren de partijen tot elkander genaderd en sedert is de benoeming met algemeen genoegen tot stand gekomen. Het is eene school van slechts 50 kinderen, waarvoor het lokaal voldoende is.
Iets meer dan middelmatig vond ik eindelijk de school te Noordhorn, minder met opzigt tot het lokaal, dan tot de inrigting van het onderwijs. De onderwijzer E. K. Knoop, mager en zwak van uitzigt, ging minzaam met zijne leerlingen om. Zijn onderwijs moest. om gepast te wezen, geen hooge vlugt nemen. Dit deed het ook niet. Hij leerde naar Nieuwolds klankmethode natuurlijk lezen, bragt den leerlingen eenige algemeene regels van taalkunde bij, leerde hen tamelijk rekenen op de lei en uit het hoofd, en vrij goed schrijven en zingen.