Home | Sitemap | Contact Us


VIJFDE DISTRICT in de provincie Gelderland bezocht door Wijnbeek in 1842

Wisch, Varsseveld, Zinderen, Zilvolde, Terborg, Ulft, Berg, s Heerenberg, Zeddam, Didam, Gaanderen, IJzervoorden, Doetinchem.

Schoolopziener: van Woelderen, een goedaardig man, voorstander van het laissez faire, want waar de oude spelmethode in gebruik is, geen hulpmiddelen tot verstandsontwikkeling zijn, geen redekundige ontleding, geen rekenen uit het hoofd plaats heeft, laat hij het zoo als het is. Alleenlijk zorgt hij voor goede schoolvertrekken. Dit district beslaat het zuidelijkste gedeelte der Graafschap. Van Aalten uitgaande komt men achtereenvolgens in de gemeenten Wisch, Genderen, Berg, Didam en eindelijk in de banne van Doetinchem en Zevenaar. Gemeente Wisch; deze gemeente bestaat uit de dorpen Varsseveld, Zinderen en Terborg.
Te Varsseveld vond ik een nieuw, groot, doelmatig schoollokaal, doch hooggewelfd en dus met een bij het onderwijs zeer hinderlijken galm. De onderwijzer G. J. Nijland heeft de onderste klasse voor zijne taak genomen en leert daar nog ouderwetsch spellen. Doch de bovenste klasse vond ik in handen van eenen kundigen ondermeester, G. Eskes, gevormd in de uitmuntende school te Vorden. Hij heeft de getal- en vormleer, de taal- en redekundige ontleding ingevoerd en verhelpt dus het gebrekkig onderwijs der laagste klasse.
Zuidwaarts van Varsseveld liggen Zinderen en Zilvolde. Zinderen, met een geschikt schoollokaal. dat tevens tot kerk voor de Hervormden dient, en met een allezins goeden onderwijzer G. W. Kobus, die nog de spelmethode, doch verkort, volgt, en naar eisch leert lezen, schrijven en rekenen, vooral uit het hoofd, alsmede de aardrijkskunde, uitgaande van de woonplaats.
Zilvolde, in eene heuvelachtige, bevallige streek, met een vierkant hoog, gewelfd schoollokaal, waar de galm hinderlijk is. Hier staat het onderwijs van A. Hoetink op een lageren trap. Het ouderwetsch spellen is er nog in gebruik. Westelijk van Zilvolde af ligt Terborg, het voornaamste dorp der gemeente Wisch, doch geenszins de voornaamste school. Het lokaal is wel vrij goed, doch de meubelen zijn in slechten staat; daaronder dubbelde tafels en losse banken zonder lessenaars. Geen stel maten en gewigten. Het onderwijs is, uitgenomen in het schrijven, zeer achterlijk. Ouderwetsch spellen, weinig verstandsontwikkeling, evenwel iets van taalkunde en van het uit het hoofd rekenen.

Gemeente Genderen; deze gemeente in het zuidelijke gedeelte der Graafschap gelegen aan de Pruisische grenzen telt vier dorpen: Ulft, Megchelen (vlak aan de grenzen), Gendringen en Etten.
Te Ulft is het onderwijs overgelaten aan eenen ondermeester J. G. H. Beek der aanwending der elders met het beste gevolg ingevoerde verstandsontwikkelende en oordeelscherpende hulpmiddelen. Er was kort tevoren te Genderen eene dag- en kostschool opgerigt door B. Dullemond, waar het Neder- en Hoogduitsch en het Fransch vrij wel onderwezen wordt en er aanvankelijk een 6tal kostdiscipelen was. De huisselijke inrigting is zindelijk en eenvoudig. Het kosten leergeld bedraagt niet meer dan fl 160- in 't jaar.

Gemeente Berg; westwaarts van de gemeente Wisch ligt de gemeente Berg met twee voorname dorpen: 's Heerenberg en Zeddam, en drie kleinere, niet door mij bezochte: Azewijn, Beek en Netterden. 's Heerenberg heeft vooreerst eene gewone dorpsschool in een ruim, wel aangelegd lokaal, waar H. M. Boeseken, wien het niet aan de noodige kunde ontbreekt, zijne taak echter niet dan gebrekkig vervult. Hooggaande onaangenaamheden met zijne huisvrouw, geboren Peltenburg, bekend als schrijfster van sprookjes van godsdienstigen aard, schijnen hem tot het misbruik van sterken drank vervoerd te hebben. Daar nu hier wel 200 kinderen ter school, en er geen ondermeester is, zoo is het geenszins te verwonderen, dat alles ongeregeld in zijn werk gaat en er dringend behoefte is aan voorziening dezer.
Maar er is te 's Heerenberg voor een paar jaar een Fransche dag- en kostschool gevestigd en daarbij aangesteld B. Kamerling Kouwenberg, een kundig, zedig, zachtzinnig en beschaafd jongmensch, die zijn onderwijs uitstrekt tot de vier talen: Nederduitsch, Fransch, Engelsch en Hoogduitsch, benevens geschied-, aardrijks-, reken- en wiskunde. Terwijl voor de opvoeding ook bijzonder veel zorg wordt gedragen. Aanvankelijk had hij 16 dagscholieren en 4 in de kost.
Te Zeddam is eene vrij goede school, beide wat lokaal en onderwijs aanbelangt. Er gaan ook meer dan 200 kinderen school. De onderwijzer J. Smids wordt geholpen door een geschikt ondermeester, W. Wouters; de eerste is Protestantsch, de laatste Roomsch, terwijl de bevolking voor de eene helft Protestantsch en voor de andere helft Roomsch is.

Gemeente Didam; deze gemeente heeft slechts een dorp, zijnde van denzelfden naam. In het groot, wel aangelegd lokaal vond ik bij het onderwijs van H. Nollen wel veel goeds, doch ook veel gebrekkigs. De leestoon was eenzelvig, de nieuwe schrijfleerwijze was ingevoerd, doch er werd bij iederen gang niet lang genoeg verwijld, en dus het voornaamste vereischte voor het welslagen niet in acht genomen.
Banne van Doetinchem; onder de banne van Doetinchem behooren twee dorpen: Gaanderen en Ijzervoorden. De scholen derzelve zijn onderling ware contrasten. Te Gaanderen is het onderwijs in allen deele op een zeer lagen trap, doch het lokaal goed. Te Ijzervoorden is de beste school van het geheele district. Het lokaal is behoorlijk ingerigt. Het gelaat der leerlingen teekent helderheid van geest en vrolijkheid van gemoed. De onderwijzer H. J. Overbeek neemt geene hooge vlucht met zijne leerlingen. Hij wendt met oordeel de gewone hulpmiddelen der goede scholen aan tot vorming van verstand en hart, en alles op eene levendige uitlokkende wijze. Hij wordt geacht en bemind van allen. Verrukkelijk was, onder anderen, het liefelijk harmonisch gezang der schoolkinderen. En dit was mij des te welgevalliger, daar het schoolgezang in dit district in de meeste scholen op last van de pastoors afgeschaft is.

Na de gemeentescholen van dit district bezocht te hebben begaf ik mij naar het in 1841 reeds door mij bezochte Doetinchem, om te onderzoeken in hoe verre er thans het schoolwezen beantwoordde aan de bij Koninklijk Besluit voor die stad voorgeschreven bepalingen.
Ik had het genoegen te zien, dat er voor de Nederduitsche school een groot, uitmuntend gebouw was gereedgemaakt; dat de vorige onwettige Fransche onderwijzer was vertrokken en de nieuw aangestelde D. van Kluijne zijne functien aanvaard had. Ik woonde zijn onderwijs bij met uitstekend genoegen. Het Fransch niet alleen, maar ook het Engelsch en Hoogduitsch spreekt hij zuiver uit en onderwijst die talen grondig. Geschied-, aardrijks-, reken- en wiskunde behandelt hij op eene voldoende wijze. Het slechte schoollokaal was geheel verbeterd. In de juffrouwenschool zette Mejuffrouw Leen haar gepast onderwijs ijverig voort. Maar de onwettig daargestelde school van Nijhuis was nog niet opgeheven. Sedert is hij door de arrondissementsregtbank te Zutphen veroordeeld tot eene geldboete, doch in April vrijgesproken.
Uit het vermelde van elk der door mij in dit vijfde district bezochte gemeentescholen zal blijken, dat er slechts eene dier scholen is, waarin het onderwijs uitmuntend mag heeten, die te Ijzervoorde; dat het in de overige of middelmatig of beneden het middelmatige is en er de verstanddoovende spelmethode veelal nog geen plaats heeft gemaakt voor de verstandsontwikkelende klankmethode en de verdere hulpmiddelen ter opscherping van het oordeel zeldzaam aangewend worden.

Aan het slot mijner missive van 30 November 1841, waarbij ik de eer had Uwe Excellentie aan te bieden mijn verslag van het alstoen door mij verrigte schoolbezoek in een gedeelte van Gelderland, gaf ik te kennen van, na in 1842 het verdere schoolbezoek in die provincie voleind te hebben, mijn verslag deswege te zullen besluiten met:
A Eene vergelijkende opgave der schooldistricten;
B. Eene lijst der schoolonderwijzers van de Roomsche godsdienst;
C. Eene lijst van de kostscholen;
D. De vermelding van plaatselijke bijzonderheden, die een meer opzettelijke vermelding verdienen. Ik heb de eer hieraan thans te voldoen.
Het is er verre van af, dat de verbeteringen bij het lager onderwijs gelijken tred hebben gehouden in de onderscheidene schooldistricten van Gelderland. Dit is ook niet te verwachten bij het verschil van ijver, bekwaamheid en beleid der schoolopzieners. Bovenaan staat in dit opzigt het derde district, onderaan de eerste afdeeling van het vierde. De overige schoolressorten staan op onderscheidene trappen, daar tusschen beiden en zulks bij afdaling zooals hieronder wordt aangewezen.

Uwer Excellenties aanschrijving aan Gedeputeerde Staten wegens den slechten staat der lokalen van de armen- en de tusschenschool te Arnhem, alsmede wegens de miskenning der schoolverordeningen te Doetinchem (5de district) hebben doelgetroffen.
Te Arnhem is een nieuw, allezins geschikt gebouw voor de armenschool uit den grond opgetrokken en het gebouw der Tusschenschool heeft de verlangde vergrooting verkregen.
Te Ede wordt niet gezorgd voor het onderwijs der kinderen van behoeftigen.

TWEEDE DISTRICT

De school van Mevr. Philips geb. Korthals te Hattem bestemd om aan jonge juffrouwen de beschaafde opvoeding te voltooien, bestaat niet meer. De school te Hoevelaken is in een jammerlijken toestand met opzigt tot lokaal en onderwijs.

DERDE DISTRICT
De dag- en kostschoolhouderes Struben te Doesburg, wier gezondheid ik in 1841 wankelend had gevonden, is overleden en opgevolgd door Mej. de Wilde.
Haar onderwijs was bij mijn tweede bezoek in 1842 even aan de gang. Ik kon er nog geen oordeel vellen.

ACHTSTE DISTRICT
De schoolinspectie van dit district, welke in de laatste jaren geen plaats heeft gehad, is door den schoolopziener toevertrouwd aan de schoolopzieners van de twee aangrenzende districten. het zevende en het negende.