Home | Sitemap | Contact Us


HET LATIJNSE ONDERWIJS in Vriesland. Verslag uit 1832 Door H. Wijnbeek

Harlingen.

Bij de vorige schoolbezoeken had ik in het gymnasium alhier het onderwijs des rectors op eenen lagen trap bevonden. Zedert het laatstvorige is hij overleden en opgevolgd door den toenmaligen conrector, den bekwamen en ijverigen Weijtingh (doctor in de letteren) 28), terwijl in diens plaats aangesteld is de heer Ottema 29) (met denzelfden graad bekleed), welke zijn ambtgenoot in genoemde goede hoedanigheden op zijde streeft. Tusschen die beiden heerscht dan ook eene volmaakte eenstemmigheid, dezelfde zucht voor de beoefening der oude letteren, benevens die om dezelve onder hunne leerlingen aan te kweeken.
Hun onderwijs kenmerkt zich door orde, zamenhang en volledigheid. Niets van hetgeen tot de kennis der oude talen en letteren te weten noodig is, wordt door hen veronachtzaamd; taalgronden, versmaat, redekunde, oudheid-, fabel-, geschied-, aardrijkskunde, oefening in het zuiver Latijn spreken en schrijven, worden bij geregelde opvolging beoefend. In de hoogste klasse werd een stuk uit den moeilijksten der Latijnsche geschiedsschrijvers, Tacitus, als mede een uit het Grieksche treurspel de Medea van Euripides in mijne tegenwoordigheid zonder moeite uitgelegd, terwijl Ho merus voor de vuist, welke plaats ik ook kiezen mocht, vloeijend in het Nederduitsch overgezet werd.
Over het onderwijs der algemeene geschiedenis, met dat der aardrijkskunde gepaard, was ik vrij wel tevreden, zijnde hetzelve tusschen de heide onderwijzers in dier voege verdeeld, dat de conrector in zijne eigen klasse de oude geschiedenis, en de rector de nieuwere in de zijne behandelden.
Op gelijke wijze, doch niet met gelijk gevolg, was het wiskundig onderwijs tusschen hen beiden verdeeld; de conrector bleek min' in dit opzigt verre beneden den rector te staan.
Ik heb mijne aanmerking deswege aan curatoren voorgedragen en in bedenking gegeven om den rector het geheele onderwijs der wiskunde op te dragen en den conrector dat der geschiedenis en aardrijkskunde. Deze bedenking vond ingang bij hen. Zij werd vervolgens aan de onderwijzers medegedeeld en door dezen met zigtbaar genoegen aangenomen, daar ieder zich nu beter op zijn geliefd vak kan toeleggen.
Nergens wordt het gymnasium op bepaalde tijden en gedurende de gansche schooltijd zoo trouw door curatoren bezocht als hier. Het getal scholieren bedraagt 21, hetzelve is, sedert het laatstvorige schoolbezoek (drie jaren geleden) bijna met een derde vermeerderd.

Franeker.
Zedert October des vorigen jaars bevindt zich het onderwijs van: het gymnasium alhier in eenen treurigen toestand. De rector Junius, die toen 1 1/2 jaar zijn post had bekleed en volgens curatoren zeer bekwaam voor denzelven was bevonden, is in genoemde rnaand, als schutter van den Isten ban uitgetrokken zonder dat noch door hem, noch door curatoren in de waarneming van het rectoraat behoorlijk was voorzien geworden. Men heeft slechts den conrector die waarneming voorloopig opgedragen, zonder te bedenken, dat zoo wel zwakke gezondheid als ongenoegzame kunde denzelven voor den ganschen omvang van het onderwijs ongeschikt maakten. Deze heeft nu, weliswaar, alle krachten ingespannen om zoo goed mogelijk zich van den meer dan dubbele taak te kwij ten, doch zijn ligchaamskrachten zijn er bijna onder bezweken. Bij mijne komst vond ik hem zoo zwak, dat hij niet in staat was, om de leerlingen in mijne tegenwoordigheid te ondervragen, zoodat ik, op zijn verzoek, en dat van curatoren, mij geheel en alleen daar mede heb moeten belasten. Bij deze ondervraging heb ik bevonden, dat het Latijn vrij goed, het Grieksch middelmatig, de aardrijkskunde en geschiedenis minder dan middelmatig en de wiskunde in het geheel niet onderwezen werd.
Tegen dezen staat van zaken hadden curatoren niet anders ter verschooning in te brengen, dan dat zij steeds gehoopt hadden, dat de rector spoedig òf eenen plaatsvervanger zoude stellen òf onbepaald verlof zoude bekomen. "Thans", zeiden zij. "is de groote vacantie op handen en zoo de rector niet spoedig terugkomt, dan zullen wij de noodige voordragt doen ter voorloopige voorziening in zijn onderwijs."
Intusschen heb ik mij verpligt geacht Mijn Heer den Gouverneur te onderhouden en heeft Zijn Ed. mij beloofd, daar hij binnenkort zich naar Franeker moest begeven, die zaak te zullen behartigen. De voordragt zal thans moeten afgewacht worden. Er waren nog 20 leerlingen, doch zonder spoedige voorziening stond dit getal zeer te verminderen.

Bolsward.

Hier is, evenals te Enkhuizen, slechts één onderwijzer voor alle de vakken. Het is de rector Hamming (vooralsnog candidaat in de letteren). Doch het getal leerlingen is geringer. Er zijn er niet meer dan 10 en de onderwijzer moet voor dien te Enkhuizen wel niet in beschaafdheid van toon, maar in grondige geleerdheid onderdoen. Van zijne goede gezindheid gaf hij de ondubbelzinnigste bewijzen, daar hij gereedelijk het oor leende aan vele aanmerkingen, waartoe zijn onderwijs mij aanleiding gaf, zooals dat de taalregels wel grondig werden ingeprent, doch dat er over 't algemeen niet genoeg gearbeid werd; dat er van den versmaat der ouden weinig en van de theoretische figuren en tropen in 't geheel geen werk was gemaakt; dat het geschiedkundig onderwijs wel vrij goed, doch het aardrijkskundige gebrekkig was; dat hij van de wiskunde alleen de eerste beginselen der meetkunde behandeld had, dus zonder voorafgaande reken- of stelkunst.
Curatoren hebben mede mijne aanmerkingen met goedkeuring aangehoord en zich bereid verklaard om naauw toe te zien dat op dezelve door den rector wierde achtgeslagen.

Sneek

Hetgeen bij den rector te Bolsward ontbreekt is met deszelfs goede hoedanigheden vereenigd in den rector te Sneek, den Heer Amersfoordt (doctor in de letteren). Hij heeft 16 leerlingen, aan wien hij van de onderste tot de bovenste klasse zeer doelmatig en aaneensluitend onderrigt geeft in de oude talen, in de fabelleer, en in de oude geschiedenis en aardrijkskunde, wordende op de hoogste klasse in het Latijn de wijsgeerige werken van Cicero (thans de divinatione) en in het Grieksch het treurspel de Orestes van Euripides zonder moeite verklaard. Dus de oude geschiedenis, maar niet die der middeleeuwen enz. was door hem behandeld. Doch met de laatste zoude hij, op mijnen raad, weldra aanvang maken.
Met het onderwijs der wiskunde is een stadsschoolmeester belast. Hij was om familiezaken afwezig. Het examen in dit vak is dus gedeeltelijk door den rector, die zich wel berekend daarvoor betoonde, gedeeltelijk door mij, verrigt, en is mij daarbij gebleken, dat ook dit vak maar behooren was onderwezen.

Dokkum

Nopens den staat van het gymnasium alhier is thans weinig te rapporteren. De rector Stort 30), de eenigste onderwijzer van hetzelve, is voor eenige maanden overleden en het interim wordt waargenomen door zijnen oudsten zoon, candidaat in de letteren aan de Groningsche Hoogeschool. Voor deze taak bleek mij die jongeling niet genoegzaam in staat te zijn. Reikhalzend zagen de curatoren dan ook uit naar de benoeming van eenen nieuwen rector, waartoe zij de voordragt hadden ingezonden (deze benoeming is sedert geschied). Er waren 14 discipelen.

Leeuwarden

Het schoolgebouw, tevoren donker en onaangenaam, is sinds het laatstvorige schoolbezoek met veel kosten geheel van gedaante veranderd. Thans is hetzelve helder, vrolijk en allezins wel ingerigt. Doch het getal leerlingen is zedert niet toegenomen. Ik vond er 27. Vroeger had ik er meer dan 40 geteld. De invoering van het onderwijs der oude talen in vele Fransche kostscholen schijnt daarvan de hoofdoorzaak te zijn.
Van de 3 onderwijzers staat de conrector Slothouwer geenszins op de thans vereischte hoogte zijner standplaats. Doch het nadeel, hetwelk daaruit voor het onderwijs voortvloeide is opgeheven. Een ziekelijke toestand hem voor de waarneming van zijn post ongeschikt hebbende gemaakt, is hij van die waarneming ontslagen geworden en hebben de rector Bake 31) (doctor in de letteren) en de praeceptor Ankringa 32) (candidaat in de letteren) zich daarmede ieder voor de helft belast, met geen ander voordeel, dan het genot van het minerval.
De beide laatstgenoemden onderwijzers bezitten ieder op zich zelven de vereischte kunde. De rector bezit die zelfs in hooge mate. Maar tusschen hen beiden bestaat een zekere verwijdering, welke geenszins bevorderlijk is aan den naauwen zamenhang, aan het ineensluitende van het onderwijs. De pracceptor onderwijst zeer naauwgezet Grieksch en Latijn, doch niet met genoeg vuur en kracht. De leerlingen, tot den rector overgaande, zijn dus wel grondig onderleid in hetgeen zij geleerd hebben, doch werden niet genoeg vooruitgebragt., weshalve het den rector veel moeite kost eer hij hen gebragt heeft op den trap, welken zij bij hunne komst op zijne school behoorden bereikt te hebben. Doch hebben zij dien trap eenmaal bereikt, dan weet hij, door zijn smaakvol en aanmoedigend onderwijs hen met lust voor de fraaije letteren te bezielen, en groote vorderingen te doen maken. Bijzonder ver vond ik hem gevorderd in den Latijnschen stijl, zoo in spreken als in schrijven. Doch ook alhier vond ik te weinig werk gemaakt van prosodie en rhetorica.

De geschiedenis, naauw vereenigd met de aardrijkskunde, is tusschen den rector en den conrector verdeeld. De laatstgenoemde heeft de geschiedenis der oostersche volken voor zijn aandeel, de eerstgenoemde die der Grieken en Romeinen, doch al mede niet verder, zoodat ik mij genoodzaakt vond deswege zoowel als wegens het gernelde gebrek der prosodie en rhetorica, mijne aanmerking in het midden te brengen.
Bij vele gymnasien klagen curatoren en onderwijzers over den achterlijken staat van het lager onderwijs, blijkbaar in de geringe vordering in de rekenkunde bij de nieuw aankomende leerlingen.
Hier integendeel verhief men zeer hoog den staat van het plaatselijk onderwijs. Het verwonderde mij namelijk dat in het wiskundig onderrigt, hetwelk thans tusschen den rector en den praeceptor verdeeld is, zedert dat, voor drie jaren, de toenmalige afzonderlijke onderwijzer der wiskunde op zijn verzoek eervol ontslagen is, het verwonderde mij, zeg ik, dat in dit onderrigt de rekenkunde niet was opgenomen. Doch men antwoordde mij, dat de leerlingen op de lagere scholen te Leeuwarden, in het bijzonder op die van den Heer Fransman, van waar zij tot de Latijnsche school plegen over te gaan, zoo grondig in de theorie der rekenkunde onderwezen worden, dat zij, op het gymnasium komende, dadelijk met de stelkunst kunnen aanvangen. Ik nam er de proef van en vond zulks bewaarheid. Wat nu het hier gegeven onderwijs der wiskunde betreft, de beide onderwijzers kwamen mij voor in dit opzigt hunne taak zeer wel te volvoeren. Behalve de boven vermelde Latijnsche scholen van Vriesland zijn er eenige in deze provincie, waarvan, naar aloud gebruik, bekrachtigd bij Koninklijk Besluit van 23 October no. 119 het rectoraat bekleed wordt door een plaatselijk protestantsch predikant op eene geringe bezoldiging van rijkswege.

Deze scholen bevinden zich te Hinloopen, Workum, Ijlst, joure en Kollum. Te Stavoren en te Sloten kon er ook eene zijn. Doch in de eerste dezer plaatsen heeft de rector geen enkelen leerling en in de laatste is het rectoraat door den predikant niet aangenomen en is dus hetzelve vacant.

Workum.Van de evengenoemde Latijnsche scholen is nog in eenigen bloei die te Workum. Er zijn 6 leerlingen, welke door den kundigen en bekwamen hervormden predikant de Boer zoo doelmatig als op de andere wel ingerigte scholen in alle de voorgeschreven, vakken voor het akademisch onderwijs worden voorbereid.

Hinloopen. Te Hinloopen was de Latijnsche school tevoren ook in bloei. Doch niet het steeds toenemend verval van dat stadje is zij mede vervallen. Ik vond er niet meer dan één discipel. De rector paart anders kunde met veel ijver.

Ijlst en Kollum.In denzelfden staat vond ik de Latijnsche school te Ijlst en te Kollum.

Joure. Te Joure waren er nog drie leerlingen, doch geen hunner was voor het akademisch onderwijs bestemd. Het onderrigt in de wiskunde is op ieder dezer scholen, behalve te Workum, aan een plaatselijken schoolmeester opgedragen. Dat onderwijs is er vrij goed, doch niet zoo goed als te Workum, waar de genoemde rector de Boer zelf er zich mede heeft belast.
De weinige behoefte, welke, behalve in laatstgenoemde stadje, aan het onderwijs der oude talen bestaat, zal Uwe Excellentie waarschijnlijk aanleiding geven om te overwegen of het niet gepast zoude zijn, dat bij de vacature van elk dier rectorsplaatsen, met uitzondering van die te Workum, dezelve niet meer wierde vervuld en dat de gezamenlijke rijksmiddelen, aan die rectoraten verbonden, vervolgens wierden besteed tot oprigting eener Latijnsche school in die provincie dáár, waar aan dezelve de meeste behoefte bestaat, bijv. te Heerenveen. Zoodanige bedenking heb ik voorloopig den Gouvemeur medegedeeld, welke dezelve zeer aannemelijk heeft gevonden.

Verslag uit 1838

Er zijn in deze provincie tweederlei soort van Latijnsche scholen. De eene soort is de gewone, de andere verdient eigenlijk den naam van Latijnsche scholen niet. Het is met laatstgenoemde aldus gesteld: Om het geringe inkomen der predikanten van eenige kleine steden en van eenige dorpen te verbeteren, heeft men van overlang hun den titel van rector der Latijnsche school toegevoegd rnet eenig Rijkssubsidie en als zoodanig houden zij dan ook eene soort van Latijnsche school, daar zij bij Koninklijk Besluit van 23 October 1817, no. 119 zijn vrijgesteld van het vereischte des akademischen graads in de letteren. Het zijn de predikanten in de steedjes Hinloopen, Ijlst, Sloten, Staveren en Workum en in de dorpen Joure en Kollum.
Die te Sloten heeft echter in der tijd voor de betrekking van rector bedankt; die van Staveren heeft zulks niet gedaan, doch heeft nog geen enkelen discipel gehad; die van Hinloopen heeft er vroeger eenige gehad, doch heeft er thans ook geen.
Die te Sloten, nu onlangs overleden zijnde, heeft de kerkeraad het verzoek gedaan om zijnen opvolger wederom het rectoraat op te dragen. Doch op advies van den Gouverneur der provincie is het verzoek afgewezen, die daarbij, en ook reeds vroeger, het verlangen heeft te kennen gegeven, dat, bij het overlijden der overige, deze rectoraten zouden worden afgeschaft, daar het bedrag der Rijkswedden, aan die betrekkingen verbonden, op een veel nuttiger wijze voor het onderwijs zoude kunnen besteed worden. Het is dan ook buiten tegenspraak, dat de pligten van predikant geen genoegzamen tijd overlaten om het Latijnsche schoolonderwijs naar de verordeningen voor de Latijnsche scholen in te rigten.
Bij mijn jongste bezoek vond ik te Ijlst en te Kollum twee, te Workum en te Joure drie leerlingen, die meest allen tot apothecar, chirurgijn of notaris opgeleid wordende, slechts eenig Latijnsch onderwijs ontvangen.
Te Workum was nogtans het onderwijs het best, en zou, indien de kweekelingen voor de Hoogescholen waren, zooals bij vorige inspectien het geval was, de rector wel in staat zijn om hen in ieder vak, dat der wiskunde niet uitgezonderd, de noodige opleiding te geven.
De gewone Latijnsche scholen (die van de tweede soort) zijn gevestigd te Bolsward, Dokkum, Harlingen, Franeker, Sneek en Leeuwarden. Bij deze opgave is van de minder goed ingerigte tot de beter ingerigte opgeklommen. Wat den gang van het onderwijs betreft, dezelve is in Vriesland gelijk aan die, welke in de overige provincien gevolgd wordt, en zoo is ook hier gelijk overal elders, de leerwijze wel eenigszins gewijzigd naar de verschillende manier van beschouwen der onderwijzers. Doch er heerscht ook te dien opzigte veel overeenkomst, zijnde beide van natuurlijk gevolg, deels van de bepaalde voorschriften voor alle Latijnsche scholen vastgesteld, deels van de gelijksoortige opleiding, die de onderwijzers der scholen aan de Hoogescholen genoten hebben. In weinige woorden zal alzoo het verslag van den staat, waarin ik elk dier scholen gevonden heb, vervat zijn.

Bolsward.

Gebrek aan ijver, rneer dan aan kunde, bij den rector Hamming schijnt oorzaak te zijn, dat de Latijnsche school hier kwijnt. Bij mijne komst waren er niet meer dan 3 leerlingen, en die in geen enkel vak belangrijke vorderingen hadden gemaakt.

Dokkum

Hier vond ik het beter gesteld met opzigt tot het Grieksch, het Latijn en de geschiedenis, doch zou het onderwijs dier vakken nog meer vruchten dragen, indien de rector Warren jegens de leerlingen minder streng ware. Zijn wiskundig onderrigt is het minst vruchtbaar, hetgeen is te wijten aan het voorafgaand gebrekkig onderwijs in de rekenkunde op de lagere scholen te Dokkum. Het getal leerlingen bedroeg niet meer dan 6.

Harlingen

Alhier, even gelijk te Bolsward en te Dokkum, is de geheele omvang van het onderwijs aan één enkelen onderwijzer, den rector, opgedragen. Ik kwam aldaar juist bij gelegenheid van het zomerexamen, hetwelk i'n een kerk, en dus in het openbaar, gehouden werd over de 14 discipelen. Zooveel ik bij zoodanig onderzoek, waartoe de leerlingen zoowel als de onderwijzers zich hebben voorbereid, kon oordeelen over den staat van het onderwijs, is hetzelve voldoende, met uitzondering van de wiskunde, waarvan nog slechts de eerste beginselen waren behandeld. De algemeene geschiedenis werd in haar geheel doorgeloopen.

Franeker

Tusschen twee onderwijzers is hier het onderwijs verdeeld, den rector Junius, kundig, ijverig, doch niet aangenaam van toon voor de leerlingen, en den conrector Burghgraaf, minder kundig, doch innemend van toon en omgang. Hun onderwijs woog wel op tegen dat te Harlingen in Grieksch en Latijn, doch niet in de geschiedenis, waarvan de oude alleen behandeld werd. Het wiskundig onderwijs bepaalde zich almede slechts tot de beginselen. Er waren hier 13 leerlingen.

Sneek

Van het 14-tal leerlingen is bijna de helft bestemd voor plattelandsheelmeester, apothecar, chirurgijn. Het onderwijs moet derhalve daarnaar gedeeltelijk ingerigt worden. Van degene toch, die zich voor het Akademisch onderwijs niet behoeven voor te bereiden, kan men, zoo zij het niet verkregen, niet vergen, dat zij den cursus der Latijnsche school geregeld volgen.
Wanneer er nu slechts één onderwijzer in de Latijnsche school is, dan is zijn taak zeer zwaar en moeijelijk en dit is hier juist het geval. Behalve wiskundig onderwijs, hetwelk den kundigen stads onderwijzer Haarst is toevertrouwd, heeft de rector Amersfoordt alles voor zijne rekening. Zoo werkzaam als geleerd zijnde en de achting zijner leerlingen bezittende, is zijn onderwijs zeer vrucht baar. Degenen, die voor de Hoogescholen worden opgeleid voert hij in de kennis der oude talen en der geschiedenis tot de gevorderde hoogte. Die hoogte bereikt er ook het wiskundig onderwijs.

Leeuwarden

De hoofdplaats eener provincie behoort zich, ten aanzien harer 1atijnsche school voordeelig te onderscheiden van de overige steden. Dáár toch is men gewoonlijk het best in staat om door ruimere jaarwedden zich van de beste onderwijzers te voorzien. Voordeelig onderscheidt zich dan ook de hoofdplaats van Leeuwarden te dien opzichte. De rector A. Bake vereenigt in zich eene groote mate van kunde met de geschiktheid om dezelve belangwekkend voor te dragen. De conrector Ankringa, aan geene Hoogeschool gevormd, staat ten aanzien van bedrevenheid in de oude letteren op veel lageren trap. De praeceptor Ottema is hem, te dien aanzien, verre vooruit. In geschiktheid van leerwijze doet de conrector nogtans voor den praeceptor niet onder. De voorbereiding voor de Hoogescholen, die hier verkregen wordt, staat niet laag beneden die, welke op, de beste Zuid- Hollandsche Latijnsche scholen erlangd wordt, met betrekking namelijk tot de beide oude talen.
Het geschiedkundig onderrigt bepaalt zich enkel tot de oude geschiedenis. De wiskunde, waarvan de praeceptor de algebra, de rector de geometrie behandelt, was nagenoeg op de voldoende hoogte.
De slotsom van dit verslag zal derhalve hierop neerkomen:
In elk der gewone Latijnsche scholen van Vriesland (en ZuidHolland) worden alle de vakken van onderwijs, welke bij het Koninklijk Besluit van 2 Augustus 1815 no. 14 voor die instellingen zijn voorgeschreven, onderwezen, doch niet in allen en dezelfde mate. Het onderwijs der geschiedenis bepaalt zich in de meeste tot de oude; en dat der wiskunde is ook nog in vele scholen beneden den trap, op welken dezelve volgens het Koninklijk Besluit van 9 September 1826 no. 45 staan moest.
Uit den lagen staat, waarin het geheele onderwijs tot in 1833 gezonken was, is hetzelve opgeheven en heeft de school een nieuw leven en zeldzame bloei verkregen.

Verslag uit 1849.

Leeuwarden

Het gymnasium te dezer stede, in 1846 tot stand gekomen, is, zooals boven is opgemerkt, evenals het Harderwijksche, tot nog toe ingerigt gebleven uitsluitend ter voorbereiding voor het Akademisch onderwijs. Het heeft dus geene andere üitbreiding ondergaan dan de toevoeging der hedendaagsche meest gebruikelijke talen. De inrigting is in bloei, tellende 46 leerlingen. Zij staat teregt bij de Friezen hoog aangeschreven, vanwege de geleerdheid, smaak, en leertrant van den rector J. C. G. Boot), die de beoefening der Latijnsche taal grootelijks bevorderd heeft door eene Nederduitsche uitgave der voortreffelijke Latijnsche Spraakleer van den Deenschen Madvig, die al meer en meer wordt inge voerd. Zijne ambtgenooten zijn de pracceptor J. G. J. Ottema, gelijk hij doctor in de letteren en de conrector A. Ankringa, candidaat in de letteren. De eerste is ontevreden, dat bij de laatste vervulling van het rectoraat in 1834 oenen Gelderschman boven hem, een Fries, de voorkeur is gegeven. Vandaar misschien het minder naauwgezette van zijn onderwijs, het veronachtzamen van de quantiteit der Latijnsche woorden bij zijne leerlingen, het nalaten van het construeren, van Latijnsche volzinnen en eene zekere stugheid in de leerwijze.
De conrector is middelmatig van kunde. Zijn leerwijze is stijl ouderwetsch. Hetgeen de praeceptor verzuimt: het maken van constructie is bij hem hoofdzaak, ook van eenvoudige volzinnen, welke in zijne klassen gemakkelijk door de leerlingen moeten gevat kunnen worden, zonder het construeren. Streng wordt bij hem op de quantiteit der lettergrepen acht gegeven. De harmonie ontbreekt dus bij het onderwijs van praeceptor en conrector, wat het 1,atijn aangaat. Over het aanvankelijk onderwijs in het Grieksch was ik bij den praeceptor zeer wel, over de voortzetting daarvan bij den conrector vrij wel voldaan.
De rector ontvangt derhalve de leerlingen, ten opzigte van het Latijn, niet -naar behooren voorbereid. Maar door veraangenaming der leerlust, door zijn fijnen smaak, weet hij het schoonheidsgevoel voor de oude schrijvers bij hen op te wekken, door voorbeeldige krachtsinspanning het ontbrekende bij hen aan te vullen. Groot waren hunne vorderingen in Grieksch en Latijn. Voor de vuist vertaalden zij niet alleen eene door mij opgeslagen en door hen nog niet behandelde plaats uit Homerus, maar wisten dadelijk de Homerische in Attische taalvormen over te brengen. De geschiedenis, aardrijkskunde en fabelkunde worden door praeceptor en conrector voldoende, door den rector meer dan voldoende behandeld.
Het wiskundig onderwijs, door Pannekoek gegeven, scheen mij toe niets te wenschen over te laten. Ook het onderwijs in de hedendaagsche talen, aan een zoon van den eersten onzer lagere schoolonderwijzers, Brugsma, toevertrouwd), vond ik voldoende. Alleen liet de uitspraak van 't Engelsch liet te wenschen over. Ik heb hem opmerkzaam gemaakt op menig verkeerde uitspraak en de beoefening van zuiverheid ten deze aanbevolen.