Home | Sitemap | Contact Us


Verslag van de DE LATIJNSE SCHOLEN IN DRENTHE door H. Wijnbeek
1832 Assen. Meppel. 1837 Assen , Meppel , 1844 Assen, Meppel.

Verslag uit 1832

Assen Voor eenige jaren is hier eene Fransche kostschool opgericht onder bet bestuur van den heer Nassau 9 thans doctor in de letteren. Vervolgens zijn er de oude talen in opgenomen en heeft het gesticht zooveeL opgang gemaakt, dat de stad weldra heeft besloten tot het geheel nieuw opbouwen van eene wel ingerigte woning voor hetzelve, waartoe van Rijkswege voor een aanzienlijk gedeelte is bijgedragen.
Intusschen is hetzelve (in 1825) als Latijnsche school en de Heer Nassau als rector van dezelve erkend geworden. Doch is aan hem overgelaten de aanneming van zoodanige medehelpers, hetzij voor oude talen, hetzij voor de vakken van lager onderwijs, als hij zoude oordelen noodig te hebben.
Het onderwijs omvat in den vereischten omvang alles wat tot voorbereiding van het akademisch onderrigt en tevens tot eene beschaafde op voeding in het algemeen gevorderd wordt. Er werd derhalve onderwijs gegeven in: 1ste de Grieksche taal; en hiermede wordt er het taalonderwijs thans gewoonlijk aangevangen. De rector brengt tot reden hiervoor bij, dat de beginselen van het Grieksch meer dan die van het Latijn en van eenige hedendaagsche taal, oefening van het geheugen vorderen en de jongere leeftijd voor die oefening meest geschikt is. Ik was dan ook getuige van de snelle vordering welke over bet algemeen alhier in die taal gemaakt wordt.
Binnen het jaar wordt reeds Homerus overgezet en de vorderingen gaan in dezelfde verhouding voort, zoodat ik eene leerling van niet meer dan 15 jaren oud de Republiek van Plato zonder eenige hulp op eene wijze heb hooren uitleggen, welke getuigde dat hij in den geest des schrijvers was doorgedrongen.
Met het Latijnsch onderwijs wordt inmiddels, bij den een wat vroeger, bij den ander wat later, begin gemaakt. Dit onderwijs was op gelijken voet als dat der gewone Latijnsche scholen. Bij de laatstvorige inspec
tie waren de regels der Latijnsche verskunst niet genoegzaam ingeprent en hoorde men even daardoor, bij het Lezen van het Latijn, meniger werf de quantiteit der lettergrepen veronachtzamen. Tengevolge van mijne toenmaals hem daarop gemaakte aanmerkingen is dat gebrek thans geheel verholpen. De algemeene en vaderlandsche geschiedenis, steeds met aardrijkskunde vereenigd, wordt hier zoo opzettelijk en zou volledig als elders behandeld. Dat der wiskunde echter laat nog wel iets te wenschen overig.
Voorts wordt er grondig onderwijs gegeven in de Hollandsche en Fransche talen. Ook worden de Hoogduitsche en Engelsche talen geleerd doch deze hoofdzakelijk voor zoo ver noodig is om een boek, in dezelve geschreven, te verstaan.
De rector is de ziel van het geheele onderwijs. Het is de spil waarom zich alles wentelt. Zijn onderwijs onderscheidt zich door eenvoudigheid, door minzaamheid, door een alleszins aanmoedigende wijze. Met het werktuigelijke onderwijs paart hij, in hoogen graad, het verstandsontwikkelende en het hartverbeterende. Voorts leeft hij geheel en uitsluitend voor zijne leerlingen, door wien hij dan ook als vader geacht en bemind wordt.
Zijn gewone medehelpers treden op zijn voetspoor. Zij zijn:
1ste. Voor de oude en hedendaagsche talen M. J. Noordenwier, candidaat in de letteren en onderwijzer van den tweeden rang; C. M. Timan, almede onderwijzer van den tweeden rang; en H. B. Kremer, onderwijzer van den derden rang.
2de. Voor de wiskunde I. S. Moyen, een Jood, voorzien van eene admissie voor dat vak van de provinciale commissie van onderwijs.
De leerlingen zijn nagenoeg 50 in getal, waaronder thans 16 in de geheele kost. Voor onderwijs, kost, bewasschen, het herstellen van linnen, enz. wordt in het jaar betaald f 600,—, daaronder echter niet begrepen de teeken-, dans- en muzieklessen, evenmin als het verstellen van bovenkleederen, schoenen, schoolboeken, papier, pennen, brief-post enz.

Meppel 32
Hier is het gymnasium weinig bezocht, waarvan de oorzaak schijnt gelegen te zijn in eene menigte Fransche scholen, in de nabijheid gevestigd, waarin oak thans de oude talen geleerd worden, zooals te Vollenhoven, Kampen, Zwolle en Hasselt.
De rector Wetsels, doctor in de letteren, is intusschen een ijverig onderwijzer, die zich, vooral in de laatste jaren, sterk heeft aangegrepen, en met de beste zijner ambtgenooten wedijvert wat het Grieksch en Latijn betreft. Dit is mij overtuigend gebleken bij het thans afgelegd schoolbezoek. Ook hier heeft een zijner leerlingen een treurspel van Euripides (de Phoenissae), de choren niet uitgezonderd, grondig bearbeid. Doch het onderwijs in de geschiedenis en aardrijkskunde laat nog te wenschen overig.
Het wiskunde onderwijs is opgedragen aan eenen plaatselijken schoolmeester, die wel zeer kundig en ijverig is, doch het onderwijs der onder scheiden gedeelten van hetzelve de eenparigheid uit het oog verliest, volgende hij voor de rekenkunde de Gelder, voor de stelkunde van Kampen, van wiens methode die van de Gelder geheel afwijkt; voor de meetkunde Steenstra, die wederom eenen verschillenden weg in inge slagen. Nadrukkelijk heb ik hem het ondoelmatige van zoodanigen ongelijksoortigen gang van onderwijs onder het oog gebragt en is het mij gelukt hem van het verkeerde hierin te overtuigen en tot bet volgen van eenen eenparigen gang over te halen.

Verslag uit 1837 De twee Latijnsche scholen dezer provincie bevinden zich, de eene te Assen, de andere te Meppel.

Assen 37 Deze inrichting was aanvankelijk een stedelijk opvoedingsinstituut. Aan het hoofd van hetzelve was de Heer Nassau geplaatst, een man, die zich zelven geheel gevormd heeft voor het onderwijs, zoowel ten aanzien van de oude als van de nieuwe talen en hetgeen verder gerekend kan worden tot eene beschaafde opvoeding te behooren.
Omtrent tien jaar geleden is dat instituut onder het getal der openbare erkende Latijnsche scholen opgenomen met behoud echter van bet onderwijs der nieuwe talen, en ook ten behoeve van jongelieden die niet voor het akademisch onderwijs bestemd zijn.
Het Stedelijk Bestuur heeft voor deze inrigting een zeer doelmatig
gebouw gesticht aan den ingang van het Sterrenbosch, doch waarvoor de rector huur moet betalen. De school is sedert door een aanzienlijk getal kostleerlingen behalve de dagscholieren, bezocht.
Thans trof ik er van de eerstgemelden nog een 20-tal aan, meest allen voor het hooger onderwijs opgeleid wordende.
De rector heeft hoofdzakelijk het onderwijs der oude talen op zich genomen, doch wordt daarin, mitsgaders in het onderwijs der nieuwere talen en der wetenschappelijke vakken door bekwame hulponderwijzers ondersteund. Voor eenige jaren meende hij dat alle taalonderwijs met dat der Grieksche behoorde aan te vangen, als in zich bevattende de hoofdbestanddeelen van de Latijnsche en de nieuwere talen. Dit plan heeft hij werkelijk op zijne school verwezenlijkt. De onder vinding echter heeft er hem van doen terugkomen. Alleenlijk heeft hij er dit van behouden, dat met het onderwijs van Latijn tegelijkertijd dat van het Grieksch wordt aangevangen, zooals trouwens op andere goede Latijnsche scholen thans in gebruik is en zulks op goeden grond, vermits de Latijnsche taal in vele opzigten van de Grieksche alleen hierin verschilt, dat zij als een ander dialect van dezelve te be schouwen is zoodat bij het aanleeren der regels het in de oogen valt, dat de Latijnsche met de Grieksche eene groote overeenkomst heeft. Ook bij het behandelen der oude schrijvers is de vergelijking van Latijnsche en Grieksche schrijvers zeer nuttig, daar de laatsten door de eersten dikwijls zijn nagevolgd. Wat verder de methode van den Heer Nassau onderscheidt, bestaat hierin, dat hij lang verwijlt bij eenen volzin, denzelven van alle kanten doet beschouwen en diep in het geheugen prent. Tengevolge daarvan maken zijne leerlingen slechts eenen langzamen, doch eenen vasten, voortgang in hunne taaloefeningen. De nieuwere talen worden dus ook grondig beoefend, hoewel, wat de uitspraak betreft, dezelve soms wel jets te wenschen overig laat. Geschiedenis, aardrijkskunde, wiskunde, worden er behoorlijk behandeld. Ook is er gelegenheid voor gymnastische oefeningen.

Eindelijk gaat de rector met zijnen kweekelingen om als een trouw vriend. Van den vroegen morgen tot den laten avond is hij in hun midden of voor hen toegankelijk. Ongehuwd zijnde wordt hij door geene huisselijke zorgen daarvan teruggehouden. Het is nogtans niet te ontkennen, dat, zoo hem eene beschaafde en brave huisvrouw ware ten deel gevallen, de beschaafde opvoeding der kweekelingen daarbij niet zoude verliezen.

Meppel 37 Hier is eene gewone Latijnsche school, onder een rector die zijn voorname bestaan vindt in een aanzienlijk getal kostleerlingen, welke er, bij mijn bezoek, een 18-tal uitmaakten, terwijl er slechts 5 dagscholieren waren. Hier worden de nieuwere talen niet geleerd. De oude talen worden er vrij goed geoefend. Geschiedenis en aardrijkskunde eveneens, doch bet wiskundig onderwijs, door eenen schoolonderwijzer, Koning genaamd, gegeven, vond ik buitengewoon voldoende.
De rector (Wetsels) is wel geen eigenlijke opvoedkundige, hij weet nogtans door zijne rondheid en vastheid van karakter zich van zijne leerlingen te doen beminnen en te achten, terwijl hij niet verzuimt, om, op eenen hartelijken toon, deugdzame beginselen in te boezemen.

Verslag uit 1844

Assen 44 Bij mijn schoolbezoek in 1832 vond ik te dezer stede eene inrigting van onderwijs van oude en nieuwe talen, met de Heer H. J. Nassau aan het hoofd. Ik erkende in hem een genie voor het vak.
In zijne jeugd was hij op het boekbinden, had een ongeluk, of, zooals de uitkomst heeft geleerd, het geluk, van zich bij dat werk met eene naald het regteroog te kwetsen, en het geheel te verliezen. Dit noodzaakte hem eene andere levensbetrekking te kiezen. Hij koos het vak der letteren en wetenschappen, greep zich krachtig aan en schier zonder hulp oefende hij er zich zoodanig in, dat hij spoedig in staat werd als hulponderwijzer in het toenmalig instituut van den Heer Runkel op bet Hoogezand, in Groningen, oude zoowel als nieuwe talen te onderwijzen, en vervolgens eerst den graad van candidaat, naderhand dien van doctor in de bespiegelende wijsbegeerte en letteren te verkrijgen. En zoo heeft hij met goedkeuring van het Stedelijk Bestuur van Assen aldaar het Instituut voor oude en nieuwe talen geopend, waarbij ik hem, zooals ik zeide, heb aangetroffen. Bij nader kennismaking vond ik hem geheel oorspronkelijk in voorkomen, kleeding en zienswijze. Hij had het denkbeeld opgevat, dat om eene vreemde taal te Leeren, men moet beginnen met die taal te beoefenen, waarvan dezelve is afgeleid. Het Grieksch moest dus het Latijn voorafgaan en zoo werd hetzelve door al zijn leerlingen, waarvan de jongste tien jaren oud was, in de eerste plaats aangeleerd.
Ik bespeurde al aanstonds dat hij geheel met zijn stand was vervuld, er zich van ganscher harte aan toewijdde, en dat hij een onbepaalden in vloed oefende op zijne kweekelingen, die hem geheel aanhingen.
De inrigting is vervolgens onder ‘t getal wettig erkende Latijnsche scholen opgenomen en van Rijkswege is hem tijdelijk eene jaarlijksche toelage van f 500,— verleend.
Van stadswege is er, aan het Sterrebosch, een zeer doelmatig gebouw opgetrokken, hetwelk aan Nassau verhuurd wordt. In hetzelve vond ik hem thans, wel geholpen door onderscheiden onderwijzers voor de oude en nieuwe talen en de wetenschappen, doch het geheel besturende en zelven deelnemende aan het onderwijs.
Dat onderwijs sluit zich aan bij het lagere. Het gaat gepaard met ontwikkeling der verstandelijke vermogens, met vorming tot zelfstandige, deugdzame nuttige burgers der maatschappij. Met het formeele taalonderwijs is hi) minder ingenomen. Vandaar, dat, indien zijne kweeke lingen in het midden hunner opleiding, door verplaatsing hunner ouders her onderwijs moeten voortzetten in eene andere Latijnsche school, waar het formeele onderwijs hoofdzaak is, er niet wel teregt kunnen komen, hetgeen alsdan aan den Heer Nassau geweten wordt. Het is dan ook niet te ontkennen, dat hij der maatschappij meer praktische, dan theoretische Leden levert. Dit geldt niet alleen van de letteren, maar ook van de wetenschappen, zooals geschiedenis, aardrijks kunde en wiskunde. De hedendaagse talen worden er ook geleerd, zoodat de inrigting een soort gymnasium is.
Het gebouw is wel ingerigt en voor het onderwijs, en voor de inwoning. Achter hetzelve is een ruime speelplaats, waarin de noodige werktuigen voor gymnastische oefeningen.
Er waren 20 kostdiscipelen en 10 dagscholieren.

Meppel 44 Hier is eene gewone Latijnsche school met twee onderwijzers, den lector J. D. Wetsels, voor al de vakken, uitgenomen de wiskunde, en H. Koning, Fransch dag- en kostscboolhouder, voor laatstgenoemd vak. De rector is geen groot philoloog. Hij is een Latinist in den oud-Vossiaan schen trant. Zijn leerlingen kennen de regels der Latijnsche taal grondig en gaan een vasten gang voorwaarts. Gaan zij naar eene andere Latijnsche school over, dan kunnen zij er goed teregt. Het Grieksch wordt er niet eerder geleerd, dan wanneer de voornaamste regels der Latijnsche taal ingeprent zijn. Maar leerlingen, die door het overzetten van Latijnsche schrijvers smaak voor de Latijnsche letteren beginnen te krijgen, gevoelen zich veelal onaangenaam gestemd, als zij nu nog de regels van het Grieksch moeten gaan leeren. Vandaar, dat de leerlingen dezer school betere Latinisten dan Hellenisten zijn. Van geschiedenis en aardrijkskunde worden de hoofdtrekken geleerd. De wiskunde wordt zooveel als voorgeschreven is beoefend onder den genoemden, bekwamen onderwijzer van het vak.
Een 5-tal kostdiscipelen en een 6-tal dagscholieren maken de school uit. Voor gymnastische oefeningen der eerstgenoemden is ook hier gezorgd. Den rector komt den lof toe dat bij openhartig met zijne kweekelingen verkeerend, hun goede beginselen inboezemt en zich beijvert om hen goed voor te bereiden voor de akademische studien.