Home | Sitemap | Contact Us


Verslag nopens den staat der lagere scholen in Drenthe bezocht door H. Wijnbeek in 1836.

EERSTE SCHOOLDISTRICT: G. Benthem Redingius. Assen, Anloo, Eekst, Gasselte, Gieten, Rolde.

TWEEDE DISTRICT: H. Doornbos. Beilen, Eelde, Norg, Paterswolde, Peize, Rode, Heikersmilde, Kloosterveen, Boven-Smilde, Vries.

DERDE SCHOOLDISTRICT: C. Pothoff. Beilen, .Borger, Dalen, Odoorn, Oosterhesselen, Sleen, Zweelo.

VIERDE SCHOOLDISTRICT. P. Hofstede Crull. Meppel, Hoogeveen, Kockange, De Wijck.

0. Begeleidende brief

‘s-Gravenhage, den 25 February 1837.

Sedert den aanvang van 1833 zijn met mijnen post van inspecteur der Latijnsche scholen vereenigd de werkzaamheden van den met dat tijdslip opgeheven post van hoofdinspecteur voor het middelbaar en lager onderwijs. Tevoren plagt ik telkenjare een gedeelte der Latijnsche scholen provinciegewijze te bezoeken en van mijne bevinding bij die bezoeken verslag te doen. Hiermede ben ik voortgegaan, doch met het jaar 1833 heb ik aangevangen tevens de voornaamste middelbare en lagere scholen te bezoeken en heb ik telken jare ook de slotsom mijner bevinding in den vorm van een verslag aan het departement van binnenlandsche zaken aangeboden. Zoodanig verslag ben ik thans nog verschuldigd met betrekking tot de middelbare en lagere scholen, welke in den loop des vorigen jaars door mij bezoht zijn geworden in de provincien Utrecht, Groningen en Drenthe. Ik heb de eer hetzelve Uwe Excellentie mits deze aan te bieden.

Ik heb gelegenheid gehad de gebreken, die ik in de provincien Groningen en Drenthe heb opgemerkt, en in mijn verslag heb aangewezen, aan de heeren gouverneurs en schoolopzieners mede te deelen. Mij is door hen de verzekering gegeven dat zij hunne zorgen daarheen zouden rigten dat die gebreken allengskens wierden weggenomen.

Provincie Drenthe

Eenvoudigheid van levenswijze en zeden en gehechtheid aan den geboortegrond behooren onder de grondtrekken van dit gewest in het algemeen. Diezelfde trekken kenmerken ook de inrigting van het schoolonderwijs. De leerwijze van Wester1 ten aanzien van het lezen, zijnde eene verbeterde spelmethode, treft men nog aan bij het meerendeel der scholen. In eene enkele school heeft zich de klankmethode van Prinsen2 eenen weg gebaand. In de overige wordt die van Nieuwold3 gevolgd of ook wel vereenigd met Westers methode. Het taalkundig onderwijs is meestal beperkt tot hetgeen onmisbaar is te weten voor leerlingen uit den boerenstand. Getal- en vormleer is er nog weinig ingevoerd en de aardrijkskunde beperkt zich veelal binnen eenen engen kring, doch welke voldoende mag gerekend worden voor den stand der leerlingen. Het schrijven, het rekenen, de zangkunst, is slechts zelden tot eene groote hoogte opgevoerd. Doch hetgeen, waardoor de scholen zich algemeen op het gunstigst onderscheiden, is de godsdienstige en zedelijke strekking, welke schier overal aan het onderwijs gegeven wordt. Er zijn voorts verscheidene wel ingerigte schoollokalen, doch er zijn er ook, die gebrek hebben aan genoegzame ruimte. aan het behoorlijk invallend daglicht en aan een toereikend getal schrijftafels.

Er zijn niet meer dan vier schooldistricten, doordat de provincie wel eene groote uitgestrektheid, doch vooral op de heide- en zandige streken, geen groot getal dorpen heeft. De slotsom van hetgeen mij bij het schoolbezoek het meest in het oog is gevallen, zal ik laten volgen.

Bij het verslagen van andere provincien heb ik de aandacht gevestigd op bet verschil, hetwelk ik had opgemerkt in de meerdere of mindere mate van verbetering, welke het onderwijs, de schoollokalen en de scboolmeubelen hadden ondergaan in de onderscheidene schooldistricten.

In de provincie Drentbe is mij dit onderscheid niet zeer in het oog gevallen. Het voornaamste echter, waarop door de schoolopzieners zal behooren acht gegeven te worden, is, bij iedere vrage om subsidie voor een nieuw schoollokaal, het plan voor hetzelve wel te onderzoeken en het daarheen te rigten dat het gebouw zij langwerpig in de rigting van het oosten naar het westen; dat alleen van die zijden het daglicht door groote glazen ramen invalle en de tafels alle in dier voege geplaatst worden, dat de onderwijzers en de leerlingen tegenover blinde muren staan. Zoodoende zal er geen valsch licht op de borden, geen schaduw op de schriften vallen en des zomers de zonnestralen niet hinderen. In deze provincie is geen enkele kostschool. Het is waar, er is te Assen een Instituut voor jongens, doch hetzelve behoort onder de Latijnsche scholen.

NOTEN

1. H. Wester, 1752-1821; zeer verdienstelijk schoolhervormer.

2. P. J. Prinsen, 1777-1854; 1801 hoofd van de Nutsschool te Haarlem; 1816 directeur der Rijkskweekschool; hij gaf o.a. uit: Leerwijze om kinderen te leeren lezen (1817).

3. J. H. Nieuwold, 1737-1812; studeerde theologie te Groningen en Utrecht; 1765 predikant te Heumen, 1766 te Oldeboorn, 1772 te Wartena; 1801 schoolopziener; hij verbeterde in het bijzonder de leesmethode.

4. G. Benthem Reddingius, 1744-1844; 1795 predikant te Minnertsga, 1796 te Schildwolde, 1807 te Waardenburg, 1809 te Assen.

5. J.H. Pestalozzi, 1746-1827; bekend Zwitsers pedagoog.

6 H. Doornbos, 1788-1872; 1810 predikant te Peperga, 1820 te Hijkersmilde en Kloosterveen; 1867 emeritus.

7. C. Pothof, 1766-1844; 1789 conrector te Oldenzaal, later te Meppel, bekleedde na 1798 verschillende ambten, o.a. vanaf 1834 dat van vrederechter te Assen.

8. P. Hofstede Crull, 1797-1871; studeerde medicijnen te Groningen; 1822 gepromoveerd; geneesheer te Meppel.

Reinsma: "In de Nieuwe Drentse Volksalmanak van 1965 werd het onderwijsverslag over het lager onderwijs in Drenthe in 1844 gepubliceerd. Er is echter nog een tweede verslag, gedateerd 4-3-1837 en berustend in het Algemeen Rijksarchief te Den Haag (Archief Binnenlandse Zaken, Vijfde afdeling, 4-3-1837 no. 79). Dat hier is weergegeven."

Het Verslag van Wijnbeek is heruitgegeven in De Nieuwe Drentse Volksalmanak 1965 en 19