Home | Sitemap | Contact Us


Leesles. Meester Schaberg en zijn geschenk in 1863. LESSEN 2011 nr 1

Marry Remery

Meester J. P. Schaberg was van 1844 tot 1895 schoolhoofd in Den Haag van de eerste armenschool die door de Hervormde Diaconie was opgericht. Hij was een diep gelovige man en een vurig aanhanger van het Koningshuis. In 1863 schreef hij een historisch boekje als geschenk voor de Nederlandse kinderen, ter herinnering aan de gebeurtenissen in 1813. De inhoud van het bijzondere boekje, de opvattingen van de schrijver en enige achtergrondinformatie over zijn school treft u in dit artikel aan.

Wat God gedaan heeft?
De voorbereidingen van het gouden jubileum waarbij werd herdacht dat de Franse bezetters uit ons land vertrokken, waren voor schoolmeester Schaberg aanleiding om een informatief boekje te maken. In zijn voorrede gaf hij de volgende motivatie:
‘Leergierige kinderen hebben aan hun Ouders en Meesters gevraagd, en vragen nog, wat het eigenlijk voor een feest is, of wat het moet beteekenen. Voorzeker hebben vele Ouders aan dat verzoek voldaan en medegedeeld, wat hun geheugen of geschiedboeken hun daarvan herinnerde. Velen misten wellicht de gelegenheid om naar behooren over deze gewigtige zaken te spreken en zouden misschien gaarne hebben, dat zij hunnen kinderen een boekje konden in handen geven, dat opzettelijk over die gebeurtenissen handelt.’
Het was niet de bedoeling dat het boekje gelezen en daarna weggelegd zou worden. Het moest gedurig herlezen worden en overdacht ‘opdat de kinderlijke ziel er levenswijsheid in vinde en er levenswijsheid uit opzamele: levenswijsheid, ook uit de ervaringen van het voorgeslacht.’
Het eerste hoofdstuk begint met een gelijkenis van een vader die zijn drie zonen elk een huis schenkt. Een van de kinderen haalt zeer slechte vrienden binnen, maar komt gelukkig na enige tijd tot inkeer en weet hen met hulp van een trouwe dienaar te verdrijven. Aan het einde van het hoofdstuk vertelt de schrijver dat de vader in de vergelijking God is, de onverstandige knaap het Nederlandse volk, de slechte vrienden de Fransen en de trouwe dienaar en huisbewaarder Prins Willem van Oranje, twee jaar later Koning Willem I.
In de negen hoofdstukjes die volgen wordt gedetailleerd geschetst dat God in 1813 ‘door zijn machtige hand het lieve Vaderland van de Fransche overheersing heeft verlost’. 

Een jammerlijke verblinding, een ijdele vreugd en een diepe ellende
De titels van enkele hoofdstukjes geven al aan hoe Schaberg tegen de komst van de Fransen aankeek en hoe hij de opvattingen van de patriotten beschreef. Na het vertrek van stadhouder Willem V moesten de Nederlanders de armoedige Franse soldaten voeden en kleden, en als dat was gedaan kwam er weer een nieuw uitgehongerd regiment. De belastingen stegen explosief en de handel lag vrijwel stil, zodat de welvaart sterk daalde. Onder het bewind van Koning Lodewijk Napoleon werd de rente van de torenhoge schulden van de Staat slechts voor een derde deel vergoed en de maatregelen, na de inlijving door keizer Napoleon, brachten nog meer onrechtvaardige moeilijkheden mee. In deze zwart-wit-tekening is het niet verwonderlijk dat de schrijver van het boekje de val van Napoleon ziet als een gerechte straf van de machtige God.

Een blijde inkomst
De voorbereidingen voor de terugkeer van het Oranjehuis beschrijft Schaberg met superlatieven. De Prins was diep getroffen door het verzoek om terug te keren uit Engeland. Hij vergat de smaad die zijn familie was aangedaan en toonde zich dadelijk bereid om aan de roepstem van het volk dat hij liefhad, gehoor te geven. De landing van de vissersboot in Scheveningen, in november 1813, was een onvergetelijke gebeurtenis en volgens de schrijver was de vreugde en ontroering enorm groot. Velen  snikten van aandoening bij het zingen van het Wilhelmus. Het boekje besluit met een fraai Oranjelied op de wijs van het Engelse volkslied.
Vervolgdeeltje over de Overwinning bij Waterloo
In een vervolgdeeltje, dat meester Schaberg twee jaar later maakte over de slag bij Waterloo, gaf hij een ooggetuigenverslag van de herdenkingsactiviteiten die in 1913 plaatsvonden. Hij beschreef de feestelijkheden op de scholen, de gezangen en de blijde vooruitzichten voor de welvaart in ons land. Hij schetste ook uitvoerig de ontwikkelingen in Europa en de Oranjemoed bij de laatste veldslag, vooral van Koning Willem II. De totstandkoming van het monument dat in Den Haag op Plein 1813 werd opgericht, werd door hem nog niet besproken in 1863. Het paste wel heel goed bij de romantische en nationalistische gevoelens van vele Nederlanders in de tweede helft van de negentiende eeuw.

Meester Schaberg, 59 jaar onderwijzer
Johannes Paulus Schaberg was op 20 januari 1818 in Rotterdam geboren. Hij was twaalf jaar lang leerling en kwekeling van de 2e Stadstussenschool waar M. Gouka hoofd was. Na het behalen van de onderwijzersakte 2e rang stapte hij over naar de 1e Stadstussenschool. Ook het hoofd van die school, J.G. Kuyper, was zeer tevreden over de veelbelovende, ijverige jongeman. Toen de Hervormde Diaconie in Den Haag een armenschool in de binnenstad oprichtte, solliciteerde hij met succes naar de functie van schoolhoofd; een taak die hij 51 jaar lang zou vervullen. Hij verdiende een jaarsalaris van duizend gulden per jaar, plus vrij wonen, vuur, licht en medicijnen. Het oude schoolgebouw, het voormalige Nicolaasgasthuis in de Halstraat achter de Jacobskerk, werd voor elfhonderd gulden gehuurd door de Diaconie. Er was ruimte voor achthonderd kinderen in twee lokalen die door een glazen wand waren gescheiden. In het jaarverslag over 1840 werden al 687 leerlingen op de dagschool en 125 op de avondschool geteld. In elk lokaal bevonden zich drie klassen met elk acht lange tafelbanken. Schaberg werd geholpen door vijf ondermeesters en zeven kwekelingen. Aan de muur hingen platen van Van Lummel en platen over de Bijbelsche geschiedenis. Langs de muur waren kapstukken en stond een grote kachel. Pas na de pensionering van meester Schaberg in 1895 werd een nieuwe school gebouwd aan het Westeinde 68. De voorgevel hiervan is nog intact. Tijdens zijn lange schoolloopbaan werkte Schaberg mee aan verschillende tijdschriften van de onderwijzers (verenigingen) die zich sterk maakten voor de emancipatie van het christelijk onderwijs. Zoals bijvoorbeeld: ‘De Nederlandse Paedagoog’, ‘Maandschrift voor Christelijke opvoeding in school en huis’, ‘Hoop des Vaderlands’ en ‘Paedagogische bijdragen’. Verder schreef hij diverse boekjes over Luther, de onoverwinnelijke Vloot en het Oranjehuis. Hij was dan ook erg blij met de Koninklijke onderscheiding tot Ridder in de orde van Oranje Nassau, die hij in 1898 ontving. Schaberg overleed in 1903. Zijn jongste dochter was betrokken bij de opleiding van christelijke onderwijzers, nadat zij gehuwd was met J. de Visser Smits, directeur van de christelijke kweekschool in Den Haag. In 1899 werd de naam ‘Armenschool’ gewijzigd in ‘Diaconieschool’ en vanaf 1932 werd de naam ‘Meester Schabergschool’ gebruikt. Onder deze naam is de protestants-christelijke school nog steeds bekend, na de verhuizing naar een nieuw gebouw in de Sirtemastraat in 1992.
Literatuur
Deurman, W.A. (1946). ‘k Zal gedenken. Enkele bladzijden uit de geschiedenis van de Meester-Schabergschool ter herdenking van haar honderdjarig bestaan. 1844 20 mei 1944. Den Haag.
Haags Gemeente Archief (HGA). Archief van de Schoolverenigingen die zijn opgegaan in de Stichting Christelijk Onderwijs. Toegangsnummer 0637-01.
Kuiper, J. (1904). Geschiedenis van het Christelijk lager onderwijs in Nederland (16 n.chr-1904). Amsterdam: H.A. van Bottenburg.
Schaberg, J.P. (1863). Wat God gedaan heeft. Een geschenk voor Nederlandsche kinderen ter herinnering aan november 1813. Amsterdam: H. de Hoogh.
Schaberg, J.P. (1865). De getelde dagen. Een geschenk voor Nederlandsche Kinderen op het Gouden Gedenkfeest van de Overwinning bij Waterloo. ’s Gravenhage: A. van Hoogstraten en zoon.
Troost, J.L. (1977). Grepen uit de geschiedenis van de scholen der Hervormde Gemeente te ’s Gravenhage 1843-1977 en van de scholen uitgaande van de Christelijke mulo vereniging te ’s Gravenhage 1905-1977. Den Haag: SCO.
De afbeeldingen zijn afkomstig uit het Haags Gemeentearchief Beheersnummer 0637.

Van 1844 tot 1895 was de christelijke school van meester Schaberg gevestigd in het voormalige Nicolaasgasthuis in de Halstraat achter de Jacobskerk.

In 1863 schreef meester J.P. Schaberg een schoolboekje ter gelegenheid van de herdenking van de gebeurtenissen in 1813

Meester Schaberg (1818-1903) met zijn gezin, hij was 59 jaar onderwijzer en nog eens zes jaar kwekeling.

Schaberg (1863).

Schaberg (1863), Voorrede.

Schaberg (1863), VIII.

Kuiper (1904), 365-368.

Deurman (1946), 19-35.

Troost (1977), 62-74.

www.schabergschool.nl