Home | Sitemap | Contact Us


Kleine zangbundel voor de volkszangdag van 1922. LESSEN 2008 nr 4
Marry Remery

In de negentiende en twintigste eeuw zijn diverse malen initiatieven genomen om schoolkinderen vertrouwd te maken met het gezamenlijk zingen van volksliederen. Meestal deed elke zuil dit afzonderlijk in eigen kring, soms op initiatief van aparte verenigingen voor volkszang voor socialisten, katholieken en protestanten. Een zangbundeltje uit 1922 toont echter aan dat interzuilaire samenwerking bij het organiseren van een volkszangdag in sommige steden jarenlang succesvol was.

Vorm en inhoud
Het liederenboekje voor de volkszangdag in 1922 is een klein eenvoudig boekje met tien liedjes, waarvan de tekst op gebruikelijke wijze onder de notenbalken staat. Op de voorkant is een romantisch aandoende pentekening te zien van een luitspeler in een lieflijk landschap, omringd door een groepje middeleeuws geklede mannen, vrouwen en kinderen. Het was de bedoeling dat het boekje op brede schaal verspreid zou worden, want er is sprake van het 11e tot 50ste duizendtal. De prijs was betrekkelijk laag en daalde bij afname van meerdere exemplaren; van 1 tot 15 exemplaren was dat vijftien cent per stuk en boven de 250 twaalf cent. Partituren voor pianobegeleiding en partijen voor harmoniekapellen waren los verkrijgbaar.
Uit de titels van de tien gekozen liederen blijkt dat de onderwerpen voor een groot gedeelte bedoeld waren om natuur- en vaderlandsliefde te vergroten en op te wekken tot flinkheid en stoer gedrag van de jongens en knus genieten voor de meisjes. Het eerste liedje is een lofzang op de duinen, met tekst van J.P. Heye en muziek van L.A. van Tetterode, het tweede liedje is het bekende ‘Onder moeders paraplu’ van Anna Sutorius en muziek van J.P.J. Wierts. De overige liederen gaan over Hollandsche jongens, een schoenlappertje, eigen land, de zee, huzaren en dergelijke. Het laatste lied ‘Naar huis’ is een marsliedje van L.J. Sicking dat flink gezongen moet worden bij het eind van een wandeling:
‘Een twee, een twee. Jongens maakt de passen mee. Trapt dan, stapt dan. Of d’r een tambour gaat voor-an. Neemt je passen niet te breed, wij zijn thuis nog voor je ’t weet, stap, stap. Stap. Flink maar niet te rap. Zingen houdt de kinders zoet. Zingen geeft den jongen moed.’
In de korte toelichting aan de binnenkant van de kaft van de zangbundel roept de ere-voorzitter van de commissie voor de volkszangdag, Minister van Onderwijs Dr. J.Th. de Visser, alle gemeenten van Nederland op een nog bekend te maken datum in juli de liederen met de schoolkinderen te zingen. Alle harmonie- en fanfaregezelschappen werden uitgenodigd, om op de aangegeven avond in juli volksconcerten te geven waarop de liederen werden gespeeld en door alle aanwezigen meegezongen.

Selectie van liederen en organisatie
In 1920 werd voor het eerst een volkszangdag gehouden in Amsterdam, Rotterdam, Den Haag, Alkmaar Zutphen, Hengelo en Utrecht. Zanglustige vijfde- en zesdeklassers kwamen onder leiding van hun onderwijzers op een centrale plaats bijeen om de liederen uit de bundel te zingen die door een landelijke commissie voor de volkszangdag waren geselecteerd. In 1921 werd geen bundel uitgegeven, omdat in de commissie verschil van mening was ontstaan over de keuze van de liederen. De protestantse vertegenwoordigers vonden het belangrijk dat het Wilhelmus als eerste werd gezongen, de socialisten hadden hiertegen grote bezwaren en het Wilhelmus kwam daarom - ook later niet - op de lijsten voor. Ook bleek uit de evaluaties, die gehouden werden tijdens het eerste en tweede volkszangcongres in 1921 en 1922 in Amsterdam, dat de nieuwe liederen die speciaal gemaakt waren voor de gelegenheid vaak wat gekunsteld waren en minder populair waren dan oudere volksliedjes die algemeen bekend waren. Sommige steden maakten dan ook een geheel eigen keuze. In Delft begon in 1923 bijvoorbeeld de eerste volkszangdag onder leiding van de hoofdonderwijzer G.J. van Veldhoven met het Wilhelmus. Ruim tweeduizend schoolkinderen uit de vijfde en zesde klas van de lagere school namen elk jaar deel aan de gezamenlijke happening, onder het toeziend oog van familieleden en bekenden. In het gemeentelijk onderwijsverslag van 1930 lezen we iets over de organisatie:
‘De volkszangsdag werd gehouden op zaterdag vijf juli, des avonds te zeven uur op de markt. De deelname der scholen was ditmaal zeer groot. De kinderen werden in drie groepen van de scholen gehaald en marcheerden tegen zeven uur, voorzien van de schoolvlaggen, het marktplein op. Van zes tot zeven uur werden de liederen op het Carillon gespeeld door den heer Storm. De leiding van den zang en het muziekkorps der Harmoniekapel was weder in handen van de heer G.J. van Veldhoven. De padvinders zorgden voor het vlugge verspreiden van de programma’s.
Uit een lijstje dat in het Gemeentearchief van Delft bewaard is gebleven, blijkt dat bij de keuze van de liederen het accent lag op bekende volksliedjes die gemakkelijk in het gehoor lagen. In het Zutphen is ook een verzameling foto’s en krantenartikelen bewaard gebleven van de volkszangdagen in de jaren twintig en dertig uit de twintigste eeuw. Ook hier grote groepen schoolkinderen in de zon of regen, een enthousiaste dirigent en een begeleidende harmoniekapel. Zij volgden wel grotendeels de selectie uit de landelijke volkszangbundeltjes, die tot 1935 zijn verschenen, en waarvan er verschillende in de collectie van het onderwijsmuseum zijn te vinden.

Doel van de volkszangdag en vervolg in 2007.
De bedoeling van de volkszangdag was vooral educatief-normatief: De schoolkinderen vertrouwd maken met erfgoed van de Nederlandse zangkunst en het bevorderen van plezier in samenzang. In de volkszangbundel van 1922 staat het als volgt omschreven:
‘Deze tien liederen moeten het eigendom worden van ons geheele Nederlandsche Volk, maar vooral van onze kinderen. Niet alleen de melodieën, maar ook de woorden moeten door ieder van buiten worden gekend. Eerst wanneer DAT zal worden bereikt, wanneer deze liedjes werkelijk een schat zijn geworden, die wij altijd bij ons hebben, waarmede onze kinderen het leven ingaan, die hen en ons vergezelt bij onze genoegens bij onze vreugden en bij onzen arbeid, in onzen huislijken kring en daarbuiten, eerst dan acht onze Commissie haart werk van nut. Moge onze Commissie bij haren arbeid de medewerking ondervinden van ALLEN.’
In hoeverre deze doelstelling overal werd gehaald is mij niet bekend. Wel weet ik dat in mijn geboorteplaats Delft, door een speciaal daartoe opgericht comité, jaarlijks een volkszangdag werd georganiseerd. In 1969 werd de laatste uitvoering gegeven en stopte het comité, omdat uit een enquête bleek dat de helft van de scholen niet meer bereid was om mee te werken aan de voorbereidingen, het was niet meer eigentijds en de organisatie was lastig.
Bij oudere Delftenaren roept de term volkszangdag echter zoveel positieve gevoelens op dat in 2007 voor het eerst weer een volkszangdag werd georganiseerd onder leiding van 87-jarige dirigent Pierre van Hauwe. Hij wist, net als in de jaren vijftig en zestig, op vakbekwame wijze de drieduizend, nu vooral oudere, aanwezigen zo te laten samen zingen dat het goed klonk en ieder er veel plezier in had. De liedjes waren als vanouds gekozen uit titels zoals ‘De Zilvervloot, De uil die in de olmen zat, Drie schuimtambours en het Wilhelmus’. De ervaringen waren zo positief dat in 2008 de traditie wordt voorgezet en er in mei 2008 een ‘Stichting Volkszangdag Delft’ is opgericht. De samenstellers van de zangbundel uit 1922 kunnen tevreden zijn met deze actie. Misschien dat de tijd rijp is om met de hoogste groepen van de basisscholen weer eenmaal per jaar in de zomer samen te zingen op lokaal niveau. Het zangonderwijs in de scholen kan naar mijn mening wel een dergelijke impuls gebruiken.

Literatuur
Morsman, M. (2004). Volkszangdag. Broederlijke verbanning van het straatlied? Bachelor-eindwerkstuk Muziekwetenschap. Universiteit van Utrecht.
Morsman, M. (2005). De Volkszangdag. In: Tijdschrift voor de historie van Zutphen en omgeving. 2005-2.
Remery-Voskuil, M.E.M. (2006) Vier lagere scholen in de binnenstad van Delft. Deel 3 van de Historische Reeks over Delftse scholen. Voorburg: Ohis Research.
Volkszangdag 1922. Kleine zangbundel voor het Nederlandsche volk. Uitgegeven door het Centraal Bureau van den Nederlandschen volkszangbond. Roermond: J.J. Romen&Zonen.

Bronnen
Gemeente Archief Delft. Archief nr. 291.
Stadsarchief Zutphen, Archief nr. 274.
Krantenknipsels en e-mails over de volkszangdag 2007 in Delft.

Afbeelding 1. Kaft van de volkszangdagbundel  van1922.
Afbeelding 2. Volkszangdag op de Markt in Delft in 1926 onder leiding van G.J. Van Veldhoven. (vermelden dat deze foto afkomstig is uit het Gemeente Archief van Delft).

Volkszangdagbundel (1922).

Volkszangdagbundel (1922), 15.

Morsman (2004), 11-12

Gemeentelijk Archief Delft, Archief nr. 291.

Stadsarchief Zutphen, Archief nr. 274; Morsman (2005), 44-51.

Volkszangdagbundel (1922). Binnenkant kaft.

Delftse Post, woensdag 29 augustus 2007, 2-3.