Home | Sitemap | Contact Us


Schrijfonderwijs van de Broeders van Maastricht. Loopend schrift van P.O. Broeders, en Vaardig en sierlijk schrijven

We gaan een stap terug in de tijd om de ontwikkeling van het schrijfonderwijs te volgen. Het laatste kwart van de negentiende eeuw leerden de jongens op de Vincentiusscholen schrijven van een ware schrijfkunstenaar. Broeder Landelinus van Gool, kon prachtig kalligraferen en maakte menig kunstwerkje bij jubilea van bestuursleden of medebroeders. Hij instrueerde zijn medebroeders met aanwijzingen in ‘De schrijfcursus’.57 Dit vormde de basis voor een nieuwe schrijfmethode die bekend werd onder de naam ‘P.O. Broeders, cursus loopend schrift’. In 1907 kreeg de piepjonge broeder Eufrasius van Otten onverwacht een uitnodiging voor het bijwonen van een feestavond. In de pauze maakte broeder Cyprianus hem duidelijk dat hij op korte termijn een nieuwe schrijfmethode moest ontwikkelen op basis van het pas geïntroduceerde lopend schrift. Dat werd zo genoemd omdat elk woord vanaf het begin zo veel mogelijk geschreven moest worden zonder onderbreking. Broeder Eufrasius had in zijn tweede klas al positieve ervaring opgedaan met deze vorm van schrijven. Een beetje verlegen met deze opdracht verzamelde hij in stilte handschriften van medebroeders, en hij analyseerde welke lettervormen zij het meest gebruikten. Een overzichtsblad stuurde hij naar enkele grote broederhuizen en vroeg om de meest wenselijke letters te onderstrepen. Uiteindelijk maakte Eufrasius zelf een keuze daaruit. Hij benadrukte dat iedere onderwijzer in de school strikt dezelfde schrijfwijze moest hanteren en zeer goed op orde en netheid moest letten. De methode werd goed onthaald en intensief gebruikt, de ‘methode Broeders’ werd een begrip.58
Toen broeder Eufrasius in 1920 naar Indië werd gezonden, zette broeder Eufronius Loogman zijn werk voort. In de handleiding stond dat het doel van de methode was de kinderen een duidelijk, regelmatig, vaardig en lopend schrift te leren. Het schrift was duidelijk als alle letters geheel werden afgemaakt en onderling evenwijdig stonden. Het schrift werd regelmatig genoemd als alle letters even groot waren, even schuin stonden en even ver van elkaar af. Het schrift was vaardig als voldoende snelheid werd bereikt. De ‘methode Broeders’ bestond uit acht schriften en een kleine handleiding, uitgegeven bij Malmberg. De omslag was getekend door Henri Leeuw en liet een hand zien met een pen erin. In de eerste twee klassen werd met potlood geschreven en niet op de lei. In de handleidingen stonden verschillende bezwaren tegen het gebruik van lei en griffel, onder andere dat het onhygiënisch was, slordig werken bevorderde en dat kinderen te hard drukten met de griffel en dat later moesten afleren. Het schrijven met pen en inkt begon vanaf de derde klas. De methode gaf veel oefening maar zorgde daarbij wel voor variatie. In de hogere klassen werden de lettervormen voortdurend herhaald.59
Vaardig en sierlijk Pas midden jaren dertig werd de behoefte gevoeld om een nieuwe schrijfmethode te ontwikkelen omdat in de scholen waar het globaal lezen was ingevoerd, de ‘methode Broeders’ niet meer aansloot. Onder het pseudoniem van E.B. van Westende maakte broeder Beda Meuwissen de handleiding voor ‘Vaardig en sierlijk’ met de ondertitel ‘Schrijfmethode op de grondslag van het globaal schrijven’. Hij vond dit belangrijk omdat hij als leraar opvoedkunde aan de kweekschool zag dat er verbeteringen nodig waren. Broeder Eufrasius, terug uit de missie, had niet zoveel affiniteit met globaal lezen, maar maakte met zijn keurige handschrift wel de zeven voorbeeldboekjes.60 Na de Tweede Wereldoorlog verscheen nog een nieuwe schrijfmethode van de Broeders van Maastricht, ‘Graag en Goed’ onder de schrijversnaam L.L. van Spangen (pseudoniem van broeder Eufronius Loogman). Het bestond uit een mapje met overtrekkaarten voor het eerste schrijfonderwijs en uit een toelichting.61