Home | Sitemap | Contact Us


Rekenonderwijs van de Broeders van Maastricht. Boeiend rekenen

Na de Tweede Wereldoorlog was er weer ruimte en tijd om de nieuwe inzichten over leren en onderwijzen nader uit te werken. Binnen de congregatie vonden discussies plaats over de vertaling van deze nieuwe opvattingen naar de praktijk. In dit geval werkten de broeders Siardus, Liduino, Bernoldus, Longinus, Bavo, Renus, Paschalius, Maternus en Rafaël samen onder de naam W.E. Wanders. Dat betekende ‘weer eens wat anders’. In de methode ‘Boeiend rekenen’ werd een poging gedaan om de opvattingen over rekenen als vormend vak te integreren met de traditionele rekendidactiek. De grondgedachten waren: ontwikkeling is een groeiproces, de affectiviteit speelt een voorname rol in het proces en de structuur van de getallenwereld moet maximaal worden benut. Dit betekende dat rekening werd gehouden met wat het kind aan voorschoolse ervaringen meebracht en dat daarop voortbouwend gelegenheid gegeven werd om zelf verder ontdekkingen te doen en te experimenteren. Langs vaste oplossingsschema’s stuurden de onderwijzers aan op productief denken door de leerlingen en zij moedigden ook de durf aan om die oplossingen te zoeken. De methode wilde rekenen tot een boeiende bezigheid maken. Dit kwam vooral tot uiting in de mondelinge lessen die heel gevarieerd waren, maar ook in de aanbieding van de korte vraagstukjes in de rekenboekjes. De boekjes waren aantrekkelijk gemaakt door de tekeningen van Wim Hagemans. Voorts was er ook al sprake van enige differentiatie doordat er na elke les extra sommen waren onder de rubriek ‘vlug en goed en keurig werk = goed werk’.69 Het was dan ook geen wonder dat de methode goed aansloeg en in de jaren zestig intensief werd gebruikt. Malmberg zorgde voor lezingen, bijvoorbeeld op 15 maart 1963 op de Bezuidenhoutseweg.

Bij de onderwijsvernieuwingen vanuit het Centrum Onderwijs Service (COS) werkte (oud-)broeder Ger Janssen als onderwijsbegeleider voor de vernieuwing van het rekenonderwijs en hij maakte activeringsmappen voor rekenen, die bij Malmberg werden uitgegeven. In die tijd was de rekendidactiek volop in ontwikkeling en was wiskundig rekenen een nieuw begrip. Vanaf 1975 werkte hij mee aan het Wiskivon-project van het Instituut voor de Ontwikkeling van het Wiskunde Onderwijs in Utrecht. Ger Janssen was zelf leerling geweest van de Carolusschool en volgde de onderwijzersopleiding in Maastricht. In die periode verschenen ook rekenactiveringsprogramma’s en werkbloks zoals ‘Kien’ en ‘Al doende’ met opgaven voor zelfstandige en vlugge leerlingen.70