Home | Sitemap | Contact Us


1889 Onderwijswet TITEL V. VAN HET TOEZICHT OP HET LAGER ONDERWIJS.

Artikel 67. Het toezigt over het lager onderwijs in het geheele Rijk is opgedragen aan Onzen Minister, die met de uitvoering (lezer wet is belast.

Dat toezigt wordt onder zijne bevelen uitgeoefend door de inspecteurs, de districts-schoolopzieners en de arro dissements-schoolopzieners.

Artikel 68. Het ambtsgebied van iederen inspecteur omvat eene of meer provinciën , dat van iederen districts-schoolopziener een der districten, waarin de provinciën door Ons worden verdeeld.

De inspecteurs en de districts-•schoolopzieners worden door Ons benoemd , geschorst en ontslagen.

Zij genieten , behalve Bene vaste jaarwedde, vergoeding voor reis-en verblijfkosten uit 's Rijks kas.

Zij bekleeden geen ambten of bedieningen zonder Onze toestemming.

Ingeval van ziekte; afwezigheid, schorsing of ontstentenis wordt een inspecteur door een districts-schoolopziener, een districts-schoolopziener door een arrondissements-schoolopziener verenigen.

Onze Minister, met de uitvoering dezer wet belast, wijst den plaats-vervanger aan.

Artikel 69. Elk schooldistrict wordt door Ons verdeeld in minstens twee arrondissementen.

In ieder arrondissement is een nt run 1isseinonis-schoolopzieuer.

Die schoolopzieners worden door Ons benoemd voor den tijd van zes jaren.

De aftredenden zijn weder benoembaar.

Zij kunnen ten allen tij Ie door Ons worden ontslagen.

Zij genieten vergoeding voor reis- en verblijfkosten uit 's Rijks kas. Zij staan den districts-sehoolopziener ter zijde.

De verdeeling der werkzaamheden tusschen de districts- en arrondissements-schoolopzieners wordt door Ons geregeld.

Artikel 70. Het plaatselijk toezigt wordt uitgeoefend door burgemeester en wet-houders.

De gemeenterand kan ter nadere verzekering van het plaatselijk toezigt enne commissie instellen welke de bevoegdheden bezit, in de artt. 73 en 74 dezer wet omschreven.

Eene, plaatselijke Verordening regelt haare zamenstelling en inrigting.

Artikel 71. De leden der plaatselijke commissien, de arrondissements-schoolopzieners, de districts-schoolopzieners en de inspecteurs leggen hij de aanvaarding hunner bediening den eed of de belofte af, dat zij hunne pligten getrouw en naar bobo ren zullen waarnemen.

De aflegging van den eed of van de belofte geschiedt door de leden der plaatselijke commissie in handen van den burgemeester en door den burgemeester, is deze zelf tot lid der commissie benoemd, in handen van den kantenregter; door de arrondissements-schoolopzieners en de districts-schoolopzieners in handen van Onzen Commissaris in de provincie; door de inspecteurs in handen van Onzen Minister, met de uitvoering dezer wet belast.

Bij herbenoeming wordt de eed of belofte niet op nieuw afgelegd.

Artikel 72. Behalve de ambtenaren , in art. 3 n°. 1—6 , van liet Wetboek van Strafvordering genoemd, zijn tot liet opmaken van proces-verbaal van de overtredingen dezer wet en van andere verordeningen op het lager onderwijs bevoegd de leden van het collegie van burgemeester en wet-houders, de voorzitters en leden der plaatselijke commissiën van toezigt, de arrondissements-schoolopzieners en de districts-schoolopzieners ende inspecteurs, ieder binnen de grenzen van zijn ambtsgebied.

Artikel 73. Voor leden van het collegia van burgemeester en wethouders, voor de voorzitters en leden der plaatselijke commissien van toezigt, voor de arrondissements-schoolopzieners, voor de districts-schoolopzieners en voor de inspecteurs, ieder binnen de grenzen van zijn ambtsgebied, moeten alle scholen, waar lager onderwijs wordt gegeven , zoo open-bare als bijzondere, steeds toegankelijk zijn en op hunne aanvrage onverwijld worden geopend. De Loofden dier scholen en de overige onderwijzers zijn gehouden aan hen of aan Onzen Minister, met de uitvoering dezer wet belast, de verlangde inlichting omtrent de school en het onderwijs e geven. Zij zijn hiertoe verpligt in eiken vorm, waarin die inlichtingen gevraagd worden, hetzij schriftelijk , hetzij mondeling , en zoowel bij gelegenheid van het schoolbezoek , als op andere tijdstippen.

Artikel 74. De plaatselijke commissiën houden een naauwkeurig toezigt op alle scholen in de gemeente, waar lager onderwijs gegeven wordt, bezoeken die ten minste twee malen 's jaars , hetzij gezamenlijk, hetzij door commissiën uit haar midden, zorgen dat de verordeningen op het lager onderwijs stipt nageleefd worden ; houden aanteekening van het onderwijzend personeel , van het getal leerlingen en van den staat van het onderwijs ; doen jaarlijks vóor 1°. Maart aan den gemeenteraad een beredeneerd verslag van den toestand van het onderwijs in de gemeente en zenden daarvan afschrift aan den arrondissements-schoolopziener ; deelen aan dezen de belangrijke verandering mede, die het school-wezen heeft ondergaan ; geven hem, den districts-schoolopziener en den provincialen inspecteur alle inlichtingen die deze verlangen; verleenen den onderwijzers, die hare voorlichting , hulp of medewerking vragen, bijstand en beijveren zich den bloei van het onderwijs naar vermogen te behartigen.

Artikel 75. De arrondissements-schoolopzieners zorgen voortdurend bekend te blijven met den toestand van het schoolwezen in hun arrondissement; bezoeken twee malen 's jaars alle daarbinnen gelegen scholen , waar lager onderwijs wordt gegeven, en houden van dat schoolbezoek naauwkeurig aanteekening ; waken dat de verordeningen op het lager onder-wijs stipt nageleefd worden ; treden in overleg met de plaatselijke schoolcommissiën en de gemeentebesturen ; doen zoowel aan dezen als aan de districts-schoolopzieners de voorstellen die zij in het belang van het onderwijs achten ; doen aan den districts-schoolopziener na verloop van elke drie maanden opgave van de door hen gedurende dat tijdvak bezochte scholen ; geven hem kennis van al hetgeen hun bij het school-bezoek belangrijk is voorgekomen en verstrekken hem alle inlichtingen die hij verlangt ; behartigen de belangen der onderwijzers , bevorderen hunne bijeenkomsten en wonen die zooveel mogelijk bij.

Artikel 76. De districts-schoolopzieners zorgen zoo door schoolbezoek als door mondeling en schriftelijk overleg met de arrondissements-schoolopzieners, plaatselijke commissiën en gemeentebesturen voortdurend bekend te blijven met den toestand van het lager schoolwezen in hun district en de verbetering en den bloei daarvan te bevorderen ; zij oefenen het hun opgedragen toezigt met naauwlettendheid uit en waken , dat de verordeningen op het lager onderwijs stipt worden nageleefd ; zij doen aan den inspecteur de voorstellen , die zij in het belang van het onderwijs achten , en geven hem alle inlichtingen die hij verlangt.

Elk hunner doet jaarlijks voor 1°. Mei een beredeneerd verslag van den toestand van het lager onderwijs in zijn district aan den inspecteur toe-komen en zendt daarvan afschrift aan Gedeputeerde Staten der provincie.

Artikel 77. De inspecteurs trachten , zoo door schoolbezoek als door mondeling en schriftelijk overleg met de districts-schoolopzieners en arrondissementsschoolopzieners, plaatselijke commissiën en gemeentebesturen , de ver-betering en den bloei van het lager schoolwezen te bevorderen ; zij lichten Onzen Minister, met de uitvoering dezer wet belast, voor omtrent alle onderwerpen , waarover hun oordeel gevraagd wordt ; zij vervaardigen uit de jaarlijksche verslagen der districts-schoolopzieners en uit hunne eigene aanteekeningen jaarlijks een beredeneerd verslag omtrent den toestand van het onderwijs in de provincie of provinciën en zenden dit vóór 1°. Julij aan Onzen Minister voornoemd.

Artikel 78. De inspecteurs, districts-schoolopzieners en arrondissements-schoolopzieners hebben toegang tot de vergaderingen van alle plaatselijke commissiën binnen hun ambtsgebied en kunnen zoodanige vergaderingen beleggen.

In de vergadering hebben zij eene raadgevende stem.

Artikel 79. Bij het ontbreken eener plaatselijke commissie kunnen burgemeester en wethouders, in overleg met den arrondissements-schoolopziener , geschikte personen , buiten hun collegia gekozen , met het doen van schoolbezoek belasten.

Op zoodanige gecommitteerden is de eerste zinsnede van art. 73 toe-passelijk.