Periodiek van de Vereniging Vrienden van het Nationaal Onderwijsmuseum

 


 

220304. Schoolgeschiedenis in beeld. De Amsterdamse Huishoudschool door Bert Stilma

Wat heet toeval? Wandelend op het Leidseplein in Amsterdam stond ik even te leunen tegen een winkelpui toen een tweetal Engelssprekende rugzaktoeristen mij de weg vroeg naar het Youth Hostel in het Vondelpark. Ik wees ze de weg en toch een beetje nieuwsgierig geworden naar dat onderkomen nam ik me voor om die jeugdherberg (hoe nostalgisch) even later ook zelf eens op te zoeken. Ik wierp nog even een blik op een winkel met een al even nostalgische naam en spreuk: Tesselschade/Arbeid adelt. Thuis opzoeken! dacht ik al wandelend in het Vondelpark Al snel trof ik aan de rand van het park een imposant gebouw aan. Boven de ingang prijkten in grote letters de woorden 'Amsterdamsche Huishoudschool'. Thuis opzoeken! dacht ik opnieuw, niet wetende dat beide zoektochten naar een en dezelfde dame zouden leiden: Freule Jeltje de Bosch Kemper. Wat heet toeval?

 Freule Jeltje

Als dochter van Maria Aletta Hulshoff en van jonkheer Jeronimo de Bosch Kemper, advocaat-generaal en hoogleraar in de rechtswetenschap aan het Athenaeum Illustre, werd zij op 28 april 1836 geboren. Zij heeft haar gehele leven in Amsterdam gewoond tot zij in 1916 overleed. Freule Jeltje, zo werd zij al snel genoemd, heeft zich enorm ingezet als voorvechtster van de economische zelfstandigheid van vrouwen. Een kort overzicht van haar leven kan deze uitspraak verduidelijken.

Toen Jeltje op achttienjarige leeftijd de Franse meisjesschool verliet, ging zij niet verder studeren, maar bleef ze `gewoon' thuis wonen aan de Herengracht 573. Op de komende achttien jaren zou zij later in bitterheid terugzien. Zo stelde zij in een van haar dagboeken cynisch vast: "Wat ik gedaan heb van mijn achttiende tot mijn zesendertigste jaar, weet ik niet meer: borduren, tekenen, brieven schrijven, piano spelen, visites afleggen en lezen". Een levenspatroon dat zij saai en zinloos vond. In het jaar 1872 kwam daarin verandering. Van toen af aan ging de freule zich actief inzetten voor het recht van vrouwen om in hun eigen onderhoud te kunnen voorzien. Zo richtte zij de Algemeene Nederlandsche Vrouwenvereeniging Tesselschade op, die zich ten doel stelde voor beschaafde maar onbemiddelde vrouwen de mogelijkheden te openen om zelfstandig een beroep te kunnen uitoefenen als bijvoorbeeld kinderjuffrouw, verpleegster, huishoudster, onderwijzeres en - ingegeven door de slechte bereidingswijze van de maaltijden in vele armlastige huisgezinnen - ook kooklerares. Let wel: zelfstandig! Laat nu anno 2004 op de winkelruit van Tesselschade op een affiche een bericht staan dat de opbrengst van de winkelproducten gaat naar de studiefinanciering van vrouwen die via een opleiding uit de bijstand willen komen teneinde zo in eigen onderhoud te kunnen voorzien. De leuze `arbeid adelt' is geen loze kreet uit een ver verleden, maar wordt op een actuele wijze ingevuld.

 Amsterdamsche Huishoudschool

Promotie van kooklessen: voor dat ideaal vond de Freule een medestander in de persoon van mevrouw Hendrina H. Scholten-Commelin die pal achter het zandpad woonde; een zijweg naast het Vondelpark. De beide dames vatten het plan op om te komen tot de oprichting van een huishoudschool. In een circulaire zetten zij hun plannen uiteen. De reacties, voor het overgrote merendeel afkomstig uit de woningen aan de grachten, waren zeer positief. De gelden stroomden binnen. De beide dames legden bezoeken af bij reeds bestaande huishoudscholen in België en Engeland. In 1891 was het zover: De Vereeniging tot Instandhouding en Beheer van de Amsterdamsche Huishoudschool was een feit. Deze koos als voorlopige locatie ven deze niet-gesubsidieerde school een pand aan de Prinsengracht. Dat onderkomen was al snel te klein en Freule Jeltje, die na het overlijden van haar stiefmoeder aan het zandpad bij het Vondelpark was gaan wonen, was nu de achterbuurvrouw van Hendrina Scholten geworden. Vanwaar deze triviale uitweiding? Mijnheer Scholten kocht het lapje grond tussen de beide woningen op en schonk deze grond vervolgens aan het schoolbestuur van de huishoudschool. Daarop verrees in 1894 een kapitaal pand. De school floreerde enorm en trok ook de aandacht van koningin Wilhelmina die de school in 1900 met haar moeder, regentes Emma, bezocht. Zelfs officieren van het Franse leger wonnen inlichtingen in voor de opleiding van koks in hun kazernes. De school zond daarop docentes in de zomervakantie naar Frankrijk, die in 1914 hals over kop gesommeerd werden terug te keren vanwege de oorlogsdreiging. De gemeente Amsterdam schakelde het leraressencorps in om leiding te geven aan cursussen over de inmaak van voedsel: de Eerste Wereldoorlog was zojuist uitgebroken. Al die jaren heeft de school vele meisjes opgeleid. Daarin kwam een breuk door de Tweede Wereldoorlog, aangezien de Duitsers het pand vorderden voor eigen gebruik. Toen het pand daarna weer als huishoudschool dienst deed, waren haarjaren grotendeels geteld. De school verloor langzamerhand haar aantrekkingskracht. Afgaande op de informatie van een scholiere die deze school nog in de jaren zestig bezocht, was het programma weinig emancipatorisch en `uit de tijd'. Ze heeft geen flitsende herinneringen overgehouden aan de stage die ze moest lopen bij particuliere adressen in AmsterdamZuid om in de praktijk toe te passen hoe ie bedden moest opmaken en eten diende te bereiden. De schooldeuren werden gesloten en de gemeente Amsterdam gaf het gebouw in de jaren zeventig een nieuwe bestemming, namelijk als opvangcentrum voor berooide toeristen en daklozen. Een keuze die, afgaande op de vele bezoekers, de instemmening geniet van vele rugzaktoeristen die Amsterdam met een bezoek vereren.

Is er, behalve het gebouw, nog iets over dat herinnert aan deze fameuze huishoudschool? Eén opmerkelijk feit is een kookboek dat een van de leraressen, te weten mevrouw C.J. Wannée, al in 1910 schreef en dat tot op de dag van vandaag in de boekhandel te verkrijgen is. Van dit befaamde Kookboek van de Amsterdamse Huishoudschool verscheen nog in 1986 de 21ste druk. Het voorwoord vermeldt de ideologisch getinte beweegredenen van deze docente ten aanzien van het publiceren van dit boek. Het zijn er een drietal. In de eerste was het natuurlijk bedoeld als studieboek voor het praktijkonderwijs op de school zelf. In de tweede plaats wilde ze een breed scala aan recepten bieden waaruit gekozen kan worden als een remedie tegen `chronische eentonigheid'. Maar de belangrijkste reden was toch wel de hartenkreet dat huisvrouwen bij de bereiding van hun gerechten de juiste grondstoffen moesten gebruiken. Om deze hartenkreet kracht bij te zetten haalde ze er `vadertje' Cats bij: "Wat heeft er menig vrou, door onverstandig koocken Een goede beet vermorst, en alle lust gebroken".

Het voorbericht van de zesde druk uit 1937 mag als tijdsbeeld niet ontbreken. In de dertiger jaren paste zij namelijk de recepten aan met de volgende motivatie: "In verband met de veranderde tijdsomstandigheden zijn de recepten zooveel mogelijk herzien en in overeenstemming gebracht met de tegenwoordige bezuiniging’.’Een zinnetje in de trant van: Vanwege het volgens de normen van de Europese commissie te grote financieringstekort zijn een aantal recepten vervangen’ ben ik in een huidig kookboek niet tegengekomen.

 Ten slotte

Laat men bovenstaande informatie op zich in werken, dan wordt het zonder meer duidelijk hoe treffend de titel van de bekende publicatie van Mineke van Essen uit 1990 over het meisjesonderwijs is gekozen: Opvoeden met een dubbel doel, namelijk voorbereiding op de toekomstige gezinstaak als vrouw en een opleiding in de verzorgende of educatieve sfeer. Dat het aparte meisjesonderwijs waar Freule Jeltje de Bosch Kemper zo naar streefde, nu achterhaald is doet aan haar intentie niets af. Haar sociaalmaatschappelijke bewogenheid dwingt bewondering af. Tot welke bespiegelingen een toevallige vraag van een tweetal rugzaktoeristen op het Leidseplein niet toe kan leiden.

 Literatuur:
M.J. Biemond-Kam (1966), `75 jaar Amsterdamsche Huishoudschool'. In: Ons Amsterdam 18 no. 5 (mei), 148-157 C.J. Wannée, Kookboek van de Amsterdamse huishoudschool, Amsterdam 1986

 

Zakelijke info