Periodiek van de Vereniging Vrienden van het Nationaal Onderwijsmuseum

 


 

210104 Schoolgeschiedenis in beeld. Het Barlaeusgymnasium in Amsterdam  door Bert Stilma

 Aan de lijst van rijksmonumenten zijn het afgelopen jaar, aldus een krantenberichtje, een aantal `nieuwe gebouwen en objecten toegevoegd` die van nationaal belang zijn. Welke gebouwen en objecten zouden dat dan wel zijn denk je onwillekeurig als argeloze lezer? In Amsterdam waren dat onder andere de Bijenkorf en het Barlaeus gymnasium aan de Weteringschans. Reden voor ons om een na te gaan wat er dan zo bijzonder aan dat schoolgebouw is. De tekst van de openingsrede van de rector A.H.G.P. van den Es uit 1885 bleek op vele vragen een antwoord te geven, evenals de mondelinge informatie van een oud-scholier die van 1928 tot 1934 aldaar verbleef, te weten de heer S.H. H. Berghuis.

Voor het ontstaan van dit gymnasium moeten we ver teruggaan in de geschiedenis. In 1342 verleent graaf Willem IV aan Amsterdam middels een nog bewaard gebleven handvest aan de piepjonge stad het recht om een school te mogen oprichten getuige de nu volgende passage: "Willaem , grave van Henegouwen, van Hollant, van Zeelant, ende here van Vreselant, doen cont ende kenlike allen luden, dat wi bi onsen goeden luden van onsen rade ghegheven hebben ende gheven onser poerte van Amstelredamme voer ons ende voer onse nacomelinghe, alsule recht ende alsulcke vrihede ewelike te duren, als hyr na bescreven staat ... mar si sullen behouden die scole, dat scrijfambocht ende die costerie binnen hoerre vrihede te gheven denghenen, dies hem genoecht "Een dergelijke gunstverlening maakt ons nieuwsgierig: Waar heeft deze school gestaan? Bronnen vermelden de volgende twee locaties. Hoogstwaarschijnlijk heeft de eerste Latijnse school pal achter de Nieuwe Kerk bij de huidige Gravenstraat gestaan en was er bij de Oude Kerk nog een dependance. In de zeventiende eeuw zijn beide schoollocaties samengevoegd en viel de keuze voor een nieuwe bestemming op het voormalige Clarissenklooster, gelegen aan de Singel (het gedeelte tussen de universiteitsbibliotheek en de munttoren, waar nu een politiebureau is, tegenover de bloemenstalletjes). In 1847 werd de naam Latijnse school omgedoopt tot gymnasium. Het moet daar een aangenaam vertoeven zijn geweest, als we tenminste afgaan op de later bekend geworden scholier P.A. De Génestet. In 1849 wijdde deze poëet in de rol van voormalig scholier een gedicht aan zijn school die toen nog aan de Singel was gesitueerd. Onder de titel 't Latijnse school' schreef hij - volgens de inleider van zijn verzamelde dichtwerken - een negental jolige (.!) verzen waarvan we er een drietal zullen weergeven omdat deze drie verzen een aardig doorkijkje geven in het schoolklimaat op een willekeurig gymnasium halverwege de negentiende eeuw.

Latijnsche school, Latijnsche poort! Gezegend en gezellig oord,
O wereld vol illizzie!Vol lust en Grieksch en lief en leed,
O wereld die ik nooit vergeetVol vriendschap en vol ruzie!

O lieve standjes voor de poort! Mooi-meisjes in haar vree gestoord, Die langs den Singel kuierden; Waar onvermoeid, om klokke twee, Nos patriae deliciae
Nog een kwartiertje luierden!

Sinds werd het leven politiek Moraal, kritiek en polemiek!
Maar, aar,-spijt de fraaie vormen -   1) 't alles leugen, kunst of kool
Ik wou weer naar 't latijnsche school Katheders gaan bestormen.

Omdat in de loop van de negentiende eeuw het aantal leerlingen gestaag toenam (het belang van kennis voor de ontwikkeling van onze natie wordt geleidelijk aan steeds meer erkend) moest worden uitgezien naar een ruimere locatie die gevonden werd aan de Weteringschans. De gemeenteraad ging akkoord met het bouwen en betalen van een nieuw schoolgebouw. Het feit dat er in Groningen en in Utrecht al nieuwe gymnasiale schoolgebouwen waren verrezen en het gegeven dat Leiden ook al vergevorde-) de bouwplannen had, schijnt als een katalysator op de besluitvorming van de Amsterdamse gemeenteraad te hebben gewerkt.

Voor het ontwerp van dit gebouw viel de keuze op vader en zoon Springer. Deze bekwame architecten hadden al eerder fraaie gebouwen ontworpen in de neoclassicistische stijl zoals de Hogere Economische School (later HEAO geheten) aan het Raamplein en de Stadsschouwburg aan het Leidse Plein. Het in 1885 gereedgekomen schoolgebouw werd toen (en met recht!) als een zeer geslaagd schoolgebouw gezien waar men trots op was. De voorzijde van dit neoclassicistische gebouw imponeert nu nog steeds. We citeren de toenmalige rector A.H.G.P.van Den Es uit zijn in 1885 gehouden openingsrede waarin hij onder meer het volgende vaststelde: "Inwendig doelmatig ingericht, gelijk wij zoo aanstonds zullen zien, getuigt dit gebouw uitwendig van zijne bestemming; overeenstemming tussen vorm en wezen, de eisch van het ware classieke, is hier te vinden. In den stijl der Italiaansche renaissance ontworpen, verheft zich de gevel op een breeden sokkel van in het ruw bewerkt Zweeds graniet tot aan de cordonlijst boven de straatverdieping"

De ingang is inderdaad markant te noemen. Het opschrift boven de poort laat niets aan duidelijkheid te wensen over: disciplina vitae sciplo arte probus, probitae pius, pietate beatus ut vere fias haec schola culta dabit (De tucht is de staf van het leven. Door de kunst braaf, door de braafheid vroom, door vroomheid zalig, als gij dit waarlijk doet, zal deze school vruchten opleveren.)

De vier portretmedaillons aan de voorzijde geven het karakter van de school weer, aldus rector Van Es in 1885. De beide beeltenissen van Sophocles en van Cicero herinneren de toevallige passerende wandelaars er aan dat de filosofie van zowel de Grieken als van de Romeinen hier beoefend werd. De derde portretmedaillon toont ons Vondel; het belang van kennis van de literatuur voor de vorming van de scholieren werd met deze keuze dus onderstreept. Het vierde portretmedaillon wil benadrukken dat de wiskunde en de aanverwante vakken ook behoren tot de kerncompetenties van deze school; voor dit portret viel de keuze op de Nederlandse geleerde Christiaan Huygens. Opnieuw een Nederlander in de rij van Sophocles en Cicero, maar dat zegt misschien meer over de negentiende eeuw die een romantische neiging vertoonde om bij uitstek het Hollandse verleden te gaan verheerlijken dan over Christiaan Huygens zelf, welk een eminent geleerde hij ook was naast Pascal, Newton en vele anderen. Om de drie kerncompetenties van de filosofie, de letterkunde en de wiskunde daar ging het, ook al kende men toen dit huidige modewoord van kerncompetentie nog niet. Alhoewel? Uit de gloedvolle openingsrede komen we te weten, dat het doel van de schoolopleiding vooral lag in het `streng en logisch denken' Als dat geen kerncompetentie is! Even markant is de beeldengroep op het dak boven de ingang. Een drietal figuren kijkt de nieuwsgierig geworden voorbijganger aan. De middelste en grootste figuur houdt een lichtende fakkel omhoog en staat voor een troon: de wetenschap zal triomferen. De olijfen palmtakken symboliseren de vrede en de verering voor de studie. De twee iets kleinere afgebeelde figuren symboliseren eveneens de wetenschap. Het beeld ter linkerzijde van de hoofdfiguur is verdiept in het boek van de geschiedenis. Het beeld ter rechterzijde peinst over de vraag `over wat eeuwig waar is', kortom dit gebouw stemt tot nadenken. Wij kunnen ons als bouwkundige leek voorstellen dat de rijksdienst voor monumentenzorg dit gebouw - dat nog steeds een springlevend gymnasium huisvest - voor de toekomst wil bewaren. Tenslotte willen we voor de architectonische lieshebbers onder ons u een paar detailgegevens niet onthouden: er zijn 773 masten van ongeveer 13 meter lengte geheid, 20  kubieke meter Zweeds graniet ter verfraaiing van de voorzijde gebruikt en de metselaars hebben 2.000.000 metselstenen gedragen.

 Literatuur:

A.H.G.P. van den Es, Bij de opening var het nieuwe gymnasium te Amsterdam, iY Eigen haard, 1885, nrs 49, 50 en 51, p. 590 e.v.
C.P. Tiele, De dichtwerken van P.A. de Génestet, Amsterdam 1896

Zakelijke info