| |
150303. Schoolgeschiedenis in beeld. Volgens
Bartjens ........ Ed de Moor
Van de rekenlessen in de
vijfde klas van de lagere school herinner ik mij dat we van de meester bij de
cijfersommen over aftrekken en delen altijd 'een proef op de som' moesten maken.
Zo werd de uitkomst van een aftrekking door de omgekeerde optelling
gecontroleerd. En als hij dan zoiets op het bord voordeed, riep hij steevast
uit: "en dat klopt volgens Bartjens". Die meester was gek op allerlei
rekenkunstjes, zoals deelbaarheid door drie, die hij graag vertoonde en steeds
besloot met "en dat klopt altijd". Ik had geen idee van het waarom en als je
daar naar vroeg dan was het antwoord steevast: "volgens Bartjens". En wat die
uitdrukking betekende, wist ik ook al niet, maar ja, het hoorde nu eenmaal bij
het ritueel.
Pas veel later begreep ik
dat die Bartjens echt bestaan had en een bekende schoolmeester is geweest in het
begin van de 17de eeuw. En wanneer ik nu een kijkje neem in zijn beroemde
rekenboek Die Cyfferinge, blijken de aftrekkingen met de 'proef op de som'
precies zo neergeschreven als mijn vroegere meester het deed. Die Cyfferinge is
vele malen bewerkt en heruitgegeven en heeft tot ver in de 19de eeuw de aard van
ons rekenonderwijs bepaald. Door dit boek was Willem Bartjens een autoriteit
geworden waarop je blindelings kon vertrouwen als het om zekerheid van allerlei
rekenwijzen ging. Wat dat betreft had hij kunnen wedijveren met Pythagoras, die
zo'n ontzag bij zijn leerlingen had dat ze de waarheid van een uitspraak
staafden met het argument: "hij zegt het zelf".
Niet alleen via onze taal,
maar ook op andere wijzen wordt de herinnering aan deze rekenmeester levend
gehouden. Zo is er een wijk in Amsterdam‑Osdorp waar het Willem Bartjenshof
ingeklemd ligt tussen de Jan Ligthart‑, de Prof. Kohnstammen de Maria
Montessoristraat. Even verderop vinden we nog twee hofjes, genoemd naar
Pestalozzi en Theo Thijssen. Daar eens rondwandelend vroeg ik me af of Bartjens
wel thuis hoort in deze buurt van onderwijshervormers: Pestalozzi met zijn 'Anschauung',
Montessori en haar individuele werkjes, Thijssen als voorbeeld van de
ras‑onderwijzer. Om Fröbel te vinden moeten we naar de naastliggende buurt. Daar
ligt zijn straat tussen het Braillehof en het A.W. Groote‑ hof. Het laatste is
genoemd de man die aan het begin van deze eeuw het stenoschrift verbeterde.
Laat ik de commissie, die verantwoordelijk was voor deze naamgeving niet te
zwaar vallen, al deze bekendheden hebben direct of indirect ‑ hun bijdragen
geleverd aan de verbetering van het onderwijs. En zo ook onze Willem Bartjens,
de Hollandse rekenmachine van de 17de eeuw, die voor ieder type rekensom een
recept had. Beroemd zijn de 'Regel van Drien'‑sommen, die we ook nu nog in de
rekenboekjes tegenkomen en waarvan we er één hebben afgebeeld met zijn proeve.
Aan dit sommetje, dat wij toch liever uit ons hoofd zouden oplossen (4 maal zo
veel ellen, dus 4 maal zo duur!) gaat een geschreven recept vooraf, dat neerkomt
op wat de hoofdeigenschap van de evenredigheden heet ( a : b = c : d ‑> a x d =
b x c). Ook zien we hier een andere manier van delen dan de onze.
In het tweede deel van Die
Cyfferinge van 1636 staat een portret van Bartjens. Deze ets is een schepping
van de sculptor Salomon Savery (1594‑1665) naar aanleiding van een schilderij
van de pintor Pieter Dubordieu (1609‑1678). Een exemplaar van deze ets bevindt
zich in het Rijksprentenkabinet van het Rijksmuseum te Amsterdam. Of het
oorspronkelijke schilderij nog bestaat weet ik niet. Willems drie kinderen
heetten Willem, Johannes en Gerard, zodat geen van deze drie de 'scriptor' A.
Bartjens van het kwatrijn in schoonschrift geweest kan zijn. Dat het beroemde
rekenboek nergens faalt, klopt. Maar dat het niet zou suffen dat zou ik ‑ zeker
indeze tijd ‑ niet durven onderschrijven. En hoe zeer de wetenschappelijke
waarde van Die Cyfferinge wordt opgekrikt, blijkt uit de verwijzing naar
Euclides, de beroemde Griekse geometer.
Willem Bartjens was geen
wiskundige, maar een schoolmeester, die als een van de eersten een zekere
ordening in het rekenonderwijs heeft aangebracht. Terecht is daarom hem de eer
van een straatnaam gegund in Amsterdam, waar hij in 1569 werd geboren. Ook
Zwolle, waar hij een deel van zijn leven doorbracht en in 1638 overleed, heeft
hem met een Bartjensstraat geëerd, zoals mijn oude postcodeboek van 1978 leert.
Zo kom ik ook te weteen dat er verder in geen enkele provinciehoofdstad een
Bartjensstraat, ‑plein of ‑laan bestaat (?). Misschien zou het een idee zijn om
in 2069 een postzegel aan Willem Bartjens te wijden. Of zouden er dan geen
postzegels meer bestaan en is de uitdrukking 'dat klopt volgens Bartjens'
misschien allang uit onze taal verdwenen?
|