140204. Schoolgeschiedenis in beeld. Tussen Grave, Fuengirola en Parijs:
Louis Braille door Bert Stilma
Op het hoogste punt aan de linkeroever van de Seine in
Parijs bevindt zich het Pantheon. Op de plek van een voormalige kerk werd in
1755 een geweldige koepel gebouwd; een koepel die tot op de dag van vandaag
gezichtsbepalend is. In het Pantheon liggen talloze beroemde personen uit de
Franse geschiedenis begraven. Zo bevindt zich in de onderaardse ruimte een
sarcofaag van de pedagoog J. J. Rousseau. Pal tegenover deze graftombe kijkt
men uit op het niet minder pompeuze grafmonument van Voltaire. Voor deze
sarcofaag staat een standbeeld van de spotvogel Voltaire. Voltaire kijkt uit op
zijn aartsrivaal Rousseau en is door de beeldhouwer met een meewarige glimlach
vereeuwigd. Liet Voltaire zich niet tegenover Rousseau ontvallen dat hij na
lezing van Rousseaus werken de neiging kreeg om als mens weer op handen en
voeten te gaan lopen?
Begeeft men zich als argeloze toerist verder in deze
onderaardes ruimten dan komt men ‑ achter gesloten tralies weliswaar ‑ meerdere
graftomben tegen. Zo troffen wij de graftombe aan van Louis Braille, een naam
die wij in Grave en in Zeist ook als school kennen. Voorzover ons bekend zijn er
in ons land twee scholen die naar Louis Braille zijn genoemd: het blinden en
slechtzienden instituut Theofaan te Grave en het eveneens blinden en
slechtzienden instituut Bartiméus te Zeist hebben hun school naar de uitvinder
van het 'alfabet voor blinden' genoemd.
De levensloop van Louis Braille
In het jaar 1809 werd in het ten oosten van Parijs gelegen
dorpje Coupray Louis Braille als kerngezonde baby geboren. Zijn vader had als
zadelmaker een druk bestaan. We leven in de tijd van Napoleon die met zijn grote
legers Europa aan het veroveren was. In de werkplaats van de vader van Louis
kwamen veel ruiters uit het leger voor reparaties. Zo kon het gebeuren dat de
driejarige Louis in de werkplaats een els (=schoenmakerspriem) van de tafel
griste, snel wegliep en vervolgens struikelde. Het bekende gedrag van
driejarige peuters. Ongelukkiger wijze kwam deze priem in zijn oog terecht. Het
andere oog werd eveneens geinfecteerd zodat Louis zou verder als blinde door het
leven zou gaan.
Zijn ouders stuurden hem naar het Blindeninstituut in
Parijs waar hij volgens de toen gangbare methode het alfabet leerde. Gangbaar
was toen de methode van de korte en lange stokjes die in zware boeken waren
bevestigd. De zeer intelligente Louis Braille mopperde erg op dit zijns inziens
onhandige syteem en broedde op een betere methode. Bij toeval hoorde hij eens
het verhaal van kapitein Charles Barbier de la Serre die met zijn manschappen
's avonds exact de weg wist te vinden in de onbekende en donkere bossen rondom
Parijs. Deze officier gebruikte namelijk stukjes karton waarop gaatjes waren
geprikt. Door de achterkant van deze kartonnetjes te betasten voelde men in
bepaalde configuraties een aantal bobbeltjes. Het aantal en de ligging van deze
bobbeltjes stemden overeen met een bepaalde opdracht: linksaf, rechtdoor,
achteruit etc etc. Louis transformeerde deze geheime code naar het alfabet door
binnen een veld van zes punten enkele bobbeltjes aan te brengen. Zo stelt één
bobbeltje links boven de A voor en twee bobbeltjes links boven en links in het
midden de B. Je moet maar op dit 'bobbeltjesschrift' komen. Toch was de
directeur van het blindeninstituut niet direct overtuigd van het grote voordeel
van deze uitvinding van zijn inmiddels zestienjarige pupil Louis. Het leren
lezen ging toch goed met de zgn stokjes‑methode? Innovatiemoeheid is kennelijk
geen modieuze onderwijsterm anno 1996, maaar dit terzijde .Louis liet zich als
oudere leerling en kwekeling voor de jongere scholieren echter niet uit het veld
slaan. Hij leerde zijn jongere medeleerlingen het alfabet op twee manieren aan.
Het vervolg van deze dubbele methode laat zich nu gemakkelijk raden. Het
stokjesalfabet verdween geleidelijk aan en na zijn dood, Louis Braille overleed
in 1852 op 43‑jarige leeftijd, werd het Brailleschrift over de gehele wereld
ingevoerd.
Behalve voor het gewone alfabet heeft Braille zich ook
ingezet voor die blinden die graag wilden musiceren. Als organist heeft hij
gewerkt aan een partituur die ook voor blinden toegankelijk was. Welke codering
hij daarvoor nu exact gebruikt heeft, konden wij niet achterhalen. Wel is bekend
dat hij boven de manualen van orgels en klavieren coderingen aanbracht die ( het
verhaal wordt eentonig) gebaseerd waren op de principes van zijn puntjesschrift.
In 1852 werd Braille in zijn geboorteplaats Coupray
begraven. Een eeuw na zijn overlijden liep in 1952 opnieuw een stoet van blinden
achter de baar van Louis Braille. U begrijpt het al: we eindigen waar we
begonnen zijn. Deze stoet van blinden begaf zich naar het Pantheon. In dit
Pantheon werd Louis Braille vlak bij zijn vermaarde landgenoten Victor Hugo en
Emile Zola bijgezet. Delen Zola en Hugo samen één vertrek, Louis Braille ligt
met vijf andere landgenoten in de pal daarnaast gelegen ruimte. Op zijn
graftombe staat een eenvoudige gedenkplaat waarop te lezen staat dat hij de
uitvinder van het blindenschrift is geweest.
Ook elders wordt hij in ere gehouden. Kort geleden
ontdekten wij bij toeval een plein in Fuengirola, in het zuiden van Spanje,
genoemd naar Braille. De stad schonk voor zijn nagedachtenis een borstbeeld .
Literatuur L.C. van Houte, Anderhalve eeuw onderwijs aan
blinden, Huizen 1958 S. Pennings, Louis Brailleschool, AO reeks nr
|