140104. Schoolgeschiedenis in beeld Verdwenen en bijna vergeten: de universiteit
van Harderwijk 1648‑1812 door Jaap van der Meer
In 1914, ruim een eeuw na de sluiting van de universiteit
van Gelderland, schreef T. Schil peroort in het tijdschrift Buiten het volgende
over Harderwijk: "Zoo er één stadje aan de Zuiderzee, met een belangrijke
geschiedenis, dat daarvan binnenkort weinig of niets meer aan 't nageslacht zal
te verhalen hebben, dan is dat Harderwijk. Er schijnt door d'eeuwen heen, wel
een vloek op de ontwikkeling te rusten. En van wát nog restte, verdwijnt steeds
meer in de kleurloze banaliteit van 'n nieuweren bouw, die van de geringere
levenskracht, het gebrek aan karakter ten duidelijkst het symbool is."
Zeker inde negentiende eeuw lijkt de Harderwijkse
gemeenschap zich te hebben afgekeerd van het eigen verleden en met name van de
herinnering aan het academieleven van voorheen. Dat Schilperoorts woorden toch
niet geheel aan dovemansoren waren gericht, moge blijken uit wat in de
twintigste eeuw wèl bewaard is gebleven: een aantal gebouwen en voorwerpen, een
nog immer springlevende professor 'verbonden aan de universiteit van
Harderwijk', te weten professor Fetze Alsvanouds ‑ alias Aart Staartjes in het
bekende televisieprogramma Het Klokhuis ‑ èn een nieuwe presentatie in het
Veluws Museum.
Toen de autoriteiten van het gewest Gelre, in navolging van
andere provinciën, in 1647 besloten ook in hun provincie een universiteit te
stichten, viel, na veel discussie, uiteindelijk de keus op Harderwijk. De
inwijding had, zo feestelijk "als de eenvoudigheid der zeden en de bekrompenheid
der middelen maar enigszins toeliet", plaats op 12 april 1648. Bij Koninklijk
Besluit van 22 oktober 1811 werd de universiteit door Lodewijk Napoleon
opgeheven verklaard. Op 25 februari 1812, de dag waarop de senaat zich ontbond,
kwam, een eind aan 164 jaar universitair onderwijs in Harderwijk. Gedurende deze
periode kende de Harderwijkse universiteit 90 hoogleraren, vier faculteiten
(wijsbegeerte en letteren, theologie, rechten en geneeskunde) en stonden er rond
de 7000 studenten ingeschreven in het 'Album Studiosorum'. Een aantal van hen
was tijdens hun studie of promotie al beroemd of werd later beroemd. Voorbeelden
daarvan zijn de medicus Herman Boerhaave (1688‑1738), de Zweedse botanist en
medicus Carolus Linnaeus (1707‑1778), de Duitse geneeskundige Laurens Heister
(1638‑1758) en de rechtsgeleerde A.C.W. Staring (1767‑1840), die later vooral
bekend is geworden als dichter.
De vaste presentatie van het Veluws museum wordt
stelselmatig heringericht. Vorig jaar stond de Academiezaal op het programma. De
nieuwe, moderne presentatie over de universiteit van Gelderland moet dit jaar
zijn voltooiing vinden. In de opstelling komen thema's als huisvesting,
organisatie, onderwijs, (beroemde) studenten en professoren aan de orde.
Prominent aanwezig is de katheder die ooit in de grote
gehoorzaal van de Gelderse universiteit op de bovenverdieping van de voormalige
Catharinakerk heeft gestaan. Dit spreekgestoelte werd gebruikt bij colleges,
openbare promoties en academische redevoeringen. Een grote gedenksteen herinnert
aan de schenking in 1739 van een brandspiegel aan de universiteit door Lucas
Willem van Broeckhuysen. Dit geschenk vormde een welkome
aanvulling op het, met name in de achttiende eeuw, karige instrumentarium
waarover de universiteit beschikte. Voor de curatoren was het de aanleiding om
een speciale kamer te laten bouwen alwaar deze brandspiegel en andere
instrumenten konden worden bewaard. De brandspiegel zèlf ‑ een brandspiegel, een
holrond oppervlak (meestal van metaal) dat de daarop vallende zonnestralen in
een brandpunt verenigt, vindt zijn toepassing in de natuurkunde ‑ is overigens
niet bewaard gebleven.
Centraal in de presentatie staat het borstbeeld van Carolus
Linnaeus, een gipsafgietsel naar een origineel van P.C. de Preter. Linnaéus
arriveerde in 1735 met proefschrift in Harderwijk en vertrok, direct na zijn
promotie, nog geen week later. Linnaeus' stelsel van ordening en naamgeving van
plantensoorten is tot op vandaag het fundament van de biologie.
Content is het museum met de terugkeer van de pedelstaf
naar Harderwijk, een bruikleen van het Gemeentemuseum Arnhem. De pedelstaf
vertegenwoordigde de universitaire waardigheid en werd door dé pedel, de bode
van de universiteit en de dienaar van het college can senatoren, gedragen bij
promoties en officiële ceremoniën. De pedelstaf werd in 1648 vervaardigd uit
ebbenhout met een zilveren voet, handgreep en bekroning. Op de hals van de
bekroning is het wapen van Harderwijk gegraveerd.
Tenslotte zijn de wanden van de universiteitszaal, als in
een rariteitenkabinet, van boven tot beneden 'behangen' met
hoogleraarsportretten. Per faculteit zijn vrijwel alle aan de Gelderse Academie
verbonden professoren afgebeeld.
Door de inrichting van de nieuwe Gelderse universiteitszaal
hoopt het Veluws museum bij te dragen aan het levend houden van de herinnering
aan een stuk geschiedenis van één stadje aan de Zuiderzee, met een belangrijke
geschiedenis, dat daarvan binnenkort weinig of niets meer aan 't nageslacht zal
te verhalen hebben: van Harderwijk. Voor de officiële opening van de zaal in
augustus of september van dit jaar komt slechts één man in aanmerking: professor
Fetze Alsvanouds. De uitnodiging is reeds verzonden!
Het bezoekadres van het Veluws Museum is: Donkerstraat 4,
3841 CC Harderwijk (Tel. 0341‑414468).
De naam van het Veluws Museum is inmiddels veranderd.
Meer informatie is te vinden bij: http://www.stadsmuseum-harderwijk.nl/
|