Periodiek van de Vereniging Vrienden van het Nationaal Onderwijsmuseum

 


 


130205. Schoolgeschiedenis in beeld. Het Linnaeustorentje in Harderwijk Bert Stilma

 Het is genoegzaam bekend dat de garnizoensplaats Harderwijk als havenstadje aan de voormalige Zuiderzee een interessant verleden heeft. Deze oude Hanzestad verkreeg reeds in 1231 stadsrechten en in het oude gedeelte van de stad zijn voldoende sporen uit het verleden terug te vinden. Bij de plaatselijke VVV zijn niet alleen folders te verkrijgen over het Dolfinarium, maar er zijn eveneens historische routes uitgestippeld. Routes die de toerist onder meer inzicht geven in het ‑ jawel ‑ onderwijskundige verleden van Harderwijk. Een curieus onderdeel van de zogenoemde 'academieroute' is het Linnaeustorentje aan de Academiestraat. Het torentje is een restant van het winterverblijf van de Commanderij van 's‑Heerenloo uit Ermelo. Dat was een geestelijke orde, om precies te zijn: de broeders van Sint Jan. Het uit de zestiende eeuw stammende torentje maakte deel uit van een groter gebouw dat echter door een brand is verwoest. De door deze brand vrij gekomen ruimte werd echter niet opnieuw bebouwd, maar gebruikt voor het inrichten van een hortus botanicus (een kruidentuin). De Universiteit van Harderwijk, in 1648 opgericht en gevestigd aan de overkant van de straat, had voor haar medische studenten namelijk behoefte aan een plantentuin met geneeskrachtige kruiden.

Aan deze universiteit, meestal de Gelderse Academie geheten, werd een viertal vakken gedoceerd, te weten geneeskunde, theologie, wijsbegeerte en rechtsgeleerdheid. De Gelderse Academie kampte van het begin af aan met financiële problemen. De provincie Gelderland kon of wilde de onkosten niet in voldoende mate voor haar rekening nemen, zo is ‑ althans nu ‑ de indruk van de historici. En met een gering aantal studenten, een kleine staf van hoogleraren die nogal eens snel vertrokken (mogelijk vanwege het salaris), en een relatief groot aantal buitenlandse studenten, was Harderwijk geen doorsnee universiteitsplaats. Waarin deze universiteit zich verder van de andere universiteiten onderscheidde, was de snelheid waarmee men een aanvraag om te mogen promoveren honoreerde. Men kon zich hier als student namelijk met proefschrift en al aanmelden en een week later zijn proefschrift verdedigen. Zo reisde in 1735 de Zweedse student Linnaeus per zeilschip naar Amsterdam en voer hij vandaar over de Zuiderzee naar Harderwijk. Zijn in Zweden geschreven proefschrift, dat over de wisselkoorts handelde, werd binnen een week goedgekeurd en Linnaeus vertrok prompt daarna met bul en al uit Hàrderwijk.

Hoewel achteraf is vastgesteld dat het niveau van de dissertaties in vergelijking met de overige universiteiten best de toets der kritiek kon doorstaan, zal het geenszins verbazen dat niet iedereen deze mening deelde. Een bekend rijmpje uit die dagen luidde namelijk: Harderwijk is een stad van negotie. Men verkoopt er bokking, blauwbessen en bullen van promotie.

Van de in Harderwijk gepromoveerde studenten is een tweetal later zeer beroemd geworden. Dat zijn Linnaeus en de medicus Boerhaave die in 1693 zijn proefschrift met succes verdedigde. Linnaeus is vooral bekend geworden door het ontwerpen van een nieuw classificatiesysteeem van de toenmalig bekende plantensoorten. Voor de niet plantenkenners onder ons: Linnaeus rangschikte het aantal meeldraden en stampers in een 24‑tal klassen. Achter de geslachtsnaam en de soortnaam van de plant werd de naam (of de eerste letter van die naam) van de auteur vermeld. Het plantje dat Linnaeus naar zich zelf noemde (het linnaeusklokje) heet in de wetenschappelijke literatuur Linnaea borealis L.

In de vorige eeuw besloot men om in een nis van het torentje een borstbeeld te plaatsen van de Zweedse geleerde. De andere beroemde geleerde, de medicus Boerhaave, werd in 1938 met een gedenkplaat herdacht.

Nog een curieus gegeven over dit torentje. Het bestuur van de Gelderse Academie beschikte, evenals de andere universiteiten, over een eigen rechtspraak en kon studenten die over de schreef gingen gedurende enige tijd opsluiten. Het torentje diende dan als gevangenis.

Via een poortje dat uit de tijd van de renaissance stamt, komt men in de voormalige kruidentuin. Deze tuin is enige tijd geleden gedeeltelijk heringericht. Boven deze poort, pal naast het torentje, staan de volgende woorden:

Bono Publico et Palladi Sacrum MDCXXVI

Aan het Algemeen Belang en de wijsheid gewijd 1626

Wil men een gedetailleerder beeld hebben van deze universiteit, dan is een bezoek aan het Veluws Museum meer dan de moeite waard (Donkerstraat 4. Te1.03410‑ 14468). Het reilen en zeilen van de Gelderse Academie is in een recentelijk ingerichte tentoonstellingsruimte op een overzichtelijke wijze gevisualiseerd. Maar daarover een andere keer.

Zakelijke info