Periodiek van de Vereniging Vrienden van het Nationaal Onderwijsmuseum

 


 

220206. Voor de jeugd. Nicolaas Anslijn NZ: Geschenk voor de jeugd. Deel VI (tweede stukje)   door Frits Huiskamp

 Zoals in het vorige nummer van De School Anno beloofd, geef ik nog een verhaaltje met betrekking tot Anslijns Geschenk voor de jeugd. Ook dit vierde deeltje van de serie, berust wat het illustratiemateriaal betreft op zijn grote werk Afbeeldingen der Nederlandsche dieren. Naast de min of meer willekeurig gekozen onderwerpen uit het rijk der natuur gebruikte hij de ingekleurde litho's die erbij passen.

 Wat bewoog de man tot het aanzetten van zulke grootse ondernemingen? In de eerste plaats natuurlijk zijn veelgeprezen onderwijzersgeest. Het deed hem deugd kinderen deelgenoot te maken van zijn eigen verworven kennis. Daarbij leefde hij in een tijd dat allerwegen gezocht werd naar een complete greep op al het bestaande, door dat te onderzoeken, te beschrijven, na te tekenen, en bovenal te systematiseren. Het zogeheten `rijk der natuur' was zo'n onderzoeksgebied. Dit rijk werd onderverdeeld in het gebied der dieren, der planten en der mineralen. Het dierenrijk werd op zijn beurt weer in hokjes verdeeld: zoogdieren, vogels en vissen. Dit alles leidde tot het vervaardigen van encyclopedische werken van zo'n enorme omvang dat de gemiddelde burger er zich geen raad meer mee wist. Het totstandkomen van de onderwijs van 1806 gaf aanleiding tot een discussie over het invoeren van een vak ,natuurlijke historie'. Niemand wist aanvankelijk nog wat dat inhoudelijk te betekenen had en allerwegen zochten onderwijzers naar mogelijkheden om in elk geval het voornaamste aan hun kinderen te kunnen meegeven.

Als we de Nederlandse schoolboeken uit de eerste helft van de negentiende eeuw op de natuurthematiek naspeuren komen we enkele onderwijzers tegen die er zich aan gewaagd hebben. Zo schreef J.H. Niewold een serie boekjes genaamd De schoone natuur en de heer der natuur, die successievelijk de lente, de zomer, de herfst en de winter behandelden. De onderwijzers W.A. Baars en P. Joling Oz. vervaardigden, ook weer volgens de cyclus der jaargetijden, boekjes voor de plattelandsjeugd als De lente, een leesboek voor de jeugd, waarin zij met den land- en tuinbouw eenigzins wordt bekend gemaakt.(Sneek, 1830) Zij volgden zelfs Niewold zeer letterlijk in hun De natuur of de heer der natuur, naar de leerwijze van J.H. Niewold. (Zwolle, 1832) Hoewel deze schoolboekjes talrijke herdrukken opleverden, verschenen ze tot het eind toe zonder plaatjes. Het kostenaspect gaf de doorslag.

Toch was in deze jaren van aanschouwelijk onderwijs de hulp van illustratoren vanzelfsprekend dringend noodzakelijk. Het grote voorbeeld was de achttiende eeuwse G.L.L. graaf de Buffon (1707 - 1788) en diens l'Histoire naturelle en vooral Le Buffon des Enfants. Zijn boeken waren weelderig van nauwgezet prentwerk voorzien en alleen daarom al waren ze bestsellers in heel Europa. In Nederland verscheen in 1804 bijvoorbeeld Natuurlijke geschiedenis ... volgens de beschrijving van den heere du Buffon ... Met 32 gekleurde afbeeldingen. Zelf bezit ik Buffon in miniatuur, of natuurlijke historie voor de jeugd, uit omstreeks 1830, verlucht met enige zeer goed gelijkende gravures. (Zie illustratie).

Toch moet de behoefte aan goed gelijkende dieren - en plantenprenten zijn blijven bestaan. De grote verdienste van Nicolaas Anslijn was dat hij én het talent én het doorzettingsvermogen had om zijn Afbeeldingen van Nederlandsche dieren succesvol tot een eind te brengen. Ons uitgaafje Geschenk  voor de jeugd is daarvan maar een zwakke afspiegeling.

 

Zakelijke info