|
|
In het vorige nummer van ons blad beschreef de directeur van het Nationaal Schoolmuseum enkele nieuwe aanwinsten, namelijk twee Finse hanenboeken. Het leek me juist om nu enige aandacht te wijden aan enkele Nederlandse voorbeelden. Daarbij maak ik ook gebruik van een exemplaar dat welwillend ter reproductie werd afgestaan door ons lid, de heer F. Booy. Wat waren hanenboeken, of liever in de oude spelling haneboeken en waarom noemden onze voorouders ze zo? Het antwoord op die vragen is eenvoudig, het waren abcboekjes waaruit de jonge kinderen moesten leren lezen. De officiële naam op het voorblad luidde dan ook meestal Groot A. B. C. Boek of Nieuw Groot A. B. C. Boek. Het bestond meestal uit slechts 16 pagina's en vertoonde aan de binnenkant een haan, een houtsnede die in verschillende afbeeldingen bekend is. De haan richtte zich in welgekozen - belerende woorden tot de jeugd en kraaide zinnen als: "De haan verkondight's Heeren Dagh, Heeft bij zijn huysgezin ontzagh: Hij roept een yeder vroeg aen 't werck, En Sondaeghs neerstigh in de Kerck" Zo leerden kinderen meteen dat vroeg je bedje uitgaan belangrijk is, dat de man de baas in huis is en datje op zondag naar de kerk moet. Een andere haan roept:"Gelijk de Wakkere Haan tot Kraayen is genegen, Zoo laat u Jonge Jeugd, tot Onderwijs bewegen" Dat zal de kinderen vast aangespoord hebben om hun uiterste best te doen. Weer een andere haan laat weten: "Als gij den Haan hoort kraayen en u wekken, Rijst uit het bed, uw kleederen wild aantrekken, Wast U, dankt God, en dan na School wilt gaan, Doet wel en leerd, zoo zal men u niet slaan". Opstaan, wassen, bidden luiden de dag van naar schoolgaan in en daar moet je goed je best doen, anders spaart de meester de roede niet. De haan in het Nieuw Groot A B C Boek. Zeer bekwaam voor de jonge kinderen te leeren, het 6e deeltje in onze reeks Het blauwe boekje is heel direct. Hij kukelt: "Kinderen leert uw Lesje wel". En ten overvloede: " 's Morgens den Haan zijn ijver vroeg bewijst Leert Jonge Jeugd dat men u ook zo prijst". De haan is het symbool van berouw en bekering. Denk maar eens aan de haan die drie maal kraaide en toch ongewild Petrus tot verloochening van Christus bracht. Hij staat als weerhaan boven op de kerktorens van protestantse kerken en niet alleen als kraaier tegen boze geesten, maar vooral als aanmoediger van de dominee door met zijn kop in de wind tegen de heersende luchtstromingen in te gaan. Over dit voorbeeldige hoen is nog veel meer te melden, maar het is duidelijk dat de meeste hanenboeken uitsluitend in protestantse scholen gebruikt werden. De verdere inhoud werd in de eerste plaats gevormd door de letters van het alfabet in de verschillende gebruikelijke lettertypen, het gotisch en het Romeins schrift, zowel in hoofd- als in kleine letter. Het Romeinse lettertype kunnen we tegenwoordig zonder moeite lezen, maar de ouders van de leerlingen uit de zestiende, zeventiende en achttiende eeuw waren opgegroeid met de gotische letter en zij vonden het Romeinse schrift maar wat moeilijk. Op de volgende pagina werden de klinkers en de medeklinkers op een rijtje gezet en daaronder stond meestal een opsomming van lettergrepen. Vervolgens kwamen de leesteksten aan de beurt. Meestal begon men met het gebed het Onze Vader, gevolgd door de Artikelen van het Geloof, de Tien Geboden en nog een aantal andere gebeden. In het hanenboek tref je zelfs een School-Gebed voor de Kinderen aan. In de scholen moesten de kinderen allereerst het ABC uit hun hoofd opzeggen en de letters afzonderlijk herkennen. Door deze te verbinden met andere letters kregen ze inzicht in de lettergrepen, waarmee ze woordjes konden vormen. Dit leidde tot het hardop dreunen van de verschillende teksten, die in de eerste tijd zonder begrip ten gehore werden gebracht. Vergelijk dat maar eens met je jongere broertje of zusje dat feilloos een tekst voorleest, terwijl hij of zij het boek op zijn kop voor zich heeft. Ondanks alles leerden de kinderen op den duur lezen, daartoe aangemoedigd door de meester, die je ongenadig op je duvel gaf als je fouten maakte. Het was een lawaaiige boel in zo'n klaslokaal. Van omstreeks 1550 tot ver in de negentiende eeuw werden de hanenboeken gebruikt, niet alleen in ons land, maar ook in Noord Duitsland en de Scandinavische landen. leder schoolkind had een exemplaar in zijn houten schooltas. Miljoenen exemplaren werden er van gedrukt. Tientallen boekhandelaren hebben er een goed belegde boterham aan verdiend, maar er zijn in ons land nog maar een honderdtal boekjes overgebleven. Kun je je voorstellen, dat de kinderen de boekjes gewoon met een zucht van verlichting weggooiden, als ze hun lesjes geleerd hadden? In de scholen moesten de kinderen allereerst het ABC uit hun hoofd opzeggen en de letters afzonderlijk herkennen. Door deze te verbinden met andere letters kregen ze inzicht in de lettergrepen, waarmee ze woordjes konden vormen. Dit leidde tot het hardop dreunen van de verschillende teksten, die in de eerste tijd zonder O ja, er is aan dit artikel weer de gebruikelijke opdracht verbonden. Teken en kleur eens een eigentijdse haan en verzin er een spreuk of gedichtje bij. Als beloning krijg je dan een hanenboekje thuisgestuurd. Veel succes. (Per school kan slechts één tekening worden ingezonden).
|
|