Periodiek van de Vereniging Vrienden van het Nationaal Onderwijsmuseum

 


 


190205.  Schoolvoorbeeld. De reis naar Oost Indie door Andre Deckers

 Naar Oost en West, Proeve van visuele aardrijkskunde Nederlands Oost- en West-Indië op de lagere school vertelt ons in kleurrijke bewoordingen wat een reis naar het voormalige Nederlands-Indië inhield in de jaren toen er nog geen snelle vliegverbindingen waren. De schrijver, W.A. Wijdeveld, Hoofd eener school te Hengelo (O), instrueert de onderwijskrachten vooral over de zeereis in de dertiger jaren.

Hij was uitermate tevreden over de reistijd (1935): `Tegenwoordig is de reis naar Oost-Indië heel wat gemakkelijker dan in vroeger tijden. 't Gaat heel wat vlugger. Van onze beide grote havensteden Amsterdam en Rotterdam varen prachtige boten naar de Oost. Gedeeltelijk kunnen we dan de reis ook per trein maken over land, om in de havensteden Marseille (Frankrijk) of Genua (Italië) aan of van boord te gaan. Speciale boottreinen brengen de mail en de passagiers uit Nederland rechtstreeks naar de boot in de genoemde havensteden. Deze treinen rijden rechtstreeks van 's Gravenhage naar de kade te Marseille. (Rotterdam.-Lloyd Rapide) en naar Genua (Genua- Express)'. De schrijver neemt de volledige route en zelfs de dienstregeling van de spoorwegen in zijn handleiding op. `De boottrein vertrekt uit Rotterdam om 16.27 u. en komt de volgende dag om 12.41 u. in Marseille aan.' Voorts wijst hij op de mogelijkheid van het vliegtuig. `De Koninklijke Luchtvaart Maatschappij (K.L.M.) brengt de passagiers tot Parijs, terwijl voor de route van Parijs naar Marseille wordt gezorgd door de Franse Air Union. Een vliegtuig kon je zelfs rechtstreeks naar Indië brengen: `In 1931 werd een wekelijkse dienst aangevangen, terwijl de vliegtuigen toen ook waren ingericht om behalve de bemanning (4 personen ) en de post, nog 4 passagiers te vervoeren. Er werd toen met een snelheid van t 185 km per uur gevlogen. Niets is onbeproefd gelaten om deze snelheid groter te maken. Zo is bekend de tocht van "De Pelikaan". Deze vertrok op 18 Dec. 1933 van Amsterdam met de Kerstpost en de tocht zowel heen als terug werd volbracht in 4 dagen, 4 uren en 40 minuten. Van deze recordvlucht is bekend de kranige landing in de mist op 30 Dec. 1933 door den vlieger Smirnoff met P. Soer, Van Beukering en Grosfeld. Voor deze prestatie werd de bemanning door onze koningin geridderd.'

Maar het vliegtuig is eigenlijk nog bijzaak. De meest voor de handliggende route begint in de haven van Rotterdam of Amsterdam. `Voor de reis over zee, die tot heden de beste en veiligste verbinding is tusschen Nederland en zijn gebiedsdelen in het verre Oosten, wordt zorg gedragen door verschillende ondernemingen of maatschappijen. Zulke maatschappijen zijn gevestigd te Amsterdam en te Rotterdam. Van Amsterdam uit varen de booten der Mij. Nederland, van Rotterdam uit boten der Rotterdamse Lloyd. De schepen worden uitgebreid beschreven. `Een drijvend hotel' heet dit hoofdstukje. Uitvoerig wordt er vermeld wat er aan levensmiddelen meeging ten behoeve van 1000 opvarenden voor een reis van 28 dagen: '60 ossen, 55 kalveren, 50 varkens, 50 lammeren, 18.000 kg. meel (360 bln.), 20.000 1 melk (gesteriliseerd), 6.000 kg suiker, 5.000 kg boter, 125.000 eieren, ......6001 karnemelk met gort, ..... 6.000 fl wijn........' Voor de opvarenden gaat er maar liefst 52.000 stuks aan tafel-, bed- en ander linnengoed mee en 15.500 stuks aan tafelzilver. De prijs voor deze overtocht bedraagt ongeveer f 1250 (eerste klas). Ook de regeling van de maaltijden staat er volledig in vermeld: 6 à 7 uur v.m. koffie, 7-9.30 uur ontbijt, 11 uur verversing, 1 uur n.m. déjeuner, 4 uur thee, 7 uur diner. Van het allernieuwste schip van de Rotterdamsche Lloyd de Deurpo wordt medegedeeld dat deze 175 m. lang is, ruim 21 m. breed en gemeten van kiel tot brug 25 m. hoog en dat de inhoud 18.000 ton bedraagt. Het schip kan een snelheid halen van 182 mijl per uur.

In het hoofdstuk `Per boot naar onze Oost' (eerste deel van de reis) wordt de gelegenheid aangegrepen de jeugd allerlei wetenswaardigheden te kunnen vertellen. `De boten van de R. Lloyd, (Lloyd is de naam van den man, die vroeger te Londen een schipperscafé hield) varen uit de haven door de Nieuwe Waterweg naar Hoek van Holland en stomen vandaar de Noordzee binnen. Deze "Nieuwe Waterweg" werd in 1873 in gebruik genomen (ingenieur Caland) Het kanaal verbindt de voornaamste haven van het vasteland van Europa zonder sluizen met de zee. ....de schepen varen in de richting van het lichtschip Maas. Bij dit lichtschip verlaat de loods de boot en zetten de schepen koers iets in Z.W. richting.' Niets wordt vergeten, wat de moeite waard is om te onderwijzen. `Het eiland Wight is bekend om zijn badplaatsen. Het wordt om zijn natuurschoon en gunstig klimaat wel genoemd "de tuin van Engeland."... `Laat in de middag wordt kaap St. Vincent gepasseerd, waar in 1498 Vasco da Gama landde, toen hij van zijn beroemde ontdekkingstocht terugkeerde.'...'Van Tanger gaat de reis naar Gibraltar.....de reis wordt voortgezet naar Marseille'.

 Van Marseille uit gaan de boten in Z.O. richting door de straat van Bonifacio (tussen de eilanden Corsica en Sardinië) naar straat Messina (tussen Italië en Sicilië). Vandaar zetten ze koers door de Ionische zee, langs het eiland Creta naar de ingang van het Suezkanaal.'

`Bij de ingang van het kanaal staat het reuzenstandbeeld van den Fransen ingenieur, Ferdinand de Lesseps, met zijn rechterhand wijzende naar de ingang van het kanaal. Deze Fransman heeft bij de uitvoering van zijn plannen veel steun ondervonden van den onderkoning van Egypte, Said, vandaar dat de nieuwe stad bij de ingang uit dankbare herinnering door de Lesseps naar dien onderkoning "Port-Said" werd genoemd'.

Godsdienstige informatie wordt ook niet vergeten. `Een tweede weg kruist het kanaal wat verder, nl. de bedevaartweg der Mohammedaanse pelgrims, die in Mekka het graf van den profeet Mohammed gaan bezoeken.' `Palestina, ook wel het Heilige Land genoemd, waar Christus geboren is, geleefd heeft en gestorven is en vanwaar door Zijne Apostelen het Christendom over de wereld werd verbreid.' `De Sphinx, een liggende leeuw met een mensenhoofd, voorstellende een zonnegod uit het land der pharao's.'

De tocht door de Rode Zee is door de hitte minder aangenaam ....... de reizigers worden loom en lusteloos, gelukkig dat men zich op de mooi ingerichte dekken een zo gemakkelijk mogelijk plaatsje kan zoeken, onder de nu uitgespannen zonnetenten.'

In de Indische oceaan wordt het beter ...... de passagiers genieten van de heerlijke natuur en het schitterende natuurschoon. De zonsondergang geeft aan de horizon schone kleurschakeringen te aanschouwen. Ook maakt het "lichten der zee" daarbij op den "Oost-Indië" reiziger een onvergetelijke indruk.' `Gedurende dit mooiste deel van de Indische reis zet het schip koers naar de Zuidpunt van het Aziatische schiereiland, Voor-Indië, dat geheel een Engelse kolonie is. Aan deze zuidpunt ligt het eiland Ceylon met zijn beroemde havenstad Colombo, welke van Suez uit in ongeveer 8 dagen wordt bereikt en waar én de boten van de Mij. Nederland én die van de Rotterd. Lloyd aanleggen. Voor de stoomschepen weer gelegenheid voor het innemen van brandstof (bunkeren)'.

`Van Colombo wordt de reis voortgezet naar de Oost-Indische Archipel, waarvan de eerste haven, welke na een dag of drie wordt bereikt, Sabang is, op het eiland Wé aan de Noordpunt van Sumatra.

Vanuit Sabang gaat het nu door de Straat van Malaka, naar de haven Belawan-Delf aan de Oostkust van Sumatra naar Singapore en vandaar naar Batavia, de hoofdstad van Nederl. Indië. Batavia heeft de haven Tandjoeng-Priok. Vroeger moesten de schepen in zee voor anker liggen, thans liggen zij aan de kaden.' `Per trein kan men de stad Batavia bereiken.'

 Hiermee is deze veelomvattende beschrijving van de reis naar Oost-Indië ten einde.
 

Zakelijke info