Periodiek van de Vereniging Vrienden van het Nationaal Onderwijsmuseum

 


 


190107. Schoolvoorbeeld. De Maashaven in Rotterdam door André Deckers

 Bij ons bezoek aan de tentoonstelling 'Schoolplaten - Maritieme geschiedenis aan de wand' in het Maritiem Museum Rotterdam troffen we ook 'De Maashaven Rotterdam' aan. Mede in bet kader van 'Rotterdam 2001, culturele hoofdstad van Europa' leek ons deze wandplaat een uitstekend onderwerp voor ons lentenummer. Deze tekening van de Maashaven werd in 1912 gemaakt voor het vak aardrijkskunde. Nu is het een historische plaat geworden, want het beeld van de Maashaven wordt niet langer bepaald door zeeschepen en elevatoren. Alleen binnenvaartschepen rusten er nog wat uit.

Hieronder volgt een selectie uit de handleiding, die begint met een stukje onvervalst Rotterdams chauvinisme van de beide schrijvers R. Noordhoff en B.A. Kwast. Zij beschrijven het Rotterdam anno 1912 als de eerste scheepvaarthaven van 't vasteland van Europa. Maar ook in Nederland was Rotterdam een bijzondere stad, aldus de schrijvers, 'Ze is in de laatste 40 jaar twee maal zo snel gegroeid als Amsterdam.'

 De aanleg van de Maashaven

 In 1870 was het Suez-Kanaal geopend, die een veel kortere route naar Indië en Achter-Indië mogelijk maakte. In 1872 kwam de Nieuwe Waterweg gereed, een snelle verbinding met de open zee. De Frans-Duitse oorlog (1870) had een plotseling, sterk opkomend goederenvervoer over Rotterdam naar Amerika ten gevolge. Nieuwe havens werden noodzakelijk. De `Handelsvereeniging', opgericht door "den grooten bankier Pincoffs", begon met de aanleg van de Spoorweghaven en de Entrepot-haven.

mei 1879 was Pincoffs bankroet, was de HandelsverEeniging failliet, en waren de havens te koop. Op 1 oktober 1879 werd G.J. De Jongh, oudgenie-officier, hoofd van het bureau der gemeentewerken en iets later werd Vening Meinesz, 'een man van onverzettelijken wil en doorzettingsvermogen' burgemeester van Rotterdam. Zij hebben een belangrijke rol gespeeld in de ontwikkeling van de haven nadat de stad de havens in 1882 van de `Handelsvereeniging' overnam.

Na de inlijving van Charlois in 1895 keurde de Gemeenteraad onmiddellijk het voorstel goed om de Maashaven aan te leggen. Het ging vooral om de hoge prijs voor `het traceeren van het nieuwe bassin dwars door het dorp Katendrecht, waardoor het afbreken van 700 huizen en de verplaatsing van 3500 personen noodzakelijk werd.' 'Met een heirleger van ruim 1000 "polderjongens", gesteund door excavateurs en andere werktuigen, werd daarna krachtig gearbeid, zoodat op 20 December 1901 de nieuwe haven geopend kon worden'. Pincoffs begon in New-York een tabakszaak, Daarom zijn afbeelding als tabakspot.

 De haven als dorp

 Over de plaat wordt het volgende geschreven in de handleiding: `Aardig is 't te zien, hoe tal van lichters, aken en tjalken zoo'n groote graanboot omringen, zoodra ze binnen komt. Een heele zwerm komt als een troepje kuikens op de groote klokhen af. En deze geeft ieder harer kleinen zooveel, als ze maar in haar buikje bergen kan'.

Het is een drukte van belang op het water en al die mensen op boten moeten wel dagelijks hun inkopen kunnei doen: `Ze zijn daar op't water nog een aardig eindje van de stad, en ze hebben allerlei dingen noodig. Ja, zoo'n haven met schepen, is eigenlijk een dorp op 't water'. Om de schepen van het nodige te voorzien is er de `kistjesman' of `parlevinker':

'Het havenwater is natuurlijk niet te drinken; 't is brak en vuil. Daarom zorgt de gemeente Rotterdam voor drinkwater, zoowel voor de zee -, als voor de binnenvaarders. Zie je dat kleine, zwarte stoombootje rechts op de plaat, midden in de haven? Dat is het waterbootje. Het heeft tanks met drinkwater, gezuiverd Maaswater, aan boord en een pompinrichting om het in die tanks over te pompen. Zie je die twee witte vlaggetjes halfstok? Daarmee geven die twee schepen te kennen, dat hun watervat leeg is. Behalve van het waterbootje krijgt zoo'n schependorp bezoek van den koopman, den marskramer op 't water. Dat is die maat in zijn mooi gestreept bootje, de "kistjesman". Zie je zijn mandjes met groenten?

 De haven als bedrijf

 In een haven zijn allerlei attributen nodig die het laden n lossen mogelijk moeten maken. De handleiding be­teed aandacht aan de volgende onderwerpen die daar­mee te maken hebben:

1. Een elevator of een opzuiger

`Nu moetje weten, dat zoo'n monster met zijn drie slur­ven in één uur 200 ton graan uit de zeeboot overstort in den lichter of in de tjalk. Vroeger moest dat overladen gebeuren door havenarbeiders, door graanwerkers en - wegers, die de zakken of bakken vol moesten scheppen, wegen, ophijschen en dan omstorten in den lichter. Laatstgenoemden staakten. Maar juist in die staking bleek, hoe nuttig deze reusachtige werkers waren, die, door weinig menschenhanden geholpen, rusteloos door­werkten, dag en nacht.

2. De zakgoedinrichting

hoor de zakgoedinrichting wordt het graan uitsluitend in *ken overgebracht, óf van den spoorwegen in de lich­ters óf, uit de lichters naar de spoorwagens. In 't laatste geval wordt het graan uit de lichters opgezogen, in zak­ken gestort, gewogen en overgebracht naar de wagons. Is ook dat niet een vernuftige vinding, die zakgoedinrich­ting, die 17000 kg per uur verwerkt? Hoe zouden ooit de vlijtigste korenmeters en -wegers dat klaar spelen?

3. Ducdalven en meerstoelen

`In de haven worden schepen vastgemaakt aan ducdalven of aan meerstoelen. Links op de plaat staat een heele rij van ducdalven, 25 M. van elkaar en om den ander met een loopsteiger. De voorste ducdalf is goed te zien; hij bestaat uit 4 palen, één koningspaal, de middelste, twee zijschoren en een achterschoor. Een meerstoel zien we ook op de plaat; de boot met de roode pijp ligt er aan vast'.

Zakelijke info