Periodiek van de Vereniging Vrienden van het Nationaal Onderwijsmuseum

 


 


180305. Schoolvoorbeelden. Het Naardermeer door A. Deckers

 De bekende schoolplaat HET NAARDERMEER uit de serie Dieren in hun omgeving hoorde tot ver in de twintigste eeuw bij de inventaris van een doorsnee lagere school. In de toelichting komen alle mogelijke zaken aan de orde. Het moet van de meester zeker flink wat voorbereiding gevraagd hebben, om het verhaal volgens de handleiding goed te vertellen.

De taal van L. Dorsman Czn., K.M. Knip en A. Mellink in de handleiding is op zich al beeldend. ‘Onze plaat stelt voor een kijkje in een der vroegere kavelslooten van het Naardermeer. Door afkalving op sommige punten, door aangroeiing op andere plaatsen zijn eertijds rechte slootkanten veranderd in bochtige oevers met tal van kleine baaien en inhammen, die ideaal-schuilplaatsen bieden voor een uitgebreide vogelwereld.’ Zo begint het derde hoofdstuk 'Wat de plaat voorstelt'. Daarin worden het riet, de lisdodde en gele lis genoemd als vertegenwoordigers van moeras- en oeverplanten. Dat geldt ook voor de witte waterlelie, de gele plomp, het duitblad, eendenkroos, algenbossen, pijlkruid en de veenwortelplant.

 Alle planten worden in het vijfde hoofdstuk ‘De plantenwereld’ afzonderlijk beschreven. ‘Rechts op den voorgrond steekt het pijlkruid (sagittaria sagittifolia L.) zijn typische bladeren en fraaien bloeistengel omhoog. De witte, driehoekige bloemen met de paarsrode hartjes, veroorzaakt door de purperen nagels der kroonbladeren, staan meestal in kransen van drie gerangschikt rond de hoofdas’.

 De dierenwereld krijgt in het vierde deel alle aandacht. Dieren worden afzonderlijk beschreven, waarbij vaak een lyrische geest over de schrijvers vaardig is. Bij de behandeling van ‘den groenen kikvorsch’ zeggen zij: ‘"Zij" zit rustig op een waterlelieblad, "hij" komt luid kwakende – let op de opgezette keelblazen! – aanzwemmen om haar "zijn hulde te biên". Laten we hopen, dat deze roman uit de dierenwereld een blij einde mag hebben!'. Bij de beschrijving van de lepelaar (platalea leucerodia L.) vinden de schrijvers het nodig terug te gaan tot 1673, toen een Engels ornitholoog, John Ray, een reis in Holland maakte en met enthousiasme sprak over het grote aantal gekuifde aalscholvers, lepelaars, kwakken en reigers, dat hij broedende aantrof bij Zevenhuizen, een dorpje aan de Rotte.

Of de meester het allemaal vertelde? Hij had in ieder geval stof in overvloed.

Naast de bekende plaat is er ook nog een BIJPLAAT met afbeeldingen van vogels, zoals de bruine kiekendief (circus aeruginosus) Deze roofvogel heeft het volgens de schrijvers niet makkelijk. 'De watervogels weten zeer goed, dat de bruine kiekendief een behendige nestenzoeker is en achtervolgen hem onder woedend geschreeuw, waarbij de roover menigen snavelhouw oploopt. Door de boeren wordt hij vaak geschoten om zijn jacht maken op kuikens van hoenders en eenden’. Van de roerdomp (botaurus stellaris) komen we te weten, dat, hoewel dit een trekvogel is, er altijd enige achter blijven. In strenge winters, ‘als koude en vorst lang aanhouden, zooals o. a. nog gebleken is in den winter 1928-1929’ komen ze meestal om. De vogel werd afgebeeld ‘in den ruststand en in den schrikstand’. Het geluid van de roerdomp is ‘een vreemdsoortig gebrul, dat wel 2 á 3 km ver hoorbaar is en ongeveer klinkt als uuproemb’. De schoonheid van de fuut (colymbus cristatus) wordt enthousiast geprezen. ‘Wat dezen vogel zoo’n eigenaardige bekoring geeft, is de in twee punten gesplitste kuif op den kop en de uit lange, losbaardige veeren samengestelde kraag, die de zijden van den kop en de keel omgeeft. Deze sierveeren maken het bruilofskleed van dezen vogel buitengewoon fraai’. Verder is door een zekere Naumann waargenomen ‘dat hij onder water 60 m. in een halve minuut aflegt’.

 Dat de plaat van het Naardermeer direct betrekking heeft op de stichting van De Vereeniging tot Behoud van Natuurmonumenten in Nederland (1905) is waarschijnlijk minder bekend. In het eerste hoofdstuk (natuurbescherming) wordt weergegeven hoe belangrijk behoud van natuurmonumenten is. Dit moet de meester de kinderen voorhouden. ‘Ieder, die veel houdt van planten en dieren, zal tot de pijnlijke conclusie komen, dat de flora en fauna van ons land in een snel tempo achteruitgaan en afsterven.' en verder: '..slechts weinigen beseffen ten volle, hoeveel schoons er zoo voor en na in ons land weggegaan is'. Maar ook triomf klinkt door als de natuurbescherming een feit is met de aankoop van het Naardermeer. "Het zou zoo'n vaart niet loopen", dachten de weinigen, die toen ter tijd oog hadden voor natuurschoon en natuurleven. Doch in 1904 werden deze menschen op ruwe wijze uit hun droom gewekt. Want toen kregen ze kennis van het plan der gemeente Amsterdam om een der schoonste moerassen van Noord-Holland, met een zeldzame dierenwereld en een interessante flora, het Naardermeer, te dempen met vuilnis en het op deze wijze in vruchtbaren grond te veranderen. Er stak een storm van verontwaardiging op, die zijn weerklank vond in den Amsterdamschen Gemeenteraad, welke met slechts ‚‚n stem meerderheid het heillooze voornemen den kop indrukte: het Naardermeer was gered'.

 De schoolplaat HET NAARDERMEER is te koop in het Bezoekerscentrum van de Vereniging Natuurmonumenten te 's-Graveland.

 Mocht u belangstelling hebben voor de volledige handleiding, laat u dit dan weten aan ons secretariaat.

Zakelijke info