Periodiek van de Vereniging Vrienden van het Nationaal Onderwijsmuseum

 


 

230205. Collectie. Vroeger door Andre Deckers

Als je na zo'n vijftig jaar, al is het maar voor een enkel lesje over vroeger, terugkeert naar de basisschool dan is dat geen eenvoudige opgave. Gelukkig was op dat moment de tentoonstelling "100 jaar Ot en Sien" in het Onderwijsmuseum te zien. Graag nam ik deze twee kinderen als uitgangspunt voor mijn les aan groep drie en vier van de John F. Kennedyschool. Voor elk kind had ik "Een boek van Ot en Sien" om in te lezen en te schrijven. Het affiche van de tentoonstelling werd vooraan in de klas opgehangen. De heer Van Beek, bestuurslid van het Historisch Genootschap Hendrik-Ido-Ambacht, was zo vriendelijk voorwerpen uit zijn collectie, waaronder een juk, naar de school mee te nemen.

Nu ligt er voor mij een blauwe map `Voor de opa van Nina met veel dank' met daarin reacties van de kinderen. `Het was een leuk verhaal',schrijft Nina `ik voon het heel leuk dat je dingen meegenomen hat', zegt Duncan, `het was leuk gieggaa leuk van ninas opa 100 jaar waar is waar, is het oordeel van een ander kind "en de leukste von ik het boekje van ot en sien – en mijn nek dee pijn door de juk, en er waren 2 opas." 

Nina belde. "Opa, nou moet je bij mij komen want je bent ook bij Sylke (haar jongere zusje) geweest." Even heb je geen antwoord en dan weet je, waarover ze het heeft: In haar klas met kinderen van zo'n zes/zeven jaar komen vertellen over 'vroeger'. 'Vroeger', dat zie je op de plaatjes van Jetses. Dit beeld wordt ondersteund door de dingen, die de heer Van Beek meebracht en zijn toelichting daarop.

Op de voorkant van mijn boekje prijken Ot en Sien samen in de ton. Zo'n ding kun je niet meezeulen, maar in hun levendige fantasie is er onder de kinderen niemand, die daar niet in zou willen zitten.Op pagina zes trekt de schitterende poppenwagen de aandacht en er is dan ook alle reden dit moeilijke woord te laten schrijven. Zo'n exemplaar was hier niet voorhanden in tegenstelling tot het museum, waar men op de tentoonstelling "100 jaar Ot en Sien" ermee pronkte.

Dan komt "Sien met haar juk". Bij Jetses is het juk gedeeltelijk zichtbaar en dat was voldoende. Elk kind van toen en nog jaren daarna heeft het gekend. De boerinnen met twee emmers melk, twee emmers kokend water halen bij de waterstoker. "Twee emmertjes water halen. " wordt door allen voluit meegezongen. Want ook liedjes horen bij de Collectie. Het juk komt goed van pas. De een na de ander mag er even mee sjouwen. Zo wordt dit deel van de Collectie beleefd. Het juk is voortaan een duidelijk begrip.

Warmte is nu geen zaak meer van een pijp in de schoorsteen, kolen scheppen en de kachel aanmaken. Het behaaglijke beeld van de kachel in de kamer, de olielamp boven de tafel en moeder natuurlijk bezig met een of ander naai werk, geeft een totaal verleden tijd weer, dit is echt 'vroeger'. Toch kunnen de kinderen bij het zien van dit plaatje zich de kachel nog wel voorstellen. Anders is dat met de olielamp. Die had meneer Van Beek niet, maar wel het oliestel met het onvermijdelijke geëmailleerde pannetje erop. Tot verbazing van de jeugd kon hij het oliestel helemaal demonteren en duidelijk laten zien, waar de olie in gedaan moest worden en waar de lont zat. Het zachte sudderen op het oliestel, het walmen van de vlam, het bleef onbekend, maar dat het 'vroeger' anders was, dat werd zeker duidelijk. Het gietijzeren strijkboutje, dat op de kachel heet wordt, maakte naast het gebruik van de olielamp duidelijk dat er geen sprake was van elektriciteit, iets wat nu ondenkbaar is.

Bij de winter hoort sneeuw. Een rastekenaar als Jetses laat zich deze beelden niet ontgaan."Ot en Sien gaan naar buiten ", leest het meisje, "De sneeuwvlokken worden nog groter." De slee uit de Collectie is nu aan de beurt. Wat planken aan elkaar met aan de onderkant een ijzeren strip om goed te kunnen glijden. De kinderen moeten dat voelen. Hiermee heeft de vader van deze opa nog gespeeld. Die heeft er toen ook zo uitgezien als Ot en Sien op het plaatje. Op klompen, nou dat weten ze wel, maar die pet en die muts, die korte broek, het schort en de lange kousen. Of dat nou zo leuk was? Het simpele fabrikaat van de slee brengt de sobere levensstijl van het verleden heel dichtbij. De wintersport van toen speelde zich om het huis af in plaats van op skipistes."Vangen, Sien, in je mond. " Het meisje gaat verder. "Daar staan ze met hun mond 0pen." De kinderen maken het mee, want dat is nu ook leuk. Op de achtergrond zien we een kar met ge-spaakte wielen. We mogen weer schrijven: 'handkar'.

Op school zagen Ot en Sien de kinderen naast elkaar in de bank zitten. Nu zitten ze tegenover elkaar aan tafeltjes. "Wat wou jij hier doen, Ot? ", wordt er gelezen. Deze vraag van een juf met een knot, in lichte blouse met donkere strik en lange zwarte rok vestigt de aandacht op juffrouw Claartje van hun groep, die er heel anders uitziet. Om uit te leggen wat 'vroeger' is zijn juffrou¬wen in deze Collectie onmisbaar, dat blijkt wel.

De heer Van Beek laat een lei zien, waarop kinderen vroeger schreven en vestigt de aandacht op het gezegde: 'Een tien met een griffel en een zoen van de juffrouw'.Na vijf kwartier hard werken is het tijd om te stoppen. De Collectie wordt met hulp van de kinderen naar de auto van de heer Van Beek gedragen.

"Dag. Nina." "Dag opa. 't was heel leuk, vet cool." 'Vet cool!' Met de lei onder je arm ben je helemaal van vroeger.

Zakelijke info