Periodiek van de Vereniging Vrienden van het Nationaal Onderwijsmuseum

 


 

230105. Collectie. Het letterrad van Nieuwold door Andre Deckers

 Johannes Henricus Niewold (1737-1812) was de ontwerper van een leermiddel dat tot in het begin van de twintigste eeuw op scholen in gebruik is geweest. Dat was het letterrad voor het eerste leesonderwijs. Vaak waren dat zelfvervaardigde modellen, waarvoor tekeningen in pedagogische handboeken verschenen. In ons onderwijsmuseum staat zo'n letterrad. Maar wie was Niewold en in hoeverre was zijn creatie de moeite waard?

Niewold was predikant op diverse plaatsen in Friesland. In Warga bij Leeuwarden, waar hij vanaf 1770 woonde en werkte, zette hij zich in voor de ontwikkeling van zijn gemeenteleden. In de landbouw wilde hij door verbetering van de methoden de welvaart van de boeren verhogen. Zijn belangstelling voor het onderwijs kwam voort uit het probleem, dat zijn catechisanten, enkelen daargelaten, niet konden lezen. Daardoor was zijn taak als godsdienstleraar veel zwaarder dan nodig. Maar waar de boeren van Warga belangstelling toonden voor Niewolds nieuwe land-bouwmethoden, bleek zijn pleidooi voor beter leesonderwijs aan dovemansoren gericht.

 Het aanvankelijk leesonderwijs      

In de dagen van Niewold was het volgens Wouters en Visser niet best gesteld met het Nederlandse onderwijs: `De oude, doove schoolmeester leerde den kinderen lezen volgens de spelmethode waarbij de letters benoemd worden met de namen uit het alphabet. Boer werd gelezen, nadat het gespeld was als: bee-oo-ee-er = boer. Niet te verwonderen is dat slechts enkelen de kunst van het lezen machtig werden….

 Het is echter te gemakkelijk de schuld voor het slechte onderwijs alleen bij de schoolmeester te leggen. Zijn beroep had een veel lagere status dan dat van predikant. Zijn karige salaris, dat hij moest aanvullen met neveninkomsten, stelde hem niet in staat aan eigen ontwikkeling te werken. Geen wonder, dat hij stijf vasthield aan bijvoorbeeld het toen alom bekende Haneboek.

Om wat dichter bij de problemen te komen, waarop Niewold stootte, heb ik ons Blauwe Boekje no. 6 Nieuw Groot A/B/ C/Boek/weer eens opgezocht, waarin op pagina 2 de rode haan zo fier prijkt. "Zeer bekwaam voor de jonge kinderen te leeren" luidt de ondertitel ook in fraaie gotische letters. Hieruit blijkt, dat het boekje uitsluitend een hulpmiddel voor de schoolmeester was. Van enige kinderlijke benadering is totaal geen sprake. Na het herhalen van het alfabet in hoofd- en kleine letters en in enkele lettertypen begint het

boekje op bladzijde vier met `vokalen / zonder welke geen woord of syllabe geschreven kan worden': a e i o u. Daarna volgen de `consonanten / of mede- luidende letteren': b c d f g h k 1 mnp grstvwxz. Voorts zijn op die pagina alle mogelijke combinaties van een klinker en een medeklinker opgenomen in alfabetische volgorde: ab eb ib ob ub, ac cc ic oe uc enz            ba be bi bo bu,.... eindigend met za ze zi zo zu. Dat is de enige systematiek in dit boek- F je. De rest bestaat uit gebeden en het geheel wordt besloten met een stichtelijk gedicht.

 Het letterrad sloot deels aan bij deze benadering, maar was tegelijkertijd een verbetering. Het bracht een speels element in het onderwijs en was uitstekend geschikt voor klassikale behandeling van de leerstof Het zegt ook iets over de maker: Niewold was een man met fantasie en een gevoeligheid voor de belevingswereld van kinderen.

Het letterrad

Bekijken we het letterrad uit onze museumcollectie van nabij, dan zien we drie planken, die horizontaal aan elkaar zijn bevestigd. Daarin een grote ronde opening, waarin een houten wiel past dat met de handgreep kan worden gedraaid. Tussen twee, zo te zien enigs-zins bewerkte, raamlatjes kan een plank, schuiflijst genaamd, verticaal heen en weer bewegen. Zeer waar-schijnlijk werd dit letterrad door de plaatselijke timmerman gemaakt, want opvallend is dat het geen fraai voorbeeld van schrijnwerkerkunst is.

Op het wiel staan aan de rand allereerst de consonanten, die we ook in het haneboek zagen, gevolgd door combinaties van medeklinkers zoals bl, br, dr,....sch, spl, spr... etc.. Op de schuiflijsten staan klinkers, tweeklanken en combinaties van klinkers en medeklinkers. De stand van het letterrad hierboven vormt de woorden klooi en knauw.

 Samenstellingen van letters zonder enige betekenis zijn met het getoonde letterrad mogelijk en soms onvermijdelijk boven of onder het 'goede' woord. Zulke betekenisloze woorden worden vermeden in het voorbeeld uit het inmiddels al bijna honderd jaar oude boek Geschiedenis van de opvoeding en het onderwijs. De daarin opgenomen 'teekening van letterrad met schuiflijst' biedt een oplossing voor het vermijden van betekenisloze woorden door twee horizontale planken aan te brengen boven en onder de ruimte van het goede woord.

 Een volgend probleem van het letterrad uit ons museum is dat alle woorden, die hiermee gemaakt kunnen worden, met een medeklinker moeten beginnen. Een oplossing voor woorden, die met een klinker beginnen, geeft Niewold zelf in de afbeelding uit het boekje 'Wij zijn kinderen met elkanderen. Eerste stukje' (zesde druk, 1825). In een klaslokaal met twee leerkrachten zien we twee raderen met op elk zeven letters (waarschijnlijk, want de rechter is niet helemaal zichtbaar). 'Draai om' staat er uitnodigend onder. De meester staat voor een letterkast met zestien vakken, waaruit hij de leerling de A geeft. In de kast zien we o.a. de 0, de E, de I, die worden gebruikt in combinatie met de letters op het dubbele letterrad.

 Met zijn letterrad introduceerde Niewold een goedkoop leermiddel. Hij gebruikte duidelijke letters, waarmee de meester in korte tijd een groot aantal woordjes kan vormen. Omdat het letterrad een klassikaal leermiddel is past het uitstekend bij de trend in die dagen naar klassikaal onderwijs, dat in de derde schoolwet van 1806 'imperatief werd voorgeschreven.

 Het Handboek der paedagogiek stelde dat Niewold de spelmethode volgens het Haneboek "geestdodend en versuffend" vond en dat hij daarom met een eigen aanpak kwam. Maar volgens de schrijver van dat boek ging Niewold toch niet ver genoeg: "tot een volledige leerwijze, die de gewraakte methode kon vervangen, bracht hij het niet." De Geschiedenis van de opvoeding en het onderwijs is veel royaler in haar oordeel en zegt: "Er schuilt geen overdrijving in, wanneer men hem den hervormer van het onderwijs in Friesland noemt."

Zakelijke info