Periodiek van de Vereniging Vrienden van het Nationaal Onderwijsmuseum

 


 

220405. Collectie Een beknopte inleiding tot de Nederlandse schoolkaarten in zeven lesjes door Lowie Brink en Lucy Holl

De Nederlandse schoolplaten krijgen terecht veel aandacht in de jaargangen van De School Anno. De decoratieve en nostalgie opwekkende platen staan velen nog in het visueel geheugen gegrift. Maar het doet geen recht aan het zusje van de schoolplaat: de aardrijkskundige schoolwandkaart. Dit muur-bloempje onder de leermiddelen wil nogal eens stiefmoederlijk worden behandeld. Enigszins opmerkelijk is dit toch wel te noemen, gezien het feit dal het aantal uitgegeven aardrijkskundige wandkaarten - herziene edities meegerekend - in dezelfde orde van grootte ligt als het aantal uitgegeven wandplaten. Schooluitgevers hadden vaak aparte catalogi voor kaarten en platen. In een fondscatalogus van uitgeverij Wolters uil 1932 slaat bijvoorbeeld: 'Nadere bijzonderheden en afbeeldingen van onze Wandkaarten en School-platen geven de afzonderlijke catalogi Nederlandsche Wandkaarten en Nederlandsche Schoolplaten'. En in de Catalogus Wandkaarten en Wandplaten van uitgever Noordhoff uit circa 1931 zijn de 42 pagina's eerlijk verdeeld tussen deze twee categorieën leermiddelen. Alleen al hel doorbladeren van dergelijke catalogi maakt duidelijk dat aardrijkskundige schoolkaarten wat betreft decoratieve en historische waarde niet onder hoeven te doen voor schoolplaten.

De oudste schoolkaart in het Nationaal Onderwijsmuseum stamt uit 1845. Dat wil niet zeggen dat aardrijkskundige kaarten voordien een geheel onbekend verschijnsel waren. Het in 1781 verschenen Vaderlandsch A-B boek van J.H. Swildens toont bij de N van Nederland een man met een kind op de arm voor een manshoge kaart van Nederland met als onderschrift 'Nederland is uw vaderland. Veilig woont ge `er in.
Als gij groot zijt. hebt gij daar ook uw huisgezin'.

Zulke kaarten waren echter beperkt in omloop. Alleen elitescholen pasten aardrijkskundige kaarten en de globe in hun onderwijs toe. Vele scholen beperkten zich tot lezen schrijven en rekenen. Die allereerste aardrijkskundige kaarten in de achttiende en negentiende eeuw waren nogal eens hel eigen fabrikaat van een onderwijzer. Ook kleine bedrijfjes leverden zulke handgemaakte exemplaren. De meeste scholen hadden in de negentiende eeuw ook nauwelijks geld om de relatief dure wand-kaarten aan te schallen. Dat veranderde toen de herzieningen in de Wet op het Lager Onderwijs van zowel 1857 als 1878 hun vruchten begonnen af te werpen. Er kwam veel meer aandacht voor de huisvesting van de scholen en de overheid stak meer geld in de exploitatie. Die wetgeving zorgde er ook voor dat naast lezen, rekenen en schrijven ook geschiedenis, aardrijkskunde en kennis van de natuur verplichte kost op de lagere school werden. Bovendien ontstond in 1863 de Hogere Burger-school. HBS, als nieuw type middelbaar onderwijs. Ook daar gold aardrijkskunde als verplicht vak. Deze veranderingen boden leveranciers van leermiddelen nieuwe kansen. Enkele tientallen uitgeverijtjes probeerden zich in de loop van de negentiende eeuw op de schoolkaarten- en schoolplatenmarkt te begeven. Ook de toen nog kleine uitgeverijen Wolters (van de Bosatlas) en Noordhoff wierpen zich in de strijd. Wolters kwam rond 1875 met een eerste schoolwandkaart. en Noordhoff volgde niet lang daarna. 'Om den onderwijzer tegemoet te kommen hij het teekenen van kaarten voorde klasse, zoodat hij zijn tijd meer winstgevend kan besteden'. aldus een reclamefolder van Noordhoff uit 1898. Beide bedrijven startten onder meer met kaarten van Groningen, Friesland en Drenthe, die zij rechtstreeks aan scholen in de regio leverden. Langzamerhand verschenen complete series van de Nederlandse provincies, een groot aantal Europese landen en de werelddelen. Ook de uitgeverijen Thieme, Ten Brink en Ykema boden uitgebreide series schoolwandkaarten in hun fondscatalogi te koop aan. De oude kaarten roepen hij iedereen wel een reactie op: hetzij

van herkenning en enthousiasme hetzij soms van afschuw. Aardrijkskundige schoolwandkaarten zijn nog steeds in gebruik op scholen, zij het dat ze minder prominent een rol spelen. De oude kaarten hebben nu vooral nog een emotionele en esthetische waarde.

De eerste auteur, verzamelaar en eigenaar van een antiquariaat gespecialiseerd in aardrijkskundige wandkaarten, biedt hierbij de lezers van De Anno een Beknopte Inleiding tot de Nederlandse Schoolkaarten' aan. In zeven korte 'lesjes' komen de belangrijkste schoolkaarten uitgevers aan bod zoals Wolters, Noordhoff, Thieme, Ten Brink en Ykema. Tevens passeren enkele prominente schoolkaartenauteurs als E.R. Bos, R. Bos, K. Zeeman, G. Prop en J.J. ter Have de revue. Dat gebeurt aan de hand van voorbeelden van de meest gebruikte kaartonderwerpen: Nederlandse provincies, Neder-land. voormalige koloniën, Europese landen. de wereld en Palestina. De zeven wandkaarten zijn vrij willekeurig gekozen, maar geven desondanks een karakteristiek beeld van de op scholen gebruikte aardrijkskundige wandkaarten in het eerste kwart van de twintigste eeuw. 

P.R. Bos en zijn grote atlas

P.R. Bos (1847-1902) is vooral betoomd geworden door de Bosatlas. Zijn naam wordt vaak verward met een andere maker van schoolkaarten: R. Bos van uitgeverij Noordhoff. `Minder bekend is dat van hem ook zeven wandkaarten hij Wolters zijn uitgegeven in de periode 1881-1900. zijn eerste. Sa

men met R.R. Rijkens vervaardigde wandkaart Nederlandsch Oost-Indie verscheen in 1881 en had een grote bijkaart van Java met een staatkundige indeling in residenties. In 1890 was deze bijkaart ook afzonderlijk verkrijgbaar. De vierde druk van de kaart van Java uit 1911 is hier afgebeeld. Grote wandkaarten zijn vaak opgebouwd uit kaartdelen, 'bladen genoemd. In dit geval zijn vier bladen naast elkaar op het linnen bevestigd. 

Niet de Bos van de Bosatlas

Deze zeldzame. eerste druk (ca. 1904) van de kaart van Spanje en Portugal was een onderdeel van de 'methode R. Bos, een zeer bekende en complete aardrijkskundemethode van uitgeverij Noordhoff bestemd voor het lager en uitgebreid lager onderwijs. Een toelichting van R. Bos uit 1921, het jaar van zijn overlijden, bij zijn wandkaarten geeft een goed idee van waar het in deze methode om ging: `uiterst goedkoop, heel sober van inhoud. in sprekende kleuren en in overvloed duidelijk'. Vanaf ca. 1928 was er steeds meer sprake van de 'methode Bos-Zeeman'. Na 1945 is de methode in sterk afgeslankte vorm voortgezet. Voornamelijk de wandkaarsen en de Atlas der gehele aarde van Bos en Zeeman hebben het tot de fusie tussen de uitgevers Noordhoff en Wolters (1968) kunnen volhouden. 

Dominee Bleeker

Deze alleen al door haar hoogte indrukwekkende wandkaart is de opvolger van de Schoolkaart van Palestina van dezelfde auteurs uit 1890. Bij deze twee kaarten hoorden voor onderwijzers bestemde handleidingen ten behoeve van het godsdienstonderwijs, 'waarin met den stand der jongste wetenschap op dit gebied is rekening gehouden'. Een van de auteurs. ds Gerhardus Helenes Bleeker (1S36-1917) was predikant in achtereenvolgens Elst, Fijnaart en Heijningen. Tjamsweer en van 1889 tot 1906 in Welsrijp. 

Meester Prop

Fel oud discussiepunt in het aardrijkskundeonderwijs was de keuze van de projectiemethode in het geval van wereldkaarten: halfronden of Mercator, Een halfrondenkaart is een kartogratische weergave van de gehele aarde op een plat vlak in twee hemisferen. Bij een Mercatorprojectie daarentegen worden de meridianen en parallellen als een stelsel van onderling loodrechte lijnen weergegeven. G. Prop gebruikte in 1927 een originele oplossing voor dit vraagstuk. Hij koos voor een halfrondenprojectie om te zorgen dat de wereldkaan zoo weinig mogelijk afwijkt van een globe', maar nam in een grote bijkaart ook een 'Wereldkaart volgens Mercators Projectie' op. Deze bijkaart is in de foto te zien in de rechter onderhoek van de kaart. Opvallend is verder dat de kleuren van. de kaart de vegetatie aangeven. Deze bij Thieme uitgegeven wandkaart was onderdeel van een succesvolle aardrijkskundemethode van Prop voor het lager onderwijs. Prop was van 1915 tot 1940 hoofd van een lagere school in Lochem, die in 1972 naar hem werd vernoemd: Meester G. Propschool. 

Friesland op groot formaat

H.J. Smid. 'hoofd eener school te Wildervank'. was van mening dat de indertijd gebruikte provinciewandkaarten te klein van afmetingen waren om een juist beeld van de werkelijkheid te kunnen geven. Zijn hij Ten Brink uitgegeven wandkaart van Friesland uit circa 1915 werd daarom op een schaal van 1:50.000 getekend, hetgeen een traanhoogte opleverde van bijna twee meter. Bijzonder is verder dat op deze kaart van Friesland zowel de grondsoorten - zand, klei, laagveen en hoogveen - als ook het bodemgebruik - weiland, houtland en woeste grond - zijn aangegeven. Aan een groot aantal combinaties van grondsoort en bodemgebruik worden in een schema in de legenda een kleur en eventueel een arcering of symbool toegekend. Een gecompliceerd kaartbeeld Is het resultaat, voor schoolgebruik wellicht niet erg geschikt, maar de auteur dacht daar anders over'. 'door toepassing van een zeer eenvoudig systeem is deze dubbele aanwijzing gelukt.' 

Zwarte meren

De auteur van deze kaart van Nederland. J J. ten Have was rond 1900 geen onbekende in de schoolwereld. Naast wandkaarten en atlassen vervaardigde hij ook leerboeken en handleidingen. Bij uitgever Ykema verscheen voorheen ook een ,Schoolkaart van Europa, die in schoolbladen een goed onthaal kreeg. maar werd afgekraakt in het Tijdschrift van het Koninklijk Nederlandsch Aardrijkskundig Genoolschap'. Het spijt mijl dat ik niets beters kan zeggen omtrent deze kaart van den heer Ten Have. Het maken van kaarten, ook van schoolkaarten, is niet ieders werk' Een van de punten van kritiek was het gebruik van de kleur zwart voor de rivieren en meren: `De Finsche meervlakte ziet er uit alsof er een inktpot over was uitgestort.. Ook in de Schoolkaart vanNederland zien de Friese meren er wat vreemd uit.

Het katholieke zuiden

De uitgaven van het R.K. Jongens-weeshuis in Tilburg zullen voor een grootdeel in het katholiek ouderwijs terecht zijn gekomen. Deze wandkaart van Noord-Brabant uit 1919 zal als gevolg daaarvan vooral bij Brabantse katholieke scholen in gebruik zijn geweest, hoewel er maar heel weinig typisch katholieke elementen in de kaart zijn verwerkt. De Heilig Land-stichting is er met een klein kruis op aangegeven. Elke gemeente op de kaart wordt met een nogal groot gedrukte initiaal van de gemeentenaam aangeduid, wat geen fraai beeld oplevert, naar de kaart wel een schools karakter geeft. De kaart vermeldt geen schaal. maar wel welke afstand in `2 uren gaans' kon worden afgelegd.

 Literatuur

 L.E.S. Brink en L.M.A. Holl 12002). De aardrijkskundige wandkaarten van Noord-hoff en Wolters Van de ene herdruk naar de andere, Kartografisch Tijdschritt 28 (4). 74-80

idem (2002)- Mijlpaal of mislukking? Een gewaagd experiment van uitgeverij Ten Brink in de onderwiiskartografie. Caert-Thresoor 21 (4). I05-108

idem (2003), De aloude Moederkerk aan stokken: Van Luyns school wandkaart van katholiek Nederland. Boekenpost) 11, no 66, 40-41

L-E.S. Brink (2003), Herzien door K. Zeeman: Het verhaal van de gedreven schoolkartograaf Kartografisch Tijdschrift 29 2), 19-25

idem 12004.'Een zee zo zwart als de nacht: De geologische schoolwandkaart van Noord-Holland van W. Kloeke, Caert-Thresoor 23 (22), 42-47

Opmerking.: Bovengenoemde artikelen zijn ook te vinden op de website van de auteur:

www.wereldaandewand.nl

 

Zakelijke info