Periodiek van de Vereniging Vrienden van het Nationaal Onderwijsmuseum

 


 

Collectie en tenntoonstellingen

Tentoonstelling Nationaal Schoolmuseum: De Sprekende Letterbeelden van Johannes van Wulfen

 Leren lezen is altijd al het belangrijkste schoolvak geweest. Eeuwenlang maakte de schoolmeester hierbij gebruik van de 'spelmethode'. De leerlingen spraken elke letter van een woord zó uit als hij in het alfabet klonk. Het woord boek werd aldus be‑oo‑ee‑ka. De klank van de letter of lettercombinatie in het woord deed er niet toe. Pas tegen het eind van de 18de eeuw komen er nieuwe inzichten die het leren lezen eenvoudiger maken. De invoering van het klassikaal onderwijs en de klankmethode, waarbij de klank van de letter in het woord uitgangspunt is, brengen een grote verbetering.

Gedurende de 19de eeuw zijn er vele schoolmeesters die zich wagen aan het samenstellen van een eigen leesmethode. Een van hen is de onderwijzer Johannes van Wulfen (1838‑1912). Hij begon zijn carrière in het midden van de 19de eeuw als hulponderwijzer met derde rang in Hilversum en werd in 1863 benoemd tot hoofdonderwijzer aan de openbare lagere school in Laren, een functie die hij tot aan zijn pensionering zou vervullen.

In 1885 bracht hij de door hem gemaakte leesmethode 'Sprekende Letterbeelden' op de markt. Zijn methode onderscheidt zich van alle andere doordat Van Wulfen een verbinding legt tussen de vorm en de klank van de letter. Zijn methode bestaat uit achttien platen waarop 36 letters en lettercombinaties staan afgebeeld. Hierbij leverde Van Wulfen een handleiding waarin uitgebreid op elk 'letterbeeld' wordt ingegaan door een vertelling, een bespreking van de plaat, het letterteken, de letterklank en eindigend met een schrijfoefening. Van Wulfen hechtte grote waarde aan de aanschouwlijkheid van het onderwijs. In zijn handleiding zegt hij hierover: 'Erkent men als een der eerste paedagogische beginselen, dat alle onderwijs van aanschouwing moet uitgaan, dan moet men haar ook bij het aanvankelijk leesonderwijs tot bondgenoote kiezen, om daardoor zijn onderwijs te steunen en te trachten, zijne leerlingen langs een effen, zonnigen, bloemrijker weg tot de gewenste kennis te voeren.'

Van Wulfen is van mening dat men er bij andere leesmethoden niet in geslaagd is de 'levendige phantasie' van de kinderen voldoende te prikkelen. In sommige methoden wordt een beeld gebruikt zonder dat de klank van de letter daaraan gerelateerd is. Bij andere methoden wordt slechts de klank van de letter bij het beeld als uitgangspunt genomen, zonder dat de vorm van de letter een rol speelt. De 'Sprekende Letterbeelden' probeert beide te combineren. Van Wulfen schrijft: 'Ik wensch dan een stap verder te gaan en voor elk onzer letters een bekend beeld te geven, waarin èn de letterklank èn het letterteeken vanzelf uitkomen.' Het resultaat is een uitzonderlijke leesmethode met opvallende platen, die door de consequent doorgevoerde combinatie van letterklank en letterteken in één beeld, soms echter wat gekunsteld aandoen zoals uit het volgende voorbeeld blijkt. Zo wordt de letter g uitgebeeld door een paling in een rieten mand die met zijn lichaam in de vorm van de letter ligt. In de handleiding lezen we bij de plaatvertelling dat de broertjes Gerrit en Michel samen met hun vader gaan vissen, met als resultaat:

 'Nauwelijks had hij ingelegd, of  „ tukke  tukke . tukketuk, daar gaat het kurkje

naar onder; er zit zeker een groote visch aan. Wacht nu zal vader eens helpen: één, twee, hé dat 's een zware; daar komt hij: een langen paling haalt Vader op den kant. Hij is gevangen en wordt voor goed in den zak gestopt. Zouden ze nog blijven visschen? Ja, nog even, maar st! doodstil dan, anders gaan de visschen weg! Zegt Vader. De jongens luisteren en kijken, en op eens haalt Vader een tweeden paling boven, nog dikker en langer dan de eerste.'

De letterklank blijkt in het verhaal terug te komen als Gerrit zich verslikt in een graatje van de kleine paling: 'Daar hebt ge 't al, g, g, Gerrit heeft een graatje in de keel'. Ook voor de 'letter'ch neemt Van Wulfen zijn toevlucht tot de afbeelding van een paling in een rieten mand. Ditmaal de grote paling die 'Vader' heeft gevangen. Michel verslikt zich in een graat van de grote paling: 'Hoor! ch! ch! Wat is dat? ch! ch! 't Is, of iemand eene graat in de keel heeft. ch! ch! Het is de groote Michel'.

De leesmethode van Van Wulfen lijkt in de eerste jaren succesvol te zijn geweest. In het voorwoord bij de tweede druk vermeldt Van Wulfen dat zijn methode op 1700 scholen wordt toegepast. De kritiek op zijn methode beperkte zich hoofdzakelijk tot het ontbreken van leesboekjes, een lacune die Van Wulfen snel verhielp door bij de tweede druk ook negen eenvoudige leesboekjes met de naam 'letterverbinding' uit te brengen. De leesmethode Sprekende Letterbeelden is niettemin vrij onbekend gebleven en daar is waarschijnlijk de leesmethode van Hoogeveen ‑ het bekende leesplankje aap, noot, mies, dat aan het begin van de 20e eeuw op de markt verschijnt ‑ debet aan. Toch zijn de platen van Van Wulfen tot in de jaren dertig op tal van scholen in gebruik geweest. Ze hebben op de schoolkinderen die ermee lezen leerde evenveel indruk gemaakt als de plaatjes en woorden van het leesplankje.

De tentoonstelling in het Nationaal Schoolmuseum valt samen met het uitkomen van een serie blikken en bekers die zijn versierd met de sprekende letterbeelden.

Te zien van 14 december 1996 t/m 2 februari 1997. Openingstijden di t/m/ za 10.00 ‑ 17.00 uur; zo 13.00 ‑ 17.00 uur; maandagen en feestdagen gesloten.

 

Zakelijke info