Periodiek van de Vereniging Vrienden van het Nationaal Onderwijsmuseum

 


 

Collectie

100303. Een nieuwe aanwinst J. ter Linden

 Een tip kan soms verrassende gevolgen hebben. Hij leverde mij kort geleden twee dingen op: een heel leuke ontmoeting čn een interessante aanwinst voor de collectie. Hoe dat in z'n werk is gegaan, zal ik hier voor u beschrijven.

Wat met het grote publiek nog niet zo snel is gelukt, namelijk dat iedere Nederlanderweet van het bestaan van het schoolmuseum, is allang geslaagd in de wereld van musea, archieven en bibliotheken. Dat is goed te merken. Collega's zijn alert op zaken die voor de eigen instelling niet, maar voor een ander mogelijk wel van belang zijn. Zo werd ik onlangs opgebeld door een medewerker van het Gemeente‑archief te Rotterdam die ergens een voorontwerp van een schoolplaat had gezien. Het betrof een afbeelding van de Boompjes te Rotterdam. Het voorontwerp, een ets, was in het bezit van de weduwe van de kunstenaar Jan Poortenaar en zij wilde er wel afstand van doen.

Voorontwerpen van schoolplaten zijn uiterst zeldzaam. Meestal bleven ze achter bij de uitgever en de meeste uitgevers hebben geen grote naam als het gaat om het zorgvuldig bewaren van dergelijke zaken. Hierbij moeten we overigens niet uit het oog verliezen, dat schoolplaten tot voor kort niet veel aanzien genoten. Dat is nu wel anders.

Het was dus zaak om snel een afspraak te maken om de ets te bekijken. Een bezoek aan een kunstenaar of aan diens nabestaanden is vrijwel altijd spannend. In diepe kasten, op zolders achter gordijnen, of zomaar tegen een

muur staan stapels schilderijen of reeksen portefeuilles met grafisch werk. „,

Levens worden besproken, anecdote na anecdote passeert de revue, uren glijden ongemerkt voorbij. Ook hier was dat weer het geval, een gastvrije ontvangst en prachtige verhalen.

Jan Poortenaar was een beroemd graficus. Hij schreef onder andere twee boeken over grafische technieken die nog steeds als standaardwerk gelden. Behalve graficus was Jan Poortenaar ook schilder. Na vele verhalen en het doorbladeren van tal van boeken, kwam eindelijk de prent waarvoor ik gekomen was op tafel: een grote ets van de boompjes die inderdaad als twee druppels water leek op de ons bekende schoolplaat. De ets werd aangeschaft.

Terug in het museum werd het kunstwerk (blz 10) direct vergeleken met de schoolplaat (blz 11). Er zijn verschillen, niet veel en niet ingrijpend. Ik noem er een paar. Op de Nieuwe Maas, vlakbij de Maasbruggen, is op de schoolplaat een sleepboot met vrachtschip verdwenen. Op het voorplan links zijn er drie achterstevens van schepen bijgekomen, in het midden is een zeilend vrachtschip toegevoegd. Vanaf de Nieuwe Maas draait een sleep de Leuvenhaven in. Op de kade is het paard‑en‑wagen 180 graden gedraaid, ook een tram is er bijgekomen. De plaat voldoet meer aan de eisen van een schoolplaat: er is meer te zien, dus meer bij te vertellen. Opvallend is dat Poortenaar niet alles op dezelfde schaal heeft getekend, iets wat bij schoolplaten vaker het geval is: bij een juist perspectief zouden details te klein worden.

Voor de schoolplaat heeft Jan Poortenaar een aquarel gemaakt, een medium dat zich beter leent voor een kleurendruk dan een ets. Beide afbeeldingen hebben hun kwaliteiten, toch is de ets duidelijk het kunstwerk van de twee. Het bezit van beide prenten geeft een heel interessant beeld van de totstandkoming van een schoolplaat. Ze zijn te zien op de tentoonstelling Veranderend Landschap die vanaf maart 1993 zal worden gehouden in het schoolmuseum.

Zakelijke info