Periodiek van de Vereniging Vrienden van het Nationaal Onderwijsmuseum

 


 

Collectie

50402. Met de conservator in gesprek ..Plannen Nationaal schoolmuseum in Rotterdam

Vrijdag 6 november jl. ontvouwde de Rotterdamse wethouder van onderwijs voor de verzamelde pers zijn plan om in het voormalige gebouw van de gemeentebibliotheek een multi‑functioneel onderwijscentrum te vestigen. Naast het Nationaal Schoolmuseum zal het centrum een schoolbioscoop, een ontdekhoek, een educatieve boekhandel en een onderwijscafé moeten herbergen. Ook is er een ruimte gepland voor het organiseren van symposia en studiedagen. Een welluidende naam voor `Het Gebouw' moet nog worden bedacht.

Wethouder Simons wil dat het Rotterdamse onderwijscentrum een platform wordt "waar gesproken, gedacht en gediscussieërd wordt over onderwijs" door iedereen die ook maar iets met onderwijs te maken heeft. De kosten op jaarbasis voor het gehele project zijn vooralsnog begroot op 1,1 miljoen gulden; een bedrag dat door de afdeling onderwijs van de gemeente Rotterdam zal worden opgebracht. Eind 1988 moet het centrum opengaan.

Bij deze gelegenheid heeft het Nationaal Schoolmuseum zich aan de pers kunnen presenteren bij monde van de conservator J. ter Linden en met een aantal tentoongestelde voorwerpen, boekjes en uitvergrote foto's. De School Anno was eveneens aanwezig en sprak met de conservator over de laatste ontwikkelingen. Wat gaat er de .komende maanden gebeuren?

J.ter Linden: "Allereerst zal het raadstuk waarin de wethouder de plannen uiteen zet op 18 november aan de onderwijscommissie van de gemeente worden voorgelegd. Bij een positief oordeel van deze commissie zal het raadstuk op 26 november door de gemeenteraad worden behandeld. Dan valt de beslissing of het onderwijscentrum op die wijze tot uitvoering wordt gebracht."

De wethouder heeft naar de pers toe benadrukt dat het centrum vooral een rol binnen het Rotterdamse onderwijs gaat spelen. Het centrum zal dus lokaal van opzet en functie zijn. Hoe laat deze opstelling zich rijmen met de opzet en functie van het Nationaal Schoolmuseum? Ter Linden: "Het onderwijscentrum is primair een Rotterdamse aangelegenheid. Het Nationaal Schoolmuseum heeft daarin een plaats gekregen." Omdat het NS het enige schoolmuseum is in Nederland, kent het een nationale functie en opzet, benadrukt de conservator, en daaraan verandert dus niets. Maar dat neemt niet weg "dat het Rotterdamse onderwijs zeker zal worden belicht", aldus Ter Linden. Ook de doelgroep van het museum blijft ongewijzigd; het museum blijft zich richten op het lagere schoolkind, de onderwijsgevende, studenten van PABO en van de universiteiten, én overige belangstellenden uit geheel Nederland. Omdat Rotterdamse schoolkinderen dicht bij het vuur zitten, "zullen zij in ieder geval één keer in hun (lagere) schoolleven het museum bezocht moeten hebben".

De conservator noemt tenslotte nog een reden waarom het museum nationaal van opzet moet blijven: "Zou het NS een gemeente‑museum worden, dan zullen schenkingen van andere gemeenten uitblijven. Bij een nationaal museum heeft men daar minder moeite mee".

In hoeverre zal het NS samenwerken met bijvoorbeeld de ontdekhoek, de schoolbioscoop en/of het onderwijscafé? Ter Linden: "Het museum streeft er naar om samen met de ontdekhoek en de schoolbioscoop één gezamenlijk excursiepakket aan te bieden. Het is dan mogelijk om grotere groepen, zeg drie of vier bussen, het gebouw binnen te halen. Een dergelijke groep wordt dan opgesplitst in drie kleinere groepen die achtereenvolgens de ontdekhoek, het museum en de bioscoop kunnen bezoeken. Elke excursie krijgt hierdoor een afwisselend karakter voor de kinderen. Een bijkomend voordeel van deze aanpak is, dat het mogelijk wordt om een bezoek aan het Rotterdamse onderwijscentrum als N.S. (de spoorwegen ditmaal) dagtrip aan te bieden.

Betekent de oprichting van een multi‑functioneel onderwijscentrum dat de diverse 'afdelingen' binnen het gebouw, waaronder het NS, in de toekomst door één bestuur worden overkoepeld of zal het NS qua bestuurlijke organisatie zelfstandig blijven? Ter Linden: "Elk onderdeel binnen het centrum zal in een zelfstandige stichting of instituut worden ondergebracht, zo ook het Nationaal Schoolmuseum. Het museum gaat uit van eigen doelstellingen en eigen concepten, en zal wat dat betreft volledig zelfstandig handelen." Over de financiering en de budgettering van de verschillende onderdelen kan Ter Linden op dit moment nog geen uitsluitsel geven. Wel is reeds bekend dat er een gezamenlijke beheerscommissie wordt opgericht die nog te maken afspraken over het gemeenschappelijke gebruik van het gebouw in de toekomst zal bewaken. (JS)

Zakelijke info