Periodiek van de Vereniging Vrienden van het Nationaal Onderwijsmuseum

 


 

Collectie

50203. De conservator vertelt weer. Verhuizing van Zoetermeer naar Rotterdam

Sinds u het laatst van mij vernam, twee nummers geleden, zijn we twintig verhuiswagenladingen en duizend dozen verder. Op donderdag 12 maart werd met het inpakken begonnen; vier weken later, op 9 april, dronken we samen met de verhuizers een biertje op de goede afloop. Het oude koperen bordje 'Nationaal Schoolmuseum', dat de deur in Zoetermeer sierde, is inmiddels in Rotterdam aangebracht: de verhuizing is een feit. In dit artikel wil ik u aan de hand van de foto's iets vertellen over de verhuizing.

Het is u natuurlijk duidelijk dat wij, museummedewerker de Heer Van Ruiten en ik, niet in staat waren de collectie in te pakken. Dat is werk voor vakkundige handen. Wij hielden ons daarom bezig met de regie aanwijzingen voor een overzichtelijke uitvoering. Om na de verhuizing nog te weten wat in welke dozen gepakt was, gebruikten we stickers van verschillende kleur. Op deze etiketten werd de inhoud vermeld. Ook de grotere objecten en het schoolmeubilair werden van dergelijke gekleurde stickers voorzien. Met behulp van de gekleurde stickers was, na aankomst in Rotterdam, direkt duidelijk naar welke verdieping de dozen en voorwerpen gebracht dienden te worden. De grotere voorwerpen en de schoolmeubelen werden tegen beschadiging beschermd, o.a. met verhuisdekens. De kleinere voorwerpen werden eerst voorzichtig verpakt in luchtkamerplastic en vervolgens in dozen of speciale karretjes opgeborgen. Ook de schoolwandplaten werden in karren gezet, zodat ze gemakkelijk verreden konden worden.

De hele operatie van het inpakken nam zeven dagen in beslag. Ook de voorwerpen in onze depots in Den Haag en Rijswijk waren inmiddels met stickers gecodeerd. Alles stond gereed voor transport en de wagens konden voorrijden. Op dat tijdstip haperde echter de regie: de werkzaamheden in het gebouw te Rotterdam waren nog niet voltooid. De electronische inbraakbeveiliging was nog niet geheel aangelegd en in twee ruimtes lag nog geen vloerbedekking. De verhuizing moest enkele dagen worden uitgesteld.

De eerste wagen werd uiteindelijk ingeladen op 6 april. Vanaf dat moment begon de firma Deudekom, onze verhuizer, als een goed geoliede machine te werken. Een laadploeg in Zoetermeer en een losploeg in Rotterdam dienden er voor te zorgen, dat de wagens zonder oponthoud konden aan  en afrijden. Speciaal voor de verhuizing was er een bouwlift bevestigd aan de achtergevel van het gebouw en een loopbrug aangebracht van de lift naar de plaats waar de verhuiswagens voor kwamen rijden. Liften ontbreken in het ruim zestig jaar oude gebouw. Honderden keren per dag ging de bouwlift op en neer om de collectie naar de drie verdiepingen te brengen waar de verschillende depots zijn gelegen: de bibliotheek, de kleine objecten en de grotere objecten. De onzekerheid die wij aanvankelijk koesterden met betrekking tot de capaciteit van de depots bleek ongegrond; nadat alles was overgebracht, waren we verbaasd hoe gemakkelijk alles in de zalen verdween. Zoals vermeld waren het twintig grote verhuiswagens vol met een totaal van duizend verhuisdozen.

Op het moment dat ik dit schrijf, is men nog bezig met de aanleg van het inbraakalarm en de brandmelding op de eerste verdieping. Na 1 juli kunnen we pas over deze verdieping beschikken aangezien deze ruimte in de maand juni nog voor andere doeleinden wordt gebruikt. Inmiddels is de Heer Van Ruiten volop bezig met het opzetten van de stellingen in de depots. Zodra deze zijn opgesteld, kunnen we beginnen met het uitpakken van de dozen en het inrichten van de depots. Ook de grotere voorwerpen en de schoolmeubelen krijgen dan hun definitieve plaats. Vanuit de ingerichte depots kunnen we in de toekomst de voorwerpen voor een tentoonstelling gemakkelijk selecteren. De hele collectie zal dan zeer toegankelijk zijn, ook voor studiedoeleinden. Dit laatste is een oude wens die nu in vervulling kan gaan.

Bijna dagelijks wordt ons gevraagd  eerlijk gezegd tot onze ergernis  of wij al aan het inrichten zijn. Het blijkt altijd moeilijk om duidelijk te maken dat het inrichten van een museum uit veel meer bestaat dan enkel het neerzetten of neerleggen van voorwerpen. Daar gaat heel wat werk aan vooraf, dat ongeveer als volgt verloopt: 1. Allereerst wordt een hele lijst thema's opgesteld, of, om het mooi te zeggen, we maken een concept voor de inrichting.

2. Op grond van de uitgekozen thema's selecteren we voorwerpen, foto's en prenten. 3. De geselecteerde zaken moeten vervolgens bestudeerd en nader omschreven  worden. Vastgesteld moet worden in welke periode ze zijn gebruikt en soms ook  waar ze zijn gebruikt. In het geval van afbeeldingen willen we graag weten wie de  maker is. Deze informatie en nog tal van bijzonderheden moeten eerst worden  vastgelegd. In het ideale geval zouden al deze gegevens al beschikbaar moeten zijn,  maar dat komt vrijwel nooit voor. Een schrale troost is dat wij niet het enige museum  zijn dat hiermee te kampen heeft; de werkachterstand in de Nederlandse musea is  door personeelstekort vrijwel overal zeer groot.

4. Nu kan een ontwerp worden gemaakt, een plan dat aangeeft wat de beste manier is om de geselecteerde zaken zo goed en zo fraai mogelijk in de beschikbare ruimte te tonen.

5. Inmiddels kunnen er teksten in concept gemaakt worden. Deze teksten worden altijd uitgebreid besproken. Heel belangrijk is immers de vraag: tot wie richten wij ons en is de tekst voor deze doelgroep helder geformuleerd en informatief?

6. Tenslotte de uitvoering van het ontwerpplan. Nu moeten er schotten worden getimmerd wanden geplaatst, prentmateriaal gefotografeerd en vergroot, kortom werkzaamheden verricht die van een lege ruimte een museumzaal maken.

Hopelijk is u nu duidelijk, dat het inrichten van een museum een geweldig karwei is. Er zal dus nog heel wat water door de Nieuwe Maas stromen voordat het 'en hierbij verklaar ik het museum voor geopend' zal weerklinken. Vrienden van de vereniging kunnen in dit hele proces een rol spelen. Er is zoveel werk te doen, dat er voor ieder die dat maar wil een nuttige en veelal ook leuke bezigheid is. Graag horen wij van u!

J. ter Linden

 

Zakelijke info