Periodiek van de Vereniging Vrienden van het Nationaal Onderwijsmuseum

 


 

2204 Boekbespreking

G. Kranendonk(2004) De schooltuin 100 jaarschooltuincultuur in Nederland voor 9 t.m. 99 jaar, Rotterdam: De Verbeelding, 176 blz. 24,50 euro. ISBN 90 74159 68 0.

 Voor mij ligt een schitterend fotoboek. volgepakt met kleurenfoto's die zo gehaald konden worden uit gerenommeerde bloembollen- en plantengidsen uit het bedrijfsleven. Niets is minder waar. Het illustratiemateriaal is ronduit prachtig. De schrijfster van het boek, Gina Kranendonk, is kunstenares en in die kwaliteit is ze naast de tekst verantwoordelijk voor deze zeer originele opnames. Ik zie voor me bijvoorbeeld een kinderhand, bemodderd, uitvergroot, tussen oranjekleurige herfstasters. Je zou zó een washandje pakken. Overal zie je vrolijke en ernstige kinderen in de weer op stukjes grond die ze mogen bewerken. We wandelen in een verrukkelijk pedagogisch klimaat.

Geen wonder dat de schrijfster er zin in had niet alleen het werk in die tuinen te beschrijven, maar ook een duik genomen heeft in de geschiedenis van dit fenomeen. Daar is ze zeker in geslaagd. hoewel ze als amateur geen uitputtend en sluitend relaas kon afleveren. Als een eerste poging voor dit onontgonnen gebied heb ik echter alle waardering. Op de bladzijden 22 t/m 32 beschrijft ze chronologisch het wel en wee van de pioniers. Het blijkt de Amsterdamse onderijzer J. Stamperius te zijn geweest die als een der eersten achter zijn school een tuin aanlegde waarin zon twintigig kinderen kon spitten en graven. In 1905 gaf hij zelfs een handleiding uit De schooltuin. Een handleiding bij het ondewijs in de plantkunde op de lagereschool. (In Cor Bruijns De voetreis naar Sneek begint het avontuur in diens schooltuin te Laren. Bruijn was een goede kennis van Stamperius). Er waren voorbeelden in Oostenrijk, Duitsland en in de Verenigde Staten. Initiatieven tot collectieve tuinen werden in Nederland genomen door fabrikanten (Stork - Hengelo). gemeentebesturen (Haarlem) of verenigingen (Dordrecht). 'Tussen de wereldoorlogen nam het aantal snel toe. De rol van de leerkrachten is wisselend; meestal handelde hij uit idealisme. soms uit begeerte naar wat bijverdiensten. De grote steden hebben aparte diensten in het leven geroepen om de maatschappelijke betrokkenheid van het werk te kunnen benadrukken. In de huidige tijd wordt het voortbestaan bedreigd door de bezuinigingskoorts waaraan onze samenleving lijdt. In een voetnoot vermeldt de schrijfster het opheffen van een belangrijke tuin in Spangen (Rotterdam), terwijl uit het colofon blijkt dat diezelfde gemeente een financiële bijdrage leverde bij het totstandkomen van het boek.

Het boek wijdt hoofdstukken aan typische schooltuinprodukten als tulpen, peterselie. peentjes en onkruid. Plattegronden van diverse tuinen geven zicht op onverwachte structuren. En wat te denken van recepten voor pompoensoep en de bereiding van courgettes?

Kortom. ik heb me kostelijk vermaakt met dit werk en denk nog wel eens terug aan mijn eigen schooltuintijd: het opspitten van winterwortels. het schoonschrapen ervan, gevolgd door het opeten en daarna de vreselijke buikloop die je overviel op weg naar huis, aldus medewerking verlenend aan liet later ontstane mestoverschot.

 Frits Huiskamp

 

 

Zakelijke info