Periodiek van de Vereniging Vrienden van het Nationaal Onderwijsmuseum

 


 

220208. Boekbespreking

 D. den Backer, C. Huurman, H. 'leeleman-Zwarteveld (red.) (2003), Een wereld van verschil..... 1903 2003, Bergschenhoek: Vereniging voor Protestants-christelijk Onderwijs Bergschenhoek. 232 blz.

 In 1903 is in Bergschenhoek een schoolvereniging opgericht die zich ten doel stelde een bijzondere protestantschristelijke school op te richten naast de bestaande openbare school. Op de oprichtingsvergadering kwamen overigens maar vier mensen: de samenroeper, predikant van de plaatselijke Hervormde Kerk, en twee gemeenteleden. Toch zetten ze hun plan door. Dat had succes, want de vereniging groeide in ras tempo. In 1908 kon de school worden geopend met slechts vijf kinderen, een aantal dat een jaar later was gegroeid tot 59.

Het boek begint met een interessante voorgeschiedenis van christelijk onderwijs en Bergschenhoek. De openbare school werd namelijk tot ver in de negentiende eeuw door de kerk bestuurd en de lokale overheid vond dat een handige kostenbesparing. Dat kwam bijvoorbeeld tot uitdrukking in de aanstelling van de onderwijzer, die tevens voorlezer of klokkenluider van de kerk was. Daarin kwam langzamerhand verandering als gevolg van de onderwijswet van 1857, maar toch bleef het christelijke karakter van de school behouden. Het op de school verstrekte godsdienstonderwijs kwam echter buiten de schooltijden te vallen. Toch klaagde het kerkbestuur over achteruitgang in kennis bij kinderen, met name kennis van de catechismus en psalmen. Dat en nieuwe subsidieregelingen na 1889 stimuleerden de kerk om na te denken over een eigen christelijke school, die dan uiteindelijk in 1908 geopend is. De ontwikkelingen van deze christelijke school volgen de auteurs op de voet door van jaar tot jaar de gebeurtenissen weer te geven, zowel van de school en het schoolbestuur als de maatschappelijke en kerkelijke ontwikkelingen die mede de school bepaalden. Zo deden na 1960 vrouwen intrede in het schoolbestuur en wilden ouders medezeggenschap. Na 1989 kwam er meer samenwerking met andere scholen, zowel bestuurlijk als op schoolinhoudelijk gebied. Dat was mede het gevolg van overheidsbeleid dat gericht was op schaalvergroting, professionalisering van schoolbesturen, samenwerking met speciaal onderwijs en het inschakelen van een schoolbegeleidingsdienst. Bovendien leidde ontzuiling in de samenleving en schoolpopulatie, samenwerking en bestuurlijke vernieuwing tot een bezinning op de identiteit van de christelijke school. Herinneringen van leerlingen, onderwijzers en schoolbestuurders, geplaatste in kaders, brengen de nodige afwisseling. Inderdaad, is er een wereld van verschil tussen deze school in 2003 en 1903, al kijken we alleen maar naar de foto's. Ter afsluiting van het boek zijn talloze oude klassenfoto's en groepsfoto's van leerkrachten opgenomen. Het boek ziet er goed verzorgd uit: groot formaat, goede kwaliteit papier, rijk aan illustraties en overzichtelijk.

Marjoke Rietveld-van Wingerden

 F. Boersma (2004). Nutsschool 200 jaar. Klassikaal & gedegen. 18042004, Den Haag: Nutsschool, 159 blz. ISBN 90-9018007-9.

In 1803 besloot een commissie van de Haagse afdeling van de Maatschappij tot Nut van 't Algemeen, onder voorzitterschap van oudminister van onderwijs J.H. van der Palm, tot de oprichting van een nieuwe school in Den Haag. De Maatschappij zette zich op allerlei terreinen in om de idealen van de Verlichting in praktijk te brengen. Zo had zij al in enkele steden scholen gesticht. Van der Palm vond het onderwijs van zijn tijd ondeugdelijk en hij wilde in de regeringsstad een modelschool stichten, naar de modernste, verlichte onderwijsinzichten. Klassikaal onderwijs met uitleg en verklaring door de onderwijzer diende het hoofdelijke, mechanische leren te vervangen. In 1804 kwam deze eerste Nutsschool in Den Haag er en... hij bestaat nog steeds.

De historicus Frits Boersma wilde ter gelegenheid van dit unieke 200-jarig jubileum onderzoeken hoe het mogelijk was dat deze school zo lang is blijven bestaan. Resultaat is een zowel degelijke als aantrekkelijke schoolmonografie, die niet alleen voor de direct betrokkenen informatief is, maar zeker ook voor een groter publiek met belangstelling voor onderwijsgeschiedenis. Op basis van onderzoek in de rijke Nutsarchieven en interviews met betrokkenen weet de auteur de twee eeuwen geschiedenis van de Nutsschool te reconstrueren.

Hij zet uiteen dat de heren van het Nut begin negentiende eeuw een geheel nieuwe aanpak voorstonden. Zij beoogden onderwijs dat het accent legde op de ontwikkeling van de verstandelijke vermogens der leerlingen en het slaafsche en werktuiglijke, waardoor de leerlust uitgedoofd en de geest verstompt wordt vermeed. Belangrijkste doel was de vorming van kinderen tot redelijke menschen en nuttige leden der Maatschappij. Een alleraardigste vondst, die aparte vermelding verdient, is het ongepubliceerde manuscript, waarin een oud-leerling herinneringen aan zijn schooltijd van 1876-1881 heeft genoteerd. Deze Frans Geldmaker informeert ons rijkelijk over het schoolleven van die dagen, inclusief de ongelukken door het van de trapleuning glijden, forse vecht- en scheldpartijen na schooltijd en het elkaar geven van denigrerende bijnamen als rooie, .schele, kromme en lange.

Frits Boersma wekt via boeiende beschrijvingen de leidende figuren van de school tot leven en presenteert mede dankzij deze persoonlijke portretten een fraai beeld van de lange schoolgeschiedenis. De school, aanvankelijk gevestigd in de binnenstad van Den Haag, is enkele malen verhuisd, steeds verder uit het centrum; in 1932 naar het huidige gebouw aan de Laan van Poot, vlak achter de duinen. In de loop der jaren passeerde een lange rij illustere leerlingen, onder wie de schrijvers Vosmaer, Couperus en Van Schendel en van recenter datum de politici Hans Dijkstal en Frans Weisglas. De auteur schetst ook de moeilijkheden waarmee de school te kampen kreeg, met name een kwart eeuw na de oprichting en tijdens de Eerste Wereldoorlog.

Ook de jaren zeventig van de vorige eeuw verliepen niet zonder problemen. De vernieuwingen van de jaren zestig leken voorbij te zijn gegaan aan deze school, die vasthield aan haar tradities, waartoe nog in 1973 de leesmethode Aap Noot Mies behoorde. Het voortvarende moderniseringsbeleid van de nieuwe directeur bracht grote beroering teweeg. Dat hij het toelatingsbeleid versoepelde en kinderen uit andere wijken en milieus een kans wilde geven, werd hem niet door iedereen in dank afgenomen. Uiteindelijk is opnieuw gekozen voor een rechtlijnige aanpak. De stijl bleef traditioneel, maar innovatie schuwt deze oorspronkelijke pioniersschool niet en al in 1984 deed de eerste computer zijn intrede. Anno 2004 is de Nutsschool een moderne onderwijsinstelling, die klassikale instructie afwisselt met werkopdrachten en rekening houdt met individuele verschillen. Het Nutsbestuur beheert momenteel in Den Haag nog zes scholen. Die aan de Laan van Poot is de oudste en het geheim van haar lange bestaan verklaart de schrijver uit het vasthouden aan degelijk onderwijs gecombineerd met duidelijke gedragsregels, zoals dat door de stichters beoogd was.

Dit boeiende, prettig leesbare en informatieve boek is fraai uitgegeven met harde kaft en leeslint. Het is ruim geïllustreerd met onder meer officiële documenten en getuigschriften en met foto's van gebouwen, personen en klassen. Als bijlage is een galerij van meer dan vijftig foto's opgenomen, die onder de titel De tweede Nutseeuw in beeld. Fotoalbum 1904-2004 een beeld geven van het schoolleven in de laatste honderd jaar. Al met al vormt dit werk een welkome aanwinst onder de gedenkboeken.

Trudie de Bruyn

Voor informatie en bestellingen: Nutsschool, Laan van Poot 355, 2566 DA Den Haag, info@nutsschool.nl.

 

Zakelijke info