Periodiek van de Vereniging Vrienden van het Nationaal Onderwijsmuseum

 


 

210209 Boekbespreking

 L.C. Stilma (2002), Van kloosterklas tot basisschool. Een historisch overzicht van opvoeding en onderwijs in Nederland, Baarn: HB-uitgevers, tweede herziene druk. ISBN 90-5574-381-x, 136 blz., 20 euro

In 1995 verscheen de eerste druk van dit overzicht van de geschiedenis van het Nederlandse onderwijs, een boek dat sindsdien in vele opleidingen voor leraren en ook aan universiteiten wordt gebruikt. Als studieboek is het uitermate geschikt, zeker als een eerste inleiding in de historische pedagogiek. Het is een kunst om in het bestek van ruim honderd bladzijden de hoofdlijnen te schetsen van een geschiedenis van meer dan duizend jaar (vanaf de Middeleeuwen tot heden), zonder te vervallen in algemeenheden en clichés. De opzet draagt daaraan zeker bij: in chronologische volgorde bespreekt Stilma de onderscheiden perioden, die aardig overeenkomen met het door de commissie De Rooy in 2001 gepubliceerde plan inzake het geschiedenisonderwijs in het voortgezet onderwijs. Elk hoofdstuk (met uitzondering van dat over de twintigste eeuw), begint met een algemene typering van het denkklimaat en belangrijkste culturele ontwikkelingen. Vervolgens is aandacht voor het kind en de kindvisie en opvoedingsidealen. Dat mondt uit in een beschrijving van het onderwijs en de relatie met de eerder beschreven culturele ontwikkelingen en veranderende idealen en opvattingen. Het boek past ook binnen de nieuwe tendens in het hoger en universitair onderwijs, om het leren en studeren, en met name colleges tot een interactief gebeuren te maken. Elk hoofdstuk wordt namelijk afgesloten met een `nadere oriëntatie', die zich zeer goed leent voor meer inbreng van studenten. Dit onderdeel bevat citaten uit historische documenten voorzien van vragen, en suggesties voor museumbezoek, geluidsfragmenten en films. In met name de daar gestelde vragen en discussiepunten wordt een link gelegd tussen heden en verleden. Daarin komt de belangrijkste drijfveer van Stilma naar voren inzake het nut van het geschiedenisonderwijs: een historische analyse is nodig om het heden te begrijpen en plannen te kunnen maken voor de toekomst. Als dat op studenten, beleidsmakers en lezers kan worden overgebracht en dan hoeven we niet bang te zijn voor verwaarlozing van het vak geschiedenis in opleidingen.

Natuurlijk is het boek niet alleen geschikt voor studenten en docenten, maar elke geïnteresseerde in de geschiedenis van het onderwijs heeft met dit boek een goed algemeen overzicht. Vele illustraties ondersteunen de tekst en maken het lezen van dit boek tot een plezierige bezigheid. Handig zijn de suggesties voor literatuur (`aanbevolen literatuur') achter in het boek met betrekking tot algemene overzichtswerken, boeken over specifieke perioden, scholen of personen en historisch bronnenmateriaal. Jammer is dat een personen- en zakenregister ontbreekt.  

Waarin verschilt deze herziene uitgave van de vorige? De belangrijkste vernieuwing vormen met name de opgenomen websites in de aanbevolen literatuur. Daarin staan ook de websites van het schoolmuseum in Rotterdam en van De School Anno vermeld. Een verbetering is ook dat de voetnoten nu aan het eind van de hoofdstukken staan opgenomen in plaats van helemaal aan het eind van het boek. Daarnaast is soms de tekst gewijzigd en aangevuld, met name in. het hoofdstuk over de twintigste eeuw met betrekking tot de meest recente ontwikkelingen. Jammer is dat in deze herziene uitgave publicaties die na 1995 op het gebied van de onderwijsgeschiedenis verschenen zijn, nauwelijks in de tekst en voetnoten zijn verwerkt. Daar staat echter tegenover dat in de `aanbevolen' literatuur wel daarvan gewag is gemaakt. Het mooie van dit boek is ook dat het buitengewoon of speciaal onderwijs, weliswaar summier, als integraal deel van het onderwijssysteem wordt besproken.

Marjoke Rietveld-van Wingerden

 K.W. van Netten (2003), Oude meestes en jongedoghters. Onderwijs in Vlaardingen tijdens de negentiende eeuw, 88 blz. Te bestellen door het overmaken van 8,95 euro op rekening 50.69.35.442 t.n.v. de auteur, Dingspellaan 53, Emmen.

De auteur beschrijft het onderwijs in Vlaardigen vanaf eerste nationale onderwijswet in 1801 tot de invoering van de leerplicht in 1901. In die tijd nam niet alleen het aantal scholen toe, maar ook de verantwoordelijkheid van de lokale overheid voor het onderwijs aan kinderen. Het stadsbestuur nam bestaande private scholen over en vormde ze om tot openbare scholen. Daarmee introduceerde het stadsbestuur standenonderwijs in het openbare onderwijsbestel: naast de bestaande openbare armenscholen ontstonden openbare burgerscholen en scholen voor minvermogenden (zogenoemde tussenscholen). Het boekje geeft tevens een beeld van het ontstaan op lokaal niveau van het MULO-onderwijs, scholen voor meisjes, en katholieke en protestantse scholen (na de herziene grondwet van 1848 die vrijheid van onderwijs als een grondrecht vastlegde). Onderwijs geven was aanvankelijk vooral een zaak van onderwijzers, die tot hoge leeftijd hun beroep bleven uitoefenen. Een uitzondering vormde de scholen voor jonge kinderen. Die bewaarscholen waren een aangelegenheid van vrouwen, aangeduid als 'jongedoghters' of ze nu zestien jaar oud waren of zestig. Het aardige van dit boekje is, dat het talloze citaten en illustraties bevat uit archiefmateriaal zoals lesroosters, reglementen, schoolherinneringen, beoordelingen van schoolgebouwen, diploma's, schoolrapporten, brieven van onderwijzers aan het stadsbestuur en financiële overzichten.

Marjoke Rietveld-van Wingerden

Zakelijke info