|
|
190307. Boekbesprekingen Jan A. Niemeijer (2001), .L H. Isings Kok. ISBN 90-435-0289-8, 224 blz, f. 59,50. Onlangs verscheen deze biografie van de bekende illustrator en tekenaar Johan Herman Isings (1884-1977), verlucht met talrijke platen, waarvan sommige op A-3 formaat. Isings wordt hierin beschreven in nauwe samenhang met zijn werk. Herman begon al zeer verdienstelijk te tekenen toen hij nog op de lagere school zat. Daarna moest hij gaan werken en ging bij een decoratieschilder aan de slag. In de avonduren volgde hij cursussen op de Tekenschool voor Kunstambachten te Amsterdam waar hij les kreeg van Georg Rueter en J. Visser. Zijn eerste illustraties kwamen terecht in een Amsterdams wijkblaadje. Op zeventienjarige leeftijd nam hij contact op met de protestants-christelijke Haagse uitgever J.N. Voorhoeve om zijn werk (aanvankelijk gratis) geplaatst te krijgen in het geïllustreerd weekblad Timotheus. Zijn werk viel goed in de smaak en tot in de jaren dertig bleef hij vermeld staan onder de medewerkers van dit weekblad. Isings heeft zich vooral autodidactisch ontwikkeld door een grote mate van leergierigheid ten opzichte van personen die op zijn weg kwamen of die hij zelf opzocht. Een van hen was de bekende illustrator Cornelis Jetses, die voor J.B. Wolters de bekende boekjes over Ot en Sien van Jan Ligthart en Dik Scheepsta illustreerde. Isings was gegrepen door het werk van Jetses en hij zocht in 1909 contact met hem. Daaruit ontwikkelde zich een hechte vriendschap en daardoor kwam hij ook in contact met uitgever Wolters. Sindsdien begon de opdrachten toe te stromen. Talrijke boeken heeft Isings geïllustreerd waaronder vele kinder- en schoolboeken: Paddel je van Joh. Been, boeken over de boerenoorlog in Zuid-Afrika van L. Penning en de kinderboeken van W.G. van der Hulst. Ook de kinderbijbels van W.G. van de Hulst voorzag hij van illustraties. Zo breidde het werk van Isings zich uit en kreeg hij opdrachten van uitgevers als Daamen, Kluitman, Van Goor, Holkema & Warendorf, Meinema, Voorhoeve en Kirchner. Daarnaast heeft hij geschiedenisboeken geïllustreerd en vele historische wandplaten vervaardigd ten behoeve van het lager onderwijs. De schrijver heeft voor dit boek gebruik gemaakt van archieven onder andere van de gemeente Soest, de woonplaats van Isings sinds zijn huwelijk in 1909, en van uitgevers. In dit archiefmateriaal konden ook brieven van en aan Isings worden opgespoord (Isings zelf heeft zijn correspondentie aan het eind van zijn leven vernietigd). Ook heeft hij nog gesprekken kunnen voeren met de illustrator in diens laatste levensjaren, terwijl ook zijn kinderen hun royale medewerking hebben verleend. Daardoor is dit boek geworden wat het geworden is: een mooie compositie van een levensverhaal in nauwe relatie tot het werk. Twee verzamelaars van Isings' werken, Ad Horst en Anko Huizinga hebben het boek voorzien van een uitgebreide bibliografie in chronologie van verschijningsdata van circa 230 (kinder)boeken en 9 periodieken waaraan Isings als illustrator heeft meegewerkt en van ruim veertig vooral historische wandplaten. De boeken in deze bibliografie zijn alle voorzien van afbeeldingen van de boekbanden. De toegankelijkheid en bruikbaarheid van de bibliografie wordt vergroot door de bijbehorende registers van namen, titels en schrijvers. Helaas verwijzen deze registers niet naar het biografische deel van het boek. Het boek is rijk geïllustreerd met vele afbeeldingen van Isings' werk in zowel kleur als zwartwit op haast elke pagina. Het grote formaat van dit boek (A-4) draagt eraan bij dat die illustraties goed tot hun recht komen. Marjoke Rietveld-van Wingerden |
|