|
|
Harry van der Laan (2001), Nederlandse schoolboeken in de vroege negentiende eeuw: De productie en verspreiding van schoolboeken tijdens de onderwijshervormingen. In: Jaarboek voor Nederlandse boekgeschiedenis, deel 8. Leiden, Jaarboek voor boekgeschiedenis. Nederlandse Boekhistorische Vereniging. ISBN 90-75133-08-1. 211 blz. In dit interessante artikel wijdt de auteur enkele hoofdstukken aan de Nederlandse schoolboeken tot 1801 en aan de kritiek in die tijd op de schoolboeken van de zeventiende en achttiende eeuw. Daarbij besteedt hij ook aandacht aan de Nederlandse schoolhervormingen van 1801 en 1806 en de impact ervan op schoolboeken. Tevens haalt hij diverse uitgevers voor het voetlicht zoals de boekhandel van Salomon van Benthem in Middelburg. Van der Laan concludeert dat de eerste schoolwetten niet tot gevolg hadden dat de oude schoolboeken in hoog tempo werden vervangen. Veel schoolmeesters bleven nog jaren hun vertrouwde lesmateriaal gebruiken. Wel ontstond een hausse aan nieuwe titels, die vooral ten noorden van de grote rivieren werden geproduceerd. De sinds 1801 benoemde schoolopzieners propageerden deze uitgaven bij de onderwijzers. Uit boekbesprekingen in de Bijdragen ter bevordering van het onderwis en de opvoeding wordt duidelijk dat de Groningse uitgevers zich niet onbetuigd lieten. Vooral de uitgever Jan Oomkens zorgde voor een groot verspreidingsgebied: de boekjes van H. Wester werden tot in het Zeeuwse gebruikt. In 1803 werd het kopijrecht van nieuwe schoolboeken bij wet geregeld en werd het mogelijk roofdrukken tegen te gaan. Hierdoor ontstond er niet alleen een grotere diversiteit schoolboekentitels, maar kwam ook een schoolboekenmarkt tot stand die een nationaal karakter kreeg. Het is belangwekkend te lezen hoe de auteur door tellingen bewijst dat in de eerste decennia van de negentiende eeuw naast de koplopers Amsterdam en Leiden de derde plaats van de schoolboekenproductie door Groningen wordt ingenomen ex aequo met die in Haarlem, Leiden en Zutphen. Het artikel is zeer leesbaar geschreven en biedt naast nieuwe inzichten een bevestiging van het vermoeden dat de Groningse uitgeverswereld in het begin van de negentiende eeuw een belangrijke rol speelde bij de productie van nieuwe schoolboeken. Frits Huiskamp (Harry van der Laan werkt sinds 1998 aan zijn proefschrift Het Groninger boekbedrijf, 1800-1900 onderbegeleiding van prof. dr. P.Th.F.M. Boekholt en prof. dr. W.W. Mijnhardt te Groningen.) Jan A. Niemeijer (2001), .L H. Isings Kok. ISBN 90-435-0289-8, 224 blz, f. 59,50. Onlangs verscheen deze biografie van de bekende illustrator en tekenaar Johan Herman Isings (1884-1977), verlucht met talrijke platen, waarvan sommige op A-3 formaat. Isings wordt hierin beschreven in nauwe samenhang met zijn werk. Herman begon al zeer verdienstelijk te tekenen toen hij nog op de lagere school zat. Daarna moest hij gaan werken en ging bij een decoratieschilder aan de slag. In de avonduren volgde hij cursussen op de Tekenschool voor Kunstambachten te Amsterdam waar hij les kreeg van Georg Rueter en J. Visser. Zijn eerste illustraties kwamen terecht in een Amsterdams wijkblaadje. Op zeventienjarige leeftijd nam hij contact op met de protestants-christelijke Haagse uitgever J.N. Voorhoeve om zijn werk (aanvankelijk gratis) geplaatst te krijgen in het geïllustreerd weekblad Timotheus. Zijn werk viel goed in de smaak en tot in de jaren dertig bleef hij vermeld staan onder de medewerkers van dit weekblad. Isings heeft zich vooral autodidactisch ontwikkeld door een grote mate van leergierigheid ten opzichte van personen die op zijn weg kwamen of die hij zelf opzocht. Een van hen was de bekende illustrator Cornelis Jetses, die voor J.B. Wolters de bekende boekjes over Ot en Sien van Jan Ligthart en Dik Scheepsta illustreerde. Isings was gegrepen door het werk van Jetses en hij zocht in 1909 contact met hem. Daaruit ontwikkelde zich een hechte vriendschap en daardoor kwam hij ook in contact met uitgever Wolters. Sindsdien begon de opdrachten toe te stromen. Talrijke boeken heeft Isings geïllustreerd waaronder vele kinder- en schoolboeken: Paddel je van Joh. Been, boeken over de boerenoorlog in Zuid-Afrika van L. Penning en de kinderboeken van W.G. van der Hulst. Ook de kinderbijbels van W.G. van de Hulst voorzag hij van illustraties. Zo breidde het werk van Isings zich uit en kreeg hij opdrachten van uitgevers als Daamen, Kluitman, Van Goor, Holkema & Warendorf, Meinema, Voorhoeve en Kirchner. Daarnaast heeft hij geschiedenisboeken geïllustreerd en vele historische wandplaten vervaardigd ten behoeve van het lager onderwijs. De schrijver heeft voor dit boek gebruik gemaakt van archieven onder andere van de gemeente Soest, de woonplaats van Isings sinds zijn huwelijk in 1909, en van uitgevers. In dit archiefmateriaal konden ook brieven van en aan Isings worden opgespoord (Isings zelf heeft zijn correspondentie aan het eind van zijn leven vernietigd). Ook heeft hij nog gesprekken kunnen voeren met de illustrator in diens laatste levensjaren, terwijl ook zijn kinderen hun royale medewerking hebben verleend. Daardoor is dit boek geworden wat het geworden is: een mooie compositie van een levensverhaal in nauwe relatie tot het werk. Twee verzamelaars van Isings' werken, Ad Horst en Anko Huizinga hebben het boek voorzien van een uitgebreide bibliografie in chronologie van verschijningsdata van circa 230 (kinder)boeken en 9 periodieken waaraan Isings als illustrator heeft meegewerkt en van ruim veertig vooral historische wandplaten. De boeken in deze bibliografie zijn alle voorzien van afbeeldingen van de boekbanden. De toegankelijkheid en bruikbaarheid van de bibliografie wordt vergroot door de bijbehorende registers van namen, titels en schrijvers. Helaas verwijzen deze registers niet naar het biografische deel van het boek. Het boek is rijk geïllustreerd met vele afbeeldingen van Isings' werk in zowel kleur als zwartwit op haast elke pagina. Het grote formaat van dit boek (A-4) draagt eraan bij dat die illustraties goed tot hun recht komen. Marjoke Rietveld-van Wingerden 190308. Signalement Congres `Twee eeuwen onderwijs en zorg van de staat' op 17-18 oktober 2001. Dit jaar is het twee honderd jaar geleden dat de eerste nationale schoolwet verscheen. Dat was voor de Belgisch-Nederlandse Vereniging voor de Geschiedenis van Opvoeding en Onderwijs (BNVGOO), de inspectie voor onderwijs, het ministerie van OCW en de Universiteit van Utrecht reden tot het organiseren van dit congres. Er zijn plenaire zittingen en workshops gepland, waarin vanuit verschillende invalshoeken aspecten van het thema worden belicht. Opgave voor deelname bij Centrale Staf, Inspectie van het Onderwijs, t.a.v. mevrouw A. Buis, Antwoordnummer 52025, 3502 VB Utrecht. De tentoonstelling Van leesplankje naar Leesoefeningen in streekmuseum De Meestoof te St Annaland is te bezoeken van 21 april tot 30 oktober 2001. Tentoonstelling Wij komen van ver, maar wel met grote passen in het Literair Museum in Hasselt in Begië, Bampslaan 35, tel. 0032-11-261787. Deze tentoonstelling gaat over het kinderboek in Vlaanderen in de twintigste eeuw en is te bezichtigen tot 29 december 2001. Tentoonstelling De nooit gedachte toekomst in het Nationaal Schoolmuseum, Nieuwemarkt 1 Rotterdam. Deze tentoonstelling blijft voorlopig en zal in de loop van de tijd verder worden aangepast, vernieuwd en veranderd aan de hand van nieuwe thema's. Eveline Koolhaas-Grosveld (ed) (2001), Vader & Zoons, Jacob de Vos Wzn(1774-1844) en de getekende dagboekjes voor zijn kinderen. Hilversum: Verloren. ISBN 9065501827 Frits Booy, `Aantrekkelijk-belangrijk-curieus: bijzondere abc-boeken voor de jeugd', in: Jaarboek Nederlands Genootschap van Bibliofielen (2001), pp. 119-136, ISBN 90-7645253-9 www.kb.nl/bho. Deze engelstalige „, , website `Book History Online' is een` database met verwijsgegevens naar monografieën en tijdschriftartikelen over de geschiedenis van het gedrukte boek en van bibliotheken. Ze is gebaseerd op de jaarlijkse delen van de Anual Bibliography of the History of the Printed Book and Libraries. www.zoekplaaties.nl. Via deze site worden oude foto's van onbekende stads- of dorpsgezichten in Nederland aan het publiek voorgelegd met het verzoek om plaatsen die men herkent door te geven. Het Haags Gemeentearchief biedt deze plaatjes aan. |
|