|
|
Deze catalogus van de tentoonstelling van kinderportretten, die in de laatste maanden van 2000 in het Frans Halsmuseum was te bewonderen en 21 januari 2001 in Antwerpen te bewonderen is (zie signalement), bevat paginagrote afbeeldingen in kleur van alle portretten die in de tentoonstelling zijn opgenomen. Elk portret is voorzien van een uitgebreide beschrijving. Opmerkelijk is dat kinderen doorgaans van top tot teen werden afgebeeld. Daarnaast bevat dit boek een aantal inleidende hoofdstukken. Het eerste hoofdstuk behandelt de techniek van schilderen: wat maakt dat een kind, ook echt als kin overkomt en niet als een klein uitgevallen volwassene? De stand en de grootte van de ogen en de bouw van het gezicht zijn daarvoor belangrijke middelen geweest. Saskia Kuus besteedt aandacht aan de kinderkleding, waaronder ook het inbakeren van hele jonge kinderen en de valhoed of valhelm voor kinderen die hun eerste wankele schreden zetten. Daarin wordt uiteengezet dat jongens en meisjes tot circa zeven jaar hetzelfde gingen gekleed; ze droegen beiden rokken, waardoor ten onrechte in het verleden bij interpretatie van portretten jongens voor meisjes werden aangezien. Het hoofdstuk over kinderspeelgoed is onontbeerlijk in het geheel van dit boek. Immers het speelgoed, waarmee kinderen werden afgebeeld geeft niet alleen aan dat men dat toen belangrijke attributen vond voor kinderen, maar ook wilde men daarmee aangeven wat het geslacht was van het afgebeelde kind. Zo hadden jongens bijvoorbeeld een kolfstok in de hand of een zweep en meisjes een pop. Tevens gaf het speelgoed vaak de leeftijd van het kind aan. Jonge kinderen werden vaak met een rammelaar geportretteerd. De bijdrage van Jeroen Dekker, Leendert Groenendijk en Johan Verberckmoes handelt over het onderwijs in de zestiende en zeventiende euw. Zoals men het klaarblijkelijk belangrijk ging vinden kinderen op portretten vast te leggen, zo vond men ook onderwijs van belang. Zij wijzen daarbij onder andere op de invloed van reformatie, contrareformatie en humanisme aan de ene kant en de opkomst van het handelskapitalisme aan de andere kant. Daardoor ontstond een wijd vertakt stelsel van meest kleine scholen, zodat er voor de meeste kinderen een school op loopafstand aanwezig was. Voor kinderen uit de gegoede stand werd het voortgezet onderwijs verder uitgebouwd. Het onderwijs aan jonge kinderen was vooral godsdienstonderwijs en moraal. Daarvoor was *liter wel noodzakelijk dat kinderen leerden lezen en schrijven. Ook werden de eerste beginselen van de rekenkunst aangeleerd. Die toenemende aandacht voor onderwijs kwam ook tot uitdrukking in de schoolboekjes die op de markt werden gebracht. Bekend uit die tijd zijn de verschillende uitgaven van de catechismus, een behandeling van de geloofsleer in vraag- en antwoordvorm. Zo hebben kerkhervormers als Maarten Luther, Johannes Calvijn en Philippus Melanchton een catechismus op de markt gebracht evenals de Jezuïet Petrus Canisius met vaak een speciale vereenvoudigde uitgave voor kinderen. Van de onderwijzer werd verwacht dat hij de kinderen de inhoud ervan uit het hoofd liet leren. Ook de hanenboeken hebben hun oorsprong in deze tijd. Dit rijk geïllustreerde boek met een groot formaat (A4) met een mooie bladspiegel en hoge kwaliteit papier is echt een mooi bezit. Door het grote formaat, zijn ook de kinderportretten fors aan de maat. De prijs van dit boek is dan ook beslist laag te noemen en is mogelijk gemaakt door sponsoring van verschillende grote bedrijven. Naast de Nederlandse uitgave is er ook een Engelse uitgave op de markt gebracht. Marjoke Rietveld- van Wingerden |
|