Periodiek van de Vereniging Vrienden van het Nationaal Onderwijsmuseum

 


 

170405. Boekbespreking

Bert Stilma A. Th. Nieuwenhuis e.a. Omzien, 100 jaar Christelijk onderwijs Putten, 1899-1999

Opnieuw brengen wij een boeiend verslag van het reilen en zeilen van een schoolvereniging onder de aandacht van onze lezerskring. Ditmaal betreft het 't relaas van een viertal Puttense basisscholen in het algemeen en van de oudste school in het buurtschap Hoef in het bijzonder.

Vlakbij de gemeentegrens tussen de plaatsen Putten en Nijkerk ligt op een vredige en markant gelegen locatie de basisschool CNS Hoef, opgericht in 1899. Zo vredig als de school er nu bijligt, was de situatie anno oktober 1944 bepaald niet. De door de ondergrondse verzetsgroep gepleegde aanslag op Duitse officieren in de betrekkelijke nabijheid van de basisschool Hoef heeft wel zeer dramatische gevolgen gehad. Meer dan 600 mannen werden in Putten bij het kerkplein bijeen gedreven en van die 600 zouden er helaas maar enkelen na de oorlog terugkeren. Onder die gevangen bevond zich ook het schoolhoofd Koelewijn, die na een kortstondig verblijf in het kamp Amersfoort werd vrijgelaten omdat hij vader was van een zeer groot gezin. Van schoolmeester Schelling kan dit helaas niet gezegd worden: hij werd weggevoerd en zou zijn school Hoef noch de plaats Putten nimmer meer zien

 Wat valt er over dit jubileumboek te zeggen?

In het Ten Geleide vermeldt de eindredacteur Nieuwenhuis dat men geen gewoon geschiedenisboek heeft willen schrijven maar meer een boek vol met herinneringen. Deze herinneringen, aldus de eindredacteur, zijn meestal bij voorbaat gekleurd. Men kan de onderwijssituatie uit het verleden te rooskleurig beschrijven, maar eveneens te somber. De redactie heeft zich bescheiden en heel eerlijk opgesteld. Er is voornamelijk uit een drietal bronnen geput, te weten: fotomateriaal, gesprekken met oud-leerlingen en (hoog)bejaarde personeelsleden en niet te vergeten de notulen van bestuursvergaderingen. Het resultaat mag er zijn. Hoewel dit boek primair bestemd is voor de bestuursleden, oud-leerlingen en de personeelsleden van de 4 scholen, is er voor de geïnteresseerde buitenstaander genoeg te lezen. We beperken ons tot een paar krenten uit de pap. Wie betaalde de school Hoef in 1899?  De op het kasteel Oldenaller verblijvende Baron Aylva van Pallandt blijkt met zijn vrouw Baronesse van Golt-stein de grootste weldoener te zijn. Dit kinderloos gebleven echtpaar heeft royaal geld geschonken. Kennelijk als blijk van waardering gingen de leerlingen van school Hoef telken jare op koninginnedag naar het kasteel Oldenaller om in de grachten te spelevaren, maar ook om ten aanschouwe van de kasteelheer het Wilhelmus te zingen. Dat de crisisjaren ook niet aan school Hoef zijn voorbijgegaan blijkt uit de zakelijke mededeling dat bij het dalende aantal leerlingen niet de desbetreffende onderwijzer op wachtgeld wordt gezet, maar een zekere juf Mekkens omdat zij als onderwijzeres geen kostwinster was.

Tenslotte de beruchte oorlogsjaren. In de hongerwinter fungeert de school 's nachts vaak als overblijfplaats voor de vele voedselzoekers uit het Westen van het land.

Het bestuur durft in die jaren op een flinke wijze stelling te nemen tegen het toenmalige onderwijsbeleid van wat toen genoemd werd: Het Departement van Opvoeding, Wetenschap en Cultuurbescherming. Zo is er een kopie afgedrukt van een brief waarin het bestuur onomwonden verklaart zich niet aan het benoemingsbeleid te zullen houden zoals dat was uitgevaardigd. Het zijn de ouders zelf die - namens hun bestuur - bepalen hoe en door welke leerkrachten er op scholen onderwezen en opgevoed dient te worden en niet de overheid.

We citeren:"De verantwoordelijkheid, die op het bestuur en op de ouders die het vertegenwoordigt rust, voor de handhaving van Gods geboden voor de opvoeding en het onderwijs der jeugd, heeft het om des gewetenswille tot deze beslissing genoopt." Was getekend: G. Janssen op 12 februari 1942.  De periode na 1945 geeft weer hoe de vereniging met de bevolkingspopulatie is meegegroeid. Niet helemaal duidelijk wordt welke onderwijskundige en opvoedkundige idealen de laatste jaren als leidraad hebben gefungeerd, alhoewel, als wij op pagina 94 een foto zien uit 1990 waar kinderen achter een computer staan, dan is het ons eigenlijk wel duidelijk. Een geleidelijk aan loslaten van het klassikale onderwijssysteem.

Wil men zicht krijgen op opvoeding en onderwijs, dan is het een belangrijke vereiste om zich eerst te verdiepen in de locale situatie die per streek sterk kan verschillen. Deze uitgave is een vrijwel permanente illustratie van bovengenoemde uitspraak.

Op de lay-out en op het fotomateriaal valt niets af te dingen; men leest en bladert met plezier. Wat mij tenslotte in positief opzicht verbaasde verwoord ik in de volgende slotzin: Welk fraai ambachtelijk werk is er verricht om tot een dergelijke uitgave te komen!,

Zakelijke info