Periodiek van de Vereniging Vrienden van het Nationaal Onderwijsmuseum

 


 

170405. Boekbespreking

170405b. Boekbespreking Marjan Schwegman Maria Montessori 1870-1852. Kind van haar tijd, vrouw van de wereld. Amsterdam University Press 1999

 Toen Maria Montessori (1870-1952) naar de lagere school ging, leerde zij over het leven van beroemde Heldinnen van het Vaderland en andere Uitzonderlijke Vrouwen. Het luisteren naar heldinnenverhalen zou ertoe moeten leiden dat de leerlingen van de pas gevormde natie-staat Italië zich zouden ontwikkelen tot goede burgeressen. De jonge Maria raakte echter danig verveeld van deze verhalen en nam zich voor in ieder geval zelf nooit beroemd te worden. Ze is niettemin wél beroemd, zelfs wereldberoemd geworden. Niet als actrice, wiskundig ingenieur of arts - allemaal ambities van de jonge Montessori, maar als pedagoge.

Voor de biografie heeft Marjan Schwegman de 'omweg als methode' van historisch onderzoek gehanteerd. De bewakers van Montessori's nalatenschap, verenigd in de Associatione Montessori Internationale (AMI) laten immers niemand toe in het archief.

Schwegman heeft deze moeilijkheid omzeild door het leven van Montessori vanuit een breder cultuur-historisch perspectief te belichten, door bijvoorbeeld ruim aandacht te besteden aan Maria's verhouding tot de positivistische wetenschap van haar tijd. Die was niet ongecompliceerd, zo toont Schwegman aan in een bijna bloedstollende passage over Maria's eerste ervaring als geneeskunde-studente in de snijzaal. Hoewel zij haar weerzin weet te overwinnen tegen het - geheel in de positivistische geest van het abstracte, niet-empathische 'ontleden' van de werkelijkheid - snijden in lijken, vertaalt Montessori de ideale verhouding tussen wetenschapper en object van onderzoek uiteindelijk in de relatie van moeder en kind. Als zij ziet hoe een bedelares in het park vol liefde haar spelende kind gadeslaat, 'weet' Montessori - zo wil de overlevering - dat zij een missie heeft.

Uit dit 'weten' en de centrale plaats die dit voorval in de klassieke Montessori-bio-grafie inneemt, moet blijken dat Maria geen 'gewoon' meisje was. En die buitengewoonheid zou Montessori uiteindelijk naar haar eigen hand zetten door zich actief te profileren als uitzonderlijk, niet zozeer als vrouw, maar als dottoressa (dokteres, wetenschapper). Net als de jonge Maria, is Marjan Schwegman van mening dat alle verhalen over uitzonderlijke vrouwen voornamelijk vlak en saai zijn. In het geval van Montessori ziet dat verhaal er ongeveer zo uit: de jonge Maria was uitzonderlijk begaafd en moest de tegenwerking van haar ouders en de sociale omgeving overwinnen om verder te leren. Ze besloot na een 'visioen' geen wiskunde, maar medicijnen te gaan studeren en begreep na nog een visioen dat zij zich moest inzetten voor alle kinderen van de wereld. Met welhaast goddelijke inspriatie schreef zij in 1909 - volgens de overlevering in twintig dagen - Il Metodo, waarna internationale roem haar wachtte.

Heldinnenverhalen kunnen rekenen op de interesse van historica Marjan Schwegman. Als buitengewoon hoogleraar vrouwengeschiedenis aan de Universiteit Utrecht doet zij onder andere onderzoek naar levensgeschiedenissen van uitzonderlijke en exemplarische vrouwen. Een van de doelen in haar werk lijkt het aanbrengen van een verdieping in klassieke heldinnenverhalen, ongeacht of het nu handelt om Montessori of haar nieuwste studie-object Marga Klompé. Dat het AMI-archief voor haar gesloten bleef, lijkt geen belemmering voor Schwegman te zijn geweest. Zij heeft zich helemaal gericht op het deconstrueren van de heldinnenstatus die Montessori in de loop van de tijd is toebedeeld. Eén van de belangrijkste verdiensten van dit werk van Schwegman is dan ook dat ze in een wervelende stijl diepte aan het leven van Montessori heeft weten te geven. Ze zet Maria Montessori’s hoogdravende heldhaftigheid in een menselijk perspectief, door zich ook te richten op perioden en gebeurtenissen die tot dusver in haar klassieke levensverhaal niet zo veel aandacht hebben gekregen: haar verhouding met en verwijdering van haar collega en vriend Giuseppe Montesano, de geboorte van hun zoon Mario die zij vijftien jaar bij een pleegfamilie liet opgroeien en met wie zij na die jaren vrijwel onafgebroken samen was, haar activiteiten voorafgaand aan het verschijnen van Il Metodo, haar banden met de theosofie en haar flirt met Mussolini om haar methode stevig in het Italiaanse onderwijs te verankeren.

Schwegman heeft een uitzonderlijk vrouwenleven historisch belicht. Toch vraag ik me af in hoeverre dit boek nu eigenlijk over Maria Montessori gaat. Natuurlijk, Montessori staat centraal in deze biografie en de lezer komt van alles te weten over haar familie, milieu, haar relatienetwerk, wetenschappelijke en religieuze opvattingen. Het blijft voor mij de vraag of daarmee alle lagen van een mensen- dan wel vrouwenleven voldoende aan bod komen. In deze biografie blijven naar mijn smaak bijvoorbeeld de betekenis en inhoud van haar pedagogische opvattingen onderbelicht. Schwegman maakt in deze biografie wel duidelijk dat het leven en werken van Montessori niet alleen voortkwamen uit een 'goddelijke' inspiratie en 'heldhaftig' doorzettingsvermogen, maar ook en vooral worden gedreven door de pijnlijke ervaringen van de scheiding van haar zoon, de breuk met haar enige minnaar en haar land. Marijke Huisman

Zakelijke info