Periodiek van de Vereniging Vrienden van het Nationaal Onderwijsmuseum

 


 

170308a. Boekbespreking.

Dsa170308b. Boekbespreking Dekkers e.a. Een omzien naar Jubileumboek bij het 75 jarig bestaan van de St. Willibrordusschool en de St. Jozefschool in Vlaardingen

Op 1 mei 1922 opende de katholieke lagere school St-Willibrordus te Vlaardingen voor de eerste keer haar deuren. Een half jaar later ging aan deze school ook het eerste (m)ulo-jaar van start. Lange tijd bleef het instituut bekend onder de naam St-Willibrordusschool voor lager en (m)ulo-onderwijs. Lagere school en ulo werden in de jaren  vijftig gesplitst en zodoend verrees de “St Jozefschool voor ulo”. Zoals overal in ons land maakte de Mammoetwet in 1968 genadeloos hieraan een einde en inmiddels al langer dan 30 jaar spreekt men van de St-Jozefschool voor Mavo. Daarmee is het eerste hoofdstuk, een historisch overzicht van de institutionele ontwikkeling van de huidige St-Jozefschool voor Mavo te Vlaardingen, kort en bondig samengevat.

Het boek telt meer dan 50 korte bijdragen van leerlingen, docenten, bestuursleden, directeuren, ouderraadsleden en ook de conciërge ontbreekt niet in deze galerij. Het aardige van zo’n opzet is dat een flinke variëteit aan persoonlijk gekleurde observaties en belevingen aan bod komen, met vele anekdotes over feestelijke gebeurtenissen, onderwijskundige experimenten, verhuizing en verbouwing, fusie en samenwerking, muzikale festijnen, politiek-culturele projecten, schoolexcursies etc. Veel oud-leerlingen schrijven over heel wat eigenaardigheden van leraren en benadrukken welk een langdurige en ingrijpende invloed bepaalde leraren hebben gehad op hun verdere levensloop. Enkele bijdragen van later wat meer bekend geworden personen geven wat extra cachet. Zo laat de inmiddels overleden Herman Wigbold, ooit hoofdredacteur van Het Vrije Volk, na enig zelfonderzoek weten dat hij in zijn schooltijd toch wel een 'lastig jongetje'was. Een typering waarin niet alleen zijn leraren, maar waarin later ook anderen hem herkend zullen hebben tijdens zijn arbeidzaam leven, maar dat terzijde! Ook Jacques Valentin, ooit een succesvol marathonloper in de jaren '80, schrijft over zijn schooltijd. Het is nu niet bepaald verbazingwekkend dat hij de gymlessen vooral op prijs stelde en nogal uitblonk in loop-onderdelen.

Er kleven ook flinke beperkingen aan de gekozen aanpak. Door de overheersende aandacht voor persoonlijke impressies van mensen ‘van binnenuit’ is het een ‘jubileumboek’ in traditionele zin geworden, met veel herkenbaars voor eigen kring. Wat opvalt is dat vrijwel elke bijdrage uitsluitend positieve geluiden over de school bevat en er wordt rijkelijk romantiserend in dankbaarheid teruggeblikt.

Een volgende beperking is de weinig inzichtelijke ordening van de bijdragen. Als buitenstaande lezer of, zo u wilt, als lezende buitenstaander valt niet te achterhalen in hoeverre de samenstellers oorspronkelijk een andere aanpak of opzet van het boek voor ogen heeft gestaan dan het uiteindelijke product. Gelet op het voorwoord  kennen de samenstellers zichzelf een uiterst bescheiden rol toe: ‘De gekozen boekindeling maakt het overbodig u van een leeswijzer te voorzien. U kunt makkelijk al bladerend zelf beslissen door welke inzending u zich wijzer wilt laten maken.’ Dat komt mij over als een wat (te?) gemakkelijke en vrijblijvende opstelling, die niet uitnodigt een bredere lezerskring voor dit werk te interesseren. Maar wellicht was dat ook bedoeling? Ondanks de beperkingen van dit jubileumboek is het toch de moeite waard om door te bladeren, al was het maar om een aantal mooie foto's en illustraties.

Hans de Frankrijker

 “Op 1 januari 1957 volgde de benoeming tot hoofd van de “Sint Josephschool”, de R.K.-Uloschool in Vlaardingen. Deze naam was gekozen, nadat de St. Willi-brordusschool in de loop van de jaren 50 gesplitst was in twee zelfstandige scholen en het lager onderwijs de oorspronkelijke naam mocht voeren.

In “de Boslaan 32”, waar ik als leerling van de eerste klas was binnegekomen, keerde ik als hoofd van de uloschool in 1957 terug en volgde daar mijn vroegere leermeester, de heer Aug. A. Boudens, op.”

Een aantal jaren geleden stond ik op de plek waar hij had gestaan en een gevoel van weemoed overviel me.  Ik herinnerde me het bijna vierkante gebouw, de ingang waar bovenmeester - zo heette dat toen - Boudens stond als ik weer eens een minuut te laat arriveerde, ik herinnerde me de trap naar de tweede verdieping, de klaslokalen, de speelplaats erachter, de zand-speeltuin ernaast voor de kinderen uit de buurt, het straatje (was het de Piet Heinstraat?) waar we speelden en voetbalden, de Spoorsingel waar we liepen en donderjaagden tijdens het speelkwartiertje, nog steeds in de gaten gehouden door de onderwijzers die er gezamenlijk heen en weer liepen, het slootje waar ik nog een keer door het ijs ben gezakt, ja zelfs de lantaarnpaal waar we diefje-en-verlos speelden. Herman Wigbold

Zakelijke info