Periodiek van de Vereniging Vrienden van het Nationaal Onderwijsmuseum

 


 

170308a. Boekbespreking. J. Bottema. Naar school in de Ommelanden. Scholen, schoolmeesters en hun onderwijs in de Groninger Ommelanden ca 1500-1795. Bedum Egbert Forsten & Profiel 1999

 Ik zeg het u maar direct en zonder omwegen: dit boek van de hand van Jaap Bottema, oud-leraar geschiedenis te Delfzijl, is in vele opzichten een waardevol boek! Het boek straalt pracht uit door zijn degelijke uitvoering: harde kaft, zorgvuldige lay-out en mooi afgedrukt fotomateriaal. Kortom een lust voor het oog. Inhoudelijk spreekt het boek me aan door de geslaagde balans tussen het kennis hebben van lokale details en oog hebben voor bredere onderwijspolitieke ontwikkelingen. Ik vind het boekwerk een geslaagd voorbeeld van het met elkaar verbinden van lokale en landelijke onderwijsgeschiedenis.

 Met hulp van anderen heeft Bottema jarenlang vele archieven doorgepluisd. Soms is een verloren gewaand archief (deels) met succes boven water gebracht. In de inleiding lezen we een te fraaie anekdote om onvermeld te laten. Op zoek naar een archief werd telefonisch contact opgenomen met de koster van een dorpskerkje die hier meer van zou weten. Hij wist inderdaad waar dit archief lag en op de vraag of men dat kon inzien kwam een duidelijk maar verrassend antwoord: “(…) ’t kin nait vandoag. Ik lig mit griep op berre en ’t archief ligt d’r onder”.

Veel archieven zijn minutieus doorgeploegd wat onder meer blijkt uit de sectie bijlagen die ongeveer een derde deel van de omvang van het boek in beslag nemen. Ze bevatten de tekst van 17e en 18e eeuwse schoolverordeningen, een schatting van het inkomen van de schoolmeesters, een overzicht van de schrijfvaardigheid van de Ommelander bevolking en een uitgebreide namenlijst van schoolmeesters, rectoren, beiaardiers, kosters en nog andere types functionarissen rond school en kerk in de Ommelanden. Een chronologisch namenoverzicht van schoolmeesters per 'kerspel' (gemeente) wordt gevolgd door een alfabetische naamlijst van schoolfunctionarissen (met toelichting) gedurende de 16 tot de 19e eeuw. Afgesloten wordt met een index op persoons- en plaatsnamen, wat de toegankelijkheid van het boek bevordert. De 8 thematische hoofdstukken lezen vlot en de tekst is gebaseerd op een uitgebreid notenapparaat. De aandacht voor het detail weerhoudt Bottema van het doen van algemeen uniforme uitspraken over bijvoorbeeld de gebrekkige kwaliteit van de schoolmeesters. Voor zover daarover bronnen zijn, waarbij het de vraag is hoe betrouwbaar deze zijn, betreft het veelal verslagen van predikanten van de classis of  schoolopzieners die de kwaliteit van ‘hun’ schoolmeesters nogal uiteenlopende beoordelen. Blijkens de beschikbare berichten zijn er in de 17e - en 18e -eeuwse Ommelanden (het westelijk deel van Groningen) altijd (heel) goede, middelmatige en ook soms bijzonder slechte schoolmeesters geweest. Zo schijnt Westernieland in 1673 ooit een schoolmeester te hebben gehad die niet kon lezen, noch schrijven of zingen. Bottema wijst er op dat dit ook voor die tijd als een misstand werd gezien, die binnen de kortst mogelijke termijn werd hersteld. Ook wordt duidelijk gemaakt hoe invloedrijk de plaatselijke jonkers (landadel) waren op het gebeuren in kerk en school. Hij laat zien hoe op vaak ondoorzichtige en complexe wijze de plaatselijke en provinciale burgerlijke en kerkelijke elite samenwerkte en elkaar tegenwerkte.

Van harte aanbevolen!

Hans de Frankrijker  

Dsa170308b. Boekbespreking Dekkers e.a. Een omzien naar Jubileumboek bij het 75 jarig bestaan van de St. Willibrordusschool en de St. Jozefschool in Vlaardingen

 Op 1 mei 1922 opende de katholieke lagere school St-Willibrordus te Vlaardingen voor de eerste keer haar deuren. Een half jaar later ging aan deze school ook het eerste (m)ulo-jaar van start. Lange tijd bleef het instituut bekend onder de naam St-Willibrordusschool voor lager en (m)ulo-onderwijs. Lagere school en ulo werden in de jaren  vijftig gesplitst en zodoend verrees de “St Jozefschool voor ulo”. Zoals overal in ons land maakte de Mammoetwet in 1968 genadeloos hieraan een einde en inmiddels al langer dan 30 jaar spreekt men van de St-Jozefschool voor Mavo. Daarmee is het eerste hoofdstuk, een historisch overzicht van de institutionele ontwikkeling van de huidige St-Jozefschool voor Mavo te Vlaardingen, kort en bondig samengevat.

Het boek telt meer dan 50 korte bijdragen van leerlingen, docenten, bestuursleden, directeuren, ouderraadsleden en ook de conciërge ontbreekt niet in deze galerij. Het aardige van zo’n opzet is dat een flinke variëteit aan persoonlijk gekleurde observaties en belevingen aan bod komen, met vele anekdotes over feestelijke gebeurtenissen, onderwijskundige experimenten, verhuizing en verbouwing, fusie en samenwerking, muzikale festijnen, politiek-culturele projecten, schoolexcursies etc. Veel oud-leerlingen schrijven over heel wat eigenaardigheden van leraren en benadrukken welk een langdurige en ingrijpende invloed bepaalde leraren hebben gehad op hun verdere levensloop. Enkele bijdragen van later wat meer bekend geworden personen geven wat extra cachet. Zo laat de inmiddels overleden Herman Wigbold, ooit hoofdredacteur van Het Vrije Volk, na enig zelfonderzoek weten dat hij in zijn schooltijd toch wel een 'lastig jongetje'was. Een typering waarin niet alleen zijn leraren, maar waarin later ook anderen hem herkend zullen hebben tijdens zijn arbeidzaam leven, maar dat terzijde! Ook Jacques Valentin, ooit een succesvol marathonloper in de jaren '80, schrijft over zijn schooltijd. Het is nu niet bepaald verbazingwekkend dat hij de gymlessen vooral op prijs stelde en nogal uitblonk in loop-onderdelen.

Er kleven ook flinke beperkingen aan de gekozen aanpak. Door de overheersende aandacht voor persoonlijke impressies van mensen ‘van binnenuit’ is het een ‘jubileumboek’ in traditionele zin geworden, met veel herkenbaars voor eigen kring. Wat opvalt is dat vrijwel elke bijdrage uitsluitend positieve geluiden over de school bevat en er wordt rijkelijk romantiserend in dankbaarheid teruggeblikt.

Een volgende beperking is de weinig inzichtelijke ordening van de bijdragen. Als buitenstaande lezer of, zo u wilt, als lezende buitenstaander valt niet te achterhalen in hoeverre de samenstellers oorspronkelijk een andere aanpak of opzet van het boek voor ogen heeft gestaan dan het uiteindelijke product. Gelet op het voorwoord  kennen de samenstellers zichzelf een uiterst bescheiden rol toe: ‘De gekozen boekindeling maakt het overbodig u van een leeswijzer te voorzien. U kunt makkelijk al bladerend zelf beslissen door welke inzending u zich wijzer wilt laten maken.’ Dat komt mij over als een wat (te?) gemakkelijke en vrijblijvende opstelling, die niet uitnodigt een bredere lezerskring voor dit werk te interesseren. Maar wellicht was dat ook bedoeling? Ondanks de beperkingen van dit jubileumboek is het toch de moeite waard om door te bladeren, al was het maar om een aantal mooie foto's en illustraties.

Hans de Frankrijker

 “Op 1 januari 1957 volgde de benoeming tot hoofd van de “Sint Josephschool”, de R.K.-Uloschool in Vlaardingen. Deze naam was gekozen, nadat de St. Willi-brordusschool in de loop van de jaren 50 gesplitst was in twee zelfstandige scholen en het lager onderwijs de oorspronkelijke naam mocht voeren.

In “de Boslaan 32”, waar ik als leerling van de eerste klas was binnegekomen, keerde ik als hoofd van de uloschool in 1957 terug en volgde daar mijn vroegere leermeester, de heer Aug. A. Boudens, op.”

Een aantal jaren geleden stond ik op de plek waar hij had gestaan en een gevoel van weemoed overviel me.  Ik herinnerde me het bijna vierkante gebouw, de ingang waar bovenmeester - zo heette dat toen - Boudens stond als ik weer eens een minuut te laat arriveerde, ik herinnerde me de trap naar de tweede verdieping, de klaslokalen, de speelplaats erachter, de zand-speeltuin ernaast voor de kinderen uit de buurt, het straatje (was het de Piet Heinstraat?) waar we speelden en voetbalden, de Spoorsingel waar we liepen en donderjaagden tijdens het speelkwartiertje, nog steeds in de gaten gehouden door de onderwijzers die er gezamenlijk heen en weer liepen, het slootje waar ik nog een keer door het ijs ben gezakt, ja zelfs de lantaarnpaal waar we diefje-en-verlos speelden. Herman Wigbold

Zakelijke info