Periodiek van de Vereniging Vrienden van het Nationaal Onderwijsmuseum

 


 

160305. Boekbesprekingen

Tine Visser, Tien Zeeuwse onderwijzers in de negentiende eeuw. Goes: De Koperen Tuin, 1997. 72 blz. f 19,90. ISBN 90‑7213878‑3.

 In 1995 verscheen een informatief proefschrift over de Vernieuwing van het lager onderwijs in Zeeland in de eerste helft van de negentiende eeuw van de hand van de bejaarde onderzoekster Tine Visser (vergelijk mijn bespreking in De School Anno 14, 2 (zomer 1996):16‑17). In dat geschrift wordt uitvoerig uit de doeken gedaan wat de revolutionaire onderwijswet van 1806 heeft uitgewerkt in zuidwest Nederland. Bij dat onderzoek is Visser gestoten op honderden onderwijzersfiguren. Het onderhavige boekje bevat een tiental uitgebreide portretten van dit soort praktijkpedagogen, deels gebaseerd op de dissertatie, deels op aanvullend onderzoek in regionale archieven en pers. De negen mannen en een vrouw krijgen ieder ongeveer zes pagina's aandacht. Het boekje is voorzien van ruim tien illustraties, waaronder foto's van hoofdpersonen en kopieën van archiefstukken. Het is fraai verzorgd door de Zeeuwse trots onder de uitgevers: De Koperen Tuin.

Wat de bundel zo aardig maakt, is dat niet alle verhalen succesverhalen van ijverige, toegewijde en studieuze schoolvossen zijn. Een van de tien bijvoorbeeld belandt in de gevangenis wegens kindermishandeling. Een ander moet voortijdig met ontslag wegens onzedelijke handelingen met vrouwen en leerlingen. Een ander moet een speciale rekenmeester naast zich dulden, omdat ze bij een examen ‑ hoewel ze in alle opzichten (waaronder Frans, Engels en "manier van onderwijs") "vrij goed" tot "goed" wordt bevonden ‑ in rekenen "gering" scoort (p. 54). Een ander wordt niet toegelaten tot het regionale onderwijzersgezelschap, waar men onderling aan na‑ en bijscholing doet, omdat hij hoofd van een orthodox‑gereformeerd afgescheiden schooltje is. Weer een ander moet op zevenenzeventigjarige leeftijd vervroegd met pensioen, omdat "zijn gehoor verdooft en zijn gezigt verduistert" en zijn schrijfvoorbeelden "met een zwavelstok" lijken te zijn vervaardigd (p. 14). Terzijde wordt gewag gemaakt van kwekelingen die "tot belooning en aanmoediging" van de plaatselijke schoolcommissie een maandelijkse beloning van wel 50 cent toucheren (p. 66). En we vernemen dat studiezin een Zierikzees onderwijzer noodlottig werd: "de meester was zoo geleerd dat hij naderhand zot is geworden" (p. 19). Het boekje levert een heerlijk uurtje aan wie geïnteresseerd is in Zeeuwse of in onderwijsgeschiedenis.

Ik ben het gelukkig in allebei.

Johan Sturm

Zakelijke info