Periodiek van de Vereniging Vrienden van het Nationaal Onderwijsmuseum

 


 

150304. Boekbespreking

M.PJ. Biermans ‑ Van Dongen e.a. Instituut Geubbels, een jongenskostschool te Duiven, 1892 ‑ 1944. Een uitgave van de Historische Kring Duiven‑Groessen‑Loo 1997. [64 blz]

 Het thema'monumentale schoolgebouwen' dat het Landelijk Comité voor Open Monumentendag dit jaar had gekozen, vormde de aanleiding voor deze uitgave. De verschillende gebouwen van het voormalige kostschoolcomplex bestaan nog en zijn beeldbepalend voor het dorpsbeeld van Duiven.

Het eenvoudig uitgegeven boekje bevat in hoofdzaak persoonlijke herinneringen. Gesprekken zijn gevoerd met een oud‑onderwijzer, enkele oud‑leerlingen en personeelsleden uit de huishoudelijke dienst van het instituut. Het boekje besluit met een lijst van namen van alle jongens die tussen 1892 en 1944, voor korte of langere tijd, op deze particuliere school verbleven, in totaal zo'n 540 leerlingen. De ondertitel van dit boekje, "een bundel herinneringen", geeft de bescheiden opzet van de samenstellers aan. De uitgave vormt een fraaie aanvulling op het boek van de historicus Jos Perry Jongens op kostschool: het dagelijks leven op katholieke internaten (Utrecht 1991). .

De (fragmenten uit) interviews worden voorafgegaan door een beknopte geschiedenis van deze kostschool, "een internaat voor Roomsch‑Katholieke jongens uit de gegoede stand", die landelijke bekendheid genoot. Het instituut, genoemd naar de oprichter FM. Geubbels, was één van de weinige katholieke internaten in ons land die niet onder leiding van geestelijken stond. Tevens was het één van de duurste, ingericht voor een kleine groep van rijkeluiszoontjes die daar op een leeftijd van twaalf jaar of ouder arriveerden en op deze school werden voorbereid op een baan in de handel of voor het examen HBS of gymnasium.

De persoonlijke verhalen leveren samen een beeld op van het onderwijs en van de strenge regels die het dagelijks leven van de jongens dicteerden. De leraar relativeert fijntjes het niveau van het onderwijs en van de leerlingen, één van de leerlingen rilt nog wanneer hij terugdenkt aan een leraar die hij "rovenhoofdman" noemt, "omdat hij ons beroofd heeft van onze jeugd". De vroegere tuinman tekent haarscherp de sociale omgangsvormen en het onderscheid der standen in de binnenwereld van dit instituut, vooral met zijn verhaal uit de tijd dat hij er net kwam werken, negentien jaar oud. Hij verving aanvankelijk zijn zieke vader. De directeur noemde de leraren bij de achternaam, en, zo vertelt de tuinman, "vader werd met Roelofs [ook de achternaam ‑AJ] aangesproken, maar ik werd gefloten". Dat de jonge Roelofs tegen het gefluit protesteerde, laat zich raden: naar een hond kun je fluiten, "maar ik had gewoon een naam". Hendrik, en zo werd hij nadien ook aangesproken.

AJ

Zakelijke info